Redactioneel

Op een rotonde
Januari 2018. Op de dag dat een zware storm met windkracht 9 rondwaarde, nam ik de trein naar Bonn in Duitsland voor een uitvoering van mijn voorstelling.
Het landschap buiten weerspiegelt in de ramen. Grote bomen zwaaien wild heen en weer en terwijl de regen en wind hard tegen de ramen slaan stel ik me voor dat alle bomen ballonnen zijn, geïnjecteerd met lucht. De binnenkant van de trein is warm en comfortabel, de stoel naast me blijft leeg.
Wanneer de trein de grens met Duitsland passeert wordt er in het Nederlands iets omgeroepen. Het gaat te snel om de inhoud te verstaan. De enorme bomen dansen levendig. Plotseling remt de trein den alle passagiers zouden vanaf dat moment nog 11 uur lang in de trein moeten verblijven. Er worden broodjes en water geserveerd; ik eet wat en luister amper naar de mededelingen die ik nog steeds niet versta. De groep waarmee ik op tour ben is al opgesplitst.
“Do not use the toilet! Nobody! Please!” informeert de stationswachter me. De passagiers aan de kant van het toilet krijgen een andere plaats toegewezen. Er verstrijken een paar minuten tot een vreselijke stank zich vanuit het toilet verspreidt.
Herhaaldelijk deelt de conducteur aan de rokers mee: “Niemand mag de trein verlaten. We zullen nog vaker en dan wat langer stilstaan.” Er wordt opnieuw drinken geserveerd, ijskoud, en ik trok meer kleding aan. Mijn jas, mijn handschoenen, mijn muts. Was het weer vier uur later, toen de stroom helemaal uitviel? De temperatuur in de coupe was inmiddels zo gedaald dat er kippenvel op de bovenkant van mijn handen verscheen. De sfeer in de trein werd langzaamaan stiller, vermengde zich met zorgen en angst. De enorme bomen dansen nog steeds wanneer ik naar buiten kijk en ze in het duister verdwijnen.
Op het verzoek van de conducteur neem ik ergens anders plaats. Onderweg naar mijn nieuwe stoel ontmoeten mijn ogen de blik van een lange man, hij staat voor me. Beiden in de gang. Zonder woorden kijken we elkaar aan, zijn gezicht rood aangelopen en hij lijkt me iets te vertellen. Ik draai me om en zoek naar oogcontact met de persoon achter me. Hardop fluister ik dat het warm is. De warmte lijkt van de anderen te komen. Ze wordt doorgegeven, via alle blikken van alle aanwezigen, de warmte komt langs Hoofd, Hart, Tenen. De anonieme stilte wordt comfortabel en na elf uur stilstand, komt de trein eindelijk weer in beweging.
Het beeld van de enorme stad waar ik aankom, als een groot, verlicht ei, probeert nog altijd een vorm in me te vinden. Het onderdompelen in kijken en in het delen van blikken is één van mijn creatieve werkmethodes geworden. In een ideale stad, zou ik een gelijkwaardige blik creëren in de publieke ruimte. Want het zijn de momenten waarop je elkaar aankijkt, en stromen van energie zich tussen de mensen en door de ruimte heen bewegen, dat er dingen tot stand kunnen komen.

DIG Geluid & Poëzie
The City of the Future
DIG Beeld & Poëzie
een stad van lucht
DIG video
Utopia BCN
DIG Beeld & Poëzie
Zaventem / Machelen / Viaduct van Vilvoorde

DIG verhaal
Onderweg
DIG Spoken Word
Babylon, voorgeprogrammeerd door stadsnomaden
DIG poëzie
Beiroet 1982
DIG essay
Herinner me eraan niet te vergeten
DIG beeld
Shaddeh
DIG poëzie
Jenin
De dalende stad
Van een park een mensenleven
Beeld
Dat ondergrond de basis
Come Down City
Op een plein legt een zandvlakte zich te rusten
Op een rotonde
Fladderende aardplaten
Wilde ganzen
Een zwerm
Vliegtuigen
Komma’s en punten
En op een nacht vonden we de beschilderde koe
Een stad reconstrueren
