Lopende zaken 2020

Brieven / 02.04.20

Astronauten van de binnenwereld (I)

Driegesprek over de ondeelbaarheid van ervaringen

Steven Claus-De Jong, Patricia Pisters, Dirk Vis

Voor het transmediale project If You Are Not There, Where Are You? werden kinderen met absence epilepsie gekoppeld aan kunstenaars om expressie te geven aan wat zij beleven tijdens een aanval. Het project is opgezet in nauwe samenwerking met verschillende wetenschappers die met elkaar in gesprek gingen. Steven Claus-De Jong – was 20 jaar neuroloog/epilepsie-deskundige, is nu mind trainer/coach/ruimdenker – sprak met filmwetenschapper Patricia Pisters, hoogleraar Filmkunde met bijzondere interesse voor de interactie tussen neurowetenschappen en film. Gidsredacteur Dirk Vis vroeg hen om hun conversatie geschreven voort te zetten.

I

Dirk Vis: Er zijn tientallen vormen van epilepsie. Toen het label absence epilepsie nog niet bestond, werden mensen met deze vorm van epilepsie dromerig of afwezig genoemd. Vroeger werden ze vast als zieners beschouwd. Getuigen verklaren: “Het voelt als duizenden wegen door je hoofd. Als angst. Alles wit. Een broccoli-achtig iets dat oneindig doorgaat.” Zoveel getuigen, zoveel unieke ervaringen, maar wel voor die ene persoon altijd dezelfde ervaring. Medicijnen bieden lang niet aan alle mensen soelaas. Het kan ook zijn dat het aanvallen slechts vermindert, of helemaal niet. Iemand kan dus aankijken tegen levenslang aanvallen. Mensen met epilepsie maken vaak duidelijk dat zij geen epilepticus zijn. Zij zijn hun aandoening niet. Zij worden aangedaan. Zij zijn er even niet. Maar wie of wat valt je dan aan? Waar ben je als je er even niet bent? En wat moet je met een belevenis – goed of slecht, traumatisch of inspirerend – die je niet kunt delen, omdat je het gereedschap daartoe ontbeert? Wat heb je aan de ontdekking van de hemel als je die voor jezelf moet houden? Wat moet je als je iets hebt meegemaakt waarvan je zeker weet dat niemand het zal geloven?


Patricia Pisters: Perceptie is een wonderlijk iets, pas als je naar buiten wilt, valt de deurklink je op. In ons alledaags taalgebruik doen we alsof perceptie alleen passief is, maar het is ook creatief. De inmiddels overleden neuroloog en schrijver Oliver Sacks was hier glashelder over. Iedere waarneming heeft invloed op onze neuronen. Door te kijken veranderen we de structuur van onze hersenen en onze ervaring van de wereld. Maartje Nevejan, initiatiefnemer van ‘If You Are not There Where Are You?’, sprak met Sacks. ‘I’m convinced it’s the stuff that fairytales are made of,‘ zei hij over absences. Daarmee belanden we in het literaire domein.


Steven Claus-De Jong: Vroeger sprak ik veel ‘achteruit’. Ik deelde dat niet met anderen. Het deed iets voor me. Er ontstond een spel met taal. Taal werd vloeibaarder. Mijn denken veranderde erdoor. Ik ging anders naar dingen kijken. Ik ging ook anders voelen over taal. Er ontwikkelde zich een liefde. Maar ook weerstanden. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat mijn cognitief proces anders werd. Ook de wetenschap dat taal en cognitie onlosmakelijk en essentieel verbonden zijn1. Het maakt zelfs uit in welke taal je denkt. Denken in een ‘vreemde’ taal zet aan tot meer analytisch denken. Het denken in je ‘moerstaal’ is sterker verbonden met gevoel. Heel interessant in het kader van een project dat de waarde onderzoekt van talen om de binnenwereld te belichten. Geldt dit ook voor de verschillen tussen colloquiale taal, professionele taal, kunst-taal enz? Taal heeft dus een belangrijke invloed op het proces van cognitie. Er wordt wel eens gezegd dat het cogiteren – archaïsch, maar het klinkt zo mooi – van een probleem efficiënter verloopt als je het uitlegt in een vreemde taal. De denkprocessen verlopen via ‘andere’ circuits, waardoor de informatie beter/anders op z’n plek valt2.


