Nieuw Babylon

/ 18.04.21

Wilde ganzen

Lucie Fortuin, Maureen Ghazal, Miri Lee, Joost Oomen, Sam ten Thij

Een ideeënstroom van stedelijke bouwsels die tezamen hopelijk komen tot iets dat ons allemáál wee maakt, iets dat ons dat zachte thuisgevoel van koeien geeft. Iets dat ons op zo’n manier vertederd dat we ons a) niet druk maken over dat het onhandiger is en dat ons leven daardoor vertraagd wordt en b) door de stad gekend en aangeraakt voelen.

Een gemeentehuis van brood (of in de vorm van een heel groot brood)







Het verdelen van de lucht. Groepen inwoners (buurten?) worden eigenaar van en verantwoordelijk voor een stuk lucht boven de stad. Gezamenlijk moeten zij beslissen wat er mag en moet met dit stuk lucht. Ze beslissen over uitstootrechten, maar ook of er bijvoorbeeld doorheen gevlogen mag worden. De bureaucratie die er om deze ingewikkelde vorm van luchtpolitiek heen hangt, ontmoedigt ondernemers om bedrijfsactiviteiten in de lucht te ontplooien. In de buurten worden posters opgehangen van het stuk lucht waar een buurt eigenaar van is.







Op verschillende punten van de stad is de grond is opengehaald en worden aardlagen getoond. Lagen die ieder op zich geschiedenissen en talen laten zien, zodat geschiedenissen niet in de grond verdwijnen maar zichtbaar worden. En met het zichtbaar worden van die geschiedenissen zullen inwoners zich meer welkom voelen wanneer ze zien dat hun geschiedenis deel uitmaakt van de stad. Daarnaast zou het mooi zijn wanneer inwoners lagen kunnen toevoegen en het zo completer wordt. Zoals een woordenboek alle woorden van een taal omvat, kan de aarde alle herinneringen en talen van een stad omvatten. Wanneer iemand van het platteland naar de stad verhuist kan de aarde uit de polder worden toegevoegd aan de bibliotheek en wanneer iemand vanuit IJsland naar de Dalende stad verhuist, kunnen er rotsformaties worden toegevoegd. Ieder die in een stad woont brengt eigen invloed mee. Het zou mooi zijn als de lagen kunnen worden losgehaald en doorgegeven. Dat ze bekeken kunnen worden, dat ze de ander kunnen laten leren en daarna weer teruggebracht worden naar het archief. Op die manier zou de aarde een soort bibliotheek kunnen worden, maar dan wel een waar men zelf aan toe kan voegen en die beweeglijk is.







Wanneer het fundament goed en inclusief is, zal dat wat erop gebouwd wordt ook voor meer draagvlak zorgen. Wellicht kan ik de aardlagen als archief combineren met de lege stukken aarde die gebouwen, straten etc. laten pauzeren.







Een zeewierpark om naar te gaan kijken, met een onder­water­voet­gangers­tunnel van glas die de enige toegangsweg tot het zakendistrict is.







Vrij toegankelijke sterrenkijkcursussen waarvoor gedeelten van de stad verduisterd worden, misschien is deze te combineren met de open vlakte die door Maureen werd voorgesteld.







Ik heb het idee dat de verbeeldings­kracht een sterke en persoonlijke ervaring is, en dat is wat ik wil activeren. Projecties eigenen zich een muur toe op een manier die minder rigide is dan graffiti. Het onbeduidende wordt op de een of andere manier magisch. De manier waarop de kleuren uitrekken en vervagen, zorgt ervoor dat de ruimtes eromheen tot leven komen. Soms vind ik het fijn om ‘s avonds door de stad te wandelen en vreemde plekken of situaties te vinden. Ik focus me vooral op de publieke ruimte, en de herkenning die we vinden in de ruimte om ons heen. Soms maak ik foto’s van vreemde of willekeurige objecten, van misplaatste gebouwen, maar meestal laat ik me gewoon meevoeren door de sfeer van de stad. Ik hoop altijd iets speciaals en onverwachts te vinden; iets toevalligs, maar magisch.







Het schoenendozen-experiment: elke inwoner krijgt in het park een kastje ter grootte van een schoenen­doos toegewezen. Iedere inwoner moet daar (verplicht!) een kleine expositie in onderhouden. Je mag daar foto’s van je kleinkinderen neerzetten, maar ook een uitdraai van je Spotify­playlist. Er worden geen prijzen voor mooie exposities uitgereikt, wel worden de dozen elke dag opnieuw gestapeld, zodat niet steeds dezelfde dozen op ooghoogte staan. Om het bezoeken van de exposities te bevorderen zijn in de directe omgeving picknickbanken neergezet.







Psychologen werken voortaan met coördinaten. Heb je een afspraak, dan krijg je ’sochtends de coördinaten van de plek waar de psycholoog die dag praktijk houdt. Dat kan op een parkbankje zijn, maar ook onder een afdak, op een industrieterrein, op een richel aan de zijkant van het station of in een kathedraal. Hierdoor bouwen mensen een emotionele band op met bepaalde plekken in de stad waar ze over problemen hebben verteld, maar de stad zelf wordt óók geladen met verhalen.







Een stadsezel — aflevering vier.







Burgers hebben het voor het zeggen op de economische markt. De economische groei van de stad is getransformeerd tot een structuur met altijd een positieve uitkomst, waarin de groei van het aantal mensen en alle informatie om hen heen is gebaseerd op altruïsme; altruïsme is het uitgangspunt. Door deze basisstructuur profiteert iedereen wanneer meer mensen rijk worden, het leven wordt voor iederéén beter. De markt groeit, vraag en aanbod nemen toe en met deze groei worden alle nieuwe ideeën en oplossingen betaald. De beloning voor een idee bestaat uit een eerlijke verdeling van de winst op de markt.







De Like-hotspot: hiermee introduceer zou ik mijn positieve idee van de markt willen introduceren. Mijn ‘Like’-blik wordt de valuta van deze stad! De ‘Vind-ik-leuk’-knop / 좋아요 is anoniem, en er is geen optie ‘Vind-ik-niet-leuk’, alleen ‘Vind-ik-leuk’! De denkbeeldige stad wordt overspoeld met Likes: Iemand die een vlucht heeft gemist wordt boos op de luchthaven, maar een ander geniet van dezelfde situatie. Op de markt zal iemand nadat hij durianfruit heeft geproefd besluiten nooit meer durian te eten, maar tegelijkertijd koopt iemand anders de durian van een verkoper die het leuk vindt om naar de verkoper te kijken. Er zijn extreem smalle en brede paden in de stad. De smalle paden zijn druk en de brede paden zijn rustig. De burgers sturen Likes naar zichzelf of naar iemand wanneer er iets goeds gebeurt, wanneer ze hun favoriete eten eten, wanneer ze het naar hun zin hebben of als ze ontspannen zijn. Iedere dag vinden er miljoenen goede gebeurtenissen plaats en worden er miljoenen Vind-ik-leuks gegenereerd. Wederkerigheid tussen mensen zorgt ervoor dat deze Vind-ik-leuks als data in de ruimte opgeslagen. De opgeslagen data vormt een Vind-ik-leuk hotspot op plekken waar burgers zich verzamelen. Positieve gevoelens en fijne herinneringen worden de standaard en deze zijn met elkaar verbonden door de uitwisseling van blikken tussen mensen. Het zal geen verrassing zijn, maar ik denk dat burgerlijke vrijheid en gelijkwaardige visie een grote invloed zouden hebben op tolerantie, afhankelijk van de richting waarin de macht en energie aan de verbinding in persoonlijke relaties zijn ontleend.







Het integreren van verschil. Bijvoorbeeld in de context van het theater, denk aan een voorstelling in het theater die je je herinnert. Ben je zeker van de persoon die je daar werd? Op het moment dat de rollen duidelijk zijn, speel je de rol van de toeschouwer perfect. Misschien is het jouw manier van acteren. Op die manier ben je in het theater zowel als toeschouwer als in de vorm van performer in de voorstelling geïntegreerd. Het publiek kijkt geconcentreerd naar de voorstelling, en is zich zo bewust van de eigen aanwezigheid, dat de textuur van de lucht verandert. Daarom lijken de momenten van het treinongeval (in mijn andere verhaal), te zijn gekerfd door de blikken en warmte die ik met anderen deel. De intensiteit van de temperatuur en textuur van de lucht blijft in ons achter, om ons aan de ruimte te herinneren.







Niet alleen in de harten van de mensen als individu, maar in de harten van de mensen als gemeenschap.





Lucie Fortuin schrijft en doet onderzoek. Ze is geïnteresseerd in collectief makerschap en in haar teksten onderzoekt ze de relatie tussen verbeelding, intuïtie en kennisproductie. Ze publiceerde Digging Dirt, Licking Soil en Our Bodies Covered in Mist en haar werk verscheen onder andere in De Appel, Perdu en Manifold Books. 

Meer van deze auteur

Maureen Ghazal (1995) schrijft poëzie en proza en maakt beeldend werk en performances. In 2018 won ze de El Hizjra-literatuurprijs voor haar poëzie. Ze publiceerde onder andere in De Gids, De Revisor en Deux ex Machina. In 2020 nam ze deel aan het Slow Writing Lab van het Nederlands Letterenfonds waar ze onderzoek deed naar haar geboortegrond in de polder en de invloed van taal op landschap.

Meer van deze auteur

Miri Lee is a choreographer and imprographer who has collaborated with various artists in the realms of visual art, music, science art, theater performances, and poetry. Her work focuses on the realization of momentary images through the interaction with language, light, sound, and objects as well as visualizing abstract perceptive cognition. She initiated the real-time performance platform called ‘Collectief Imprography’ based on collaborative formats for professional artists.

Meer van deze auteur

Joost Oomen (1990) is dichter, schrijver, drummer en performer. Hij publiceerde de bundels Vliegenierswonden en De stort, de novelle De zon als hij valt, de vinylsingles Joost Oomen en Vruchtjes Eten en de roman Het Perenlied. Oomen trad op van Pisa tot Ter Apel, van Viseu tot Vlieland en van de kerk tot het kippenhok. Werk van Joost verschijnt bij Uitgeverij Querido. De Volkskrant riep hem uit tot het literaire talent van 2021.

Meer van deze auteur

Sam ten Thij (1994) is een visuele kunstenaar uit Amsterdam. Hij studeerde fotografie aan de HKU en besloot tijdens de opleiding van digitale 3D technieken zijn specialisatie te maken. Hij werkt met alles dat los en vast zit, van analoge fotografie tot 3D data van Google Maps, en remixt deze tot nieuwe betekenissen. In 2020 was hij te zien op Bredaphoto met zijn werk 'The road to school.’

Meer van deze auteur