“Stel je voor dat je er eentje vindt. Een nieuwe taal.”


DV: Iedereen is de hele dag door bezig met van alles te delen, met name trivialiteiten, zelden de belangrijkste dingen. De dingen die onze levens beheersen, de dingen die we misschien wel het liefste kwijt zouden willen, daarvan weten we niet hoe we ze moeten delen, die passen niet in een status update, daarvoor ontbreken ons de woorden. We moeten zoeken naar een nieuwe taal, wordt wel eens gezegd, zeker in het kader van de absence epilepsie. Stel je voor dat je er eentje vindt. Een nieuwe taal. Een stel aliens in augurkvormige schepen landt op aarde en leert je als geschenk hun taal, waarna ze weer verdwijnen. Ik verzin dit niet, dit komt uit een film. Je bent dan de enige op de wereld die die buitenaardse taal machtig is. Je wint een uniek perspectief. Maar alleen jij. Wat moet je ermee? Misschien nog belangrijker, wat is eigenlijk precies cognitie?


SC: Dank je, die vraag komt wel even binnen. Het triggert een kettingreactie. Mijn ogen trekken een sprintje over de zin; wat ik zie reist naar het achterste punt van mijn hersenen. De informatie wordt daar bewerkt, maar ik ben het mij nog niet bewust. Het zijn betekenisloze vormen en lichtdeeltjes-frequenties. Deze moeten worden omgezet in vormen met betekenis. De informatie neemt een snelwegroute naar de slaapkwab (de hersenkwab ter hoogte van de slapen) en onderweg komt het door hersengebieden die de informatie interpreteren en koppelen aan taalgebieden. Er zijn koppelingen aan geheugen-databanken, o.a. in de hippocampus; een geheugenstructuur diep in de slaapkwabben. Daar is een verbinding met het limbisch systeem; het systeem dat o.a. betrokken is bij gevoel en emotie. De informatie wordt beoordeeld door een systeem dat nog voor het bewustzijn zit: de emotional alert database. De sterkste functie die het heeft: is er dreiging en moet dat uitgesloten worden. De tweede functie: is er een beloning te halen en moet daar actie op ondernomen. Het zet aan tot actie om te beschermen, of om de beloning te halen! Dat hele proces staat bekend als emotie.

Ok! Je vraag vormt geen bedreiging en er zit zelfs iets fijns aan vast. Ik word mij gewaar van een gevoel daarover. De informatie gaat ook naar mijn voorste hersenkwabben. Daar ga ik een plan ontwikkelen om iets te doen. Ik ontspan, ga lezen, om informatie tot mij te nemen. Ik combineer dat met een plan dat ik al eerder had geconceptualiseerd. Ideeën over schrijven ontwikkelen zich en vormen het verdere actieplan. Het gaat naar de motorgebieden (waar bewegingen worden gecoördineerd) en gevoelsgebieden van mijn hersenen waardoor schrijven/taal/conceptualisatie worden omgezet in handelingen. Voortdurend controleren hersenfuncties of wat ik doe ook inderdaad het plan is. Zo kan ik bijvoorbeeld typen, omdat mijn vingers weten waar de toetsen zijn, welke toetsen ik moet hebben en hoe ze bediend moeten worden; zelfs hoe subtiel ik ze moet raken. Wat ik intik weet ik niet alleen, maar lees ik ook van het scherm; het heeft meteen een effect op hoe ik me voel en wat ik over het onderwerp denk (schrijven en lezen beïnvloeden elkaar). Zo bleek dat mijn vooronderstellingen over cognitie niet overeenkwamen met het materiaal dat ik nu doornam. Informatie die ik mij tijdens mijn carrière als neuroloog had ‘ge-innerd‘ begon ik mij te her-inneren (Engelstaligen zouden het hier hebben over re-cognizing) en ik vergeleek het met het nieuwe materiaal. Langzaam begon ik mij een beeld te vormen van de werkelijke betekenis(sen) van het woord. Meermaals ging ik terug de tekst. De inhoud leek elke keer weer subtiel anders.

“Cognitie beslaat vele denkrichtingen en filosofische richtingen. En overal heeft het een subtiel andere betekenis.”

De conclusie is dat je vraag heel groot is, te groot. Cognitie beslaat vele denkrichtingen en filosofische richtingen. En overal heeft het een subtiel andere betekenis. Die nuances moest ik ook weer in mij opnemen. Tekst wordt keer op keer herschreven. Golven van verschillende emoties gaan door mij heen. Bijvoorbeeld als ik moet concluderen dat ik het verkeerd had dat cognitieve functies hetzelfde betekent als cognitie. Kennis opgeslagen in geheugen als bevroren informatie wordt weer vloeibaar en bewerkt in de soep van het cognitieve proces. Inzichten komende vanuit bewerking in het onderbewustzijn beïnvloeden de gekristalliseerde kennis van het rationeel analytisch denken. Een ander voorbeeld is het met moeite moeten verwerpen van mijn intuïtieve aanname dat cognitie altijd bewuste processen impliceert; maar daar had ik al een gevoel over gehad dat ik al enige tijd in mijn buik als een wringend gevoel ervoer. Dat gevoel in de onderbuik wordt vaak los ervaren van ‘het hoofd’. Toch worden steeds meer aanwijzingen gevonden dat de darmen en het centraal zenuwstelsel direct met elkaar verbonden zijn. Gut feeling is vele malen belangrijker in onze beleving en cognitieve processen dan we hebben geleerd. Ik doorleef het en kom tot nieuwe conclusies. Er ontstaat begrip. En zo begon ik iets meer over cognitie te weten.


PP: Er zijn theorieën en integrale therapievormen (zoals bijvoorbeeld ‘Bodytalk‘) waarbij de hersenen, het hart en de maag en darmen als drie belangrijke registratiebronnen van het onderbewuste worden gezien. Ik heb me er zelf wel vaker over verbaasd dat mijn lichaam vaak eerder weet dan ‘ikzelf’ (mijn bewuste brein-ik) wanneer er iets aan de hand is: door een signaal af te geven (keelpijn, een ontsteking, etc.) weet ik dat er vaak ook iets anders aan de hand is waaraan moet worden gewerkt. In ieder geval is de wisselwerking tussen de hersenen en de rest van het lichaam enorm groot en fundamenteel, en speelt het lichaam (of onze guts) wellicht een grotere rol dan het wordt toebedeeld in bijvoorbeeld het werk van Dick Swaab. Wij zijn zeker niet alleen onze hersenen.


SC: Gut feeling is een deel van de mind ervaring. Gut is ook betrokken bij het begin van de Ziekte van Parkinson dat tot nu toe als een primaire hersenaandoening werd gezien3. Bij de trainingen die wij geven wordt het steeds duidelijker dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen brein enerzijds en ‘mind’ of ‘geest’. Vergelijk het met een smartphone. Het brein is het elektronisch moederbord. En de darmen lijken verbonden. Deze ‘hardware’ is configureerbaar. De mind is als de beleving van de telefoon. Je kijkt door het ruitje en ziet een plaatje van de straat waar je doorheen loopt met allemaal pop-up berichten: een twittertje, een FB-like, informatie over een gebouw, informatie over een gezicht dat werd herkend door je facial recognition system, enz. Het is ‘augmented reality’. Dat is precies wat de mind is: reality aangevuld/­gevormd/­vervormd door wat je brein/lichaam met alle input systemen ervan maakt. Daarom wordt het ook steeds duidelijker dat de mens echt en inderdaad de eigen realiteit vormt en kan veranderen. Als je beleving op je telefoon je niet bevalt dan moet je de filterbubbel gaan aanpassen. Door anders te liken op FB, of door andere nieuwsartikelen op te zoeken, of door de instellingen op het moederbord van je telefoon te veranderen. We weten ook dat het brein plastisch is tegenwoordig, dus als je voldoende moeite investeert kun je het brein ook veranderen in hoe het realiteit augmenteert. Net als je telefoon. En de mind is dus de totaalbeleving. De darmen en wat je daardoor voelt is een zeer belangrijk deel van die mind.


PP: De kettingreactie van cognities en emoties, de breinprocessen vertaald in gedachten en gevoelens die jij, Steven, prachtig beschrijft, roepen bij mij onmiddellijk beelden op: allereerst abstracte beelden, van bewegende hersencellen, neuronen in actie, lichtbundels van elektrische signalen en chemische neurotransmitters die razendsnel hun weg banen in een complex netwerk van sliertige verbindingen en vertakkingen. Ik heb deze processen nooit in werkelijkheid gezien, en kan deze ook niet in mijn eigen hoofd letterlijk zo ervaren, maar de visualisering van breinprocessen is overal terug te vinden in onze beeldcultuur: in wetenschappelijke filmpjes op Youtube, in populaire televisieseries waarin buitengewoon sensitieve rechercheurs zich letterlijk in de microbreinprocessen van daders en slachtoffers kunnen verplaatsen, en in science fiction films waar beelden van een razendsnelle en duizelingwekkende reis door tunnelachtige banen niet alleen toegang geeft tot het universum maar ook tot een mentale reis door de verbeelding.

“Door die verbeelding van hersenactiviteit, zowel in medische apparatuur als in populaire media, hebben we een manier om die beleving vorm te geven en kunnen we erover spreken.”


Lees volgende week verder in deel II van Astronauten van de binnenwereld.


  1. How the brain builds new thoughts. Harvard Gazette. 2015 (cited 2018 Nov 20). Available from: https://news.harvard.edu/gazette/story/2015/10/how-the-brain-builds-new-thoughts/ 

  2. Costa A, Vives M, Corey JD. On Language Processing Shaping Decision Making. Curr Dir Psychol Sci. 2017 Apr 1;26(2):146–51. 

  3. Killinger BA, Madaj Z, Sikora JW, Rey N, Haas AJ, Vepa Y, et al. The vermiform appendix impacts the risk of developing Parkinson’s disease. Sci Transl Med. 2018 Oct 31;10(465):eaar5280. 

Steven Claus-De Jong is tot 2015 neuroloog geweest. Zijn werkterrein naast bestuur en organisatie: hoog innovatie diagnostiek en behandeling in de epilepsie(chirurgie) waarbij hij werkte met kinderen en volwassenen. Hij verdiepte zich in trainingsmethoden voor brein en geest. Mede op basis van het enorme plezier in opleiden en coachen veranderde hij zijn carriere naar trainer/coach/adviseur. Samen met zijn partner is hij eigenaar van het bedrijf My Mind Farm dat praktische en duurzame workshops/trainingen/consulting biedt voor optimalisatie van persoonlijke ontwikkeling of organisatiegroei. Het zwaartepunt van de trainingen: aandacht, emotie, emotionele intelligentie en onderhandeling. Het doel: optimalisatie van kwaliteit van werk en leven van mens en organisatie op zoek naar groei.

Meer van deze auteur

Patricia Pisters is hoogleraar film, media en cultuur bij de afdeling Mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam. Haar boek The Neuro-Image over film, filosofie en de hersenen verscheen bij Stanford University Press. Haar boek New Blood in Contemporary Cinema over vrouwelijke regisseurs en de ‘poetics of horror’ kwam in 2020 uit bij Edinburgh University Press. Zie ook www.patriciapisters.com

Meer van deze auteur

Dirk Vis (1981) groeide op in een dorpje in Noord-Brabant en is redacteur van De Gids. Afgelopen zomer verscheen zijn debuutroman – en sekshandleiding voor mensen die al weten hoe het moet – Paren of de kunst van de slaapkamer. Vis werkt aan een ‘natuursciencefiction’-boek.

Meer van deze auteur