Het Grote Macaulay Culkin Dossier

Essay / 01.12.18

Spreek, gedeelte van het geheugen waar Macauly Culkin zich ophoudt

Jan van Tienen

Het idee is te onderzoeken hoeveel ik, enkel op basis van mijn geheugen, kan vertellen over Macauly Culkin. De regels zijn: alles wat ik weet over de man, waarvan ik niet eens zeker weet of ik zijn naam goed spel, haal ik uit het geheugen. Ik zoek niks online op en zal geen anderen om hulp vragen. Ik zal bijhouden wanneer ik precies aan dit stuk schrijf. De hoop was iets te ontdekken over welke plaats Macaly Culkin in het collectieve geheugen inneemt. Maar het liep anders: door het experiment moest ik vooral denken aan het droevige lot van de alcoholist Arno.

maandag 8 oktober, 20.30 u.

Macauly Culkin speelde in Home Alone 1 en 2. Een van mijn eerste herinneringen aan alleen thuis zijn is dat mijn moeder me had voorgelezen uit de Kinderbijbel of Roald Dahl, waarna zij en pa naar een verjaardag gingen. ‘s Nachts werd ik wakker en ging ik in mijn pyjama achter de tv zitten, terwijl ik magere yoghurt met kristalsuiker erin gestrooid at. Ik denk dat ik een videoband had opgezet met cartoons. De hond Lucas leefde nog. Om vier uur ‘s ochtends kwamen mijn ouders aangeschoten thuis, geschrokken dat ik daar op de bank zat.

In die tijd huurden we vaker videobanden bij videotheek Aurora. Coby werkte achter de kassa, haar man niet, die bracht de weekbladenmap rond met de bestelbus waar ‘Aurora’ opstond. Coby had een raspende stem, alsof iemand brandende Marlboro’s tegen haar stembanden had aangehouden. Ik denk niet dat iemand dat daadwerkelijk deed, maar ze rookte zich wel de ziekte.

Mijn neef Saïd had op een dag Home Alone geleend bij de videotheek. We keken de film bij hem thuis op de bank, hij woonde met zijn tante. Ik herinner me die magere, lange man, die er zwerverig uitziet, en een beetje als de zanger van Two Princes (If you, like to call me baby, just go ahead now, etc), en Joe Pesci, de korte, stevige. Zij waren inbrekers. De magere lange stak zijn vieze handschoen in een pot kleingeld en zei: “Sticky Fingers!” Het was wel duidelijk dat het boeven waren.

Ik herinner me niet dat Donald Trump in die eerste film zat, misschien zat hij ook wel alleen in de tweede, ik weet dit door Reddit.

In de eerste film gingen de ouders van Macauly Culkin, die Kevin heette in de film, op vakantie, of weg, en ze waren hun kind vergeten. Ondertussen braken de boeven in, en maakte Kevin ze het leven zuur met allerlei vallen. Kevin was een soort MacGuyver, of The A-Team, iemand die met vernuft en technologie zijn vijanden te slim af was.

In deel 2, die ik denk ik ook met mijn neef Saïd heb gezien, zoals heel veel films uit de jeugd, gaan Kevins ouders alweer weg, en blijft hij achter in New York. Het is een kerstvertelling, er zijn bomen en lampjes. Er is een oude, op de kerstman lijkende man. Donald Trump zal wel in deze film zitten. Kevin vecht tegen dezelfde boeven en wint weer. Er is iets met duiven.

Ik herinner me het koffietafeltje bij Saïd thuis. Niet lang nadat we de Home Alones (en The Turtles, en Star Wars, en Leon the Professional) hebben gezien, gaat hij tijdens het Nintendo’en met een soort fleece-trui op het koffietafeltje zitten. Hij voelt kriebel aan zijn rug, probeert te krabben, maar zijn trui staat in brand, en hij heeft derdegraads brandwonden op zijn hand en zijn rug, van het gesmolten kunststof.

Als troost mag hij nog meer films huren, en we huren er nog een met Macauly Kuclin. Caulcin. Caulkin. Het is iets met een jongetje en een meisje, iets licht seksueels, tienerseksualiteit, zij gaat misschien wel dood aan kanker. Het is een zeer saaie film voor jongens van negen, waarvan er een brandwonden heeft. We hebben spijt dat we niet een computerspel hebben gehuurd bij videotheek Aurora. Supermario 3, of Bucky ‘O Hare bijvoorbeeld. Jammer voor ons. Spijt. Robocop nog maar eens kijken dan.

Einde schrijven: maandag, 20.47 u.

9 oktober, 9.41 u.

“Ritchie Rich!”, zei Peter in de bios, gisteravond, toen ik terloops iets zei over mijn herinneringen aan Mcauly Caulkin. “Ik weet ook hoe je zijn naam spelt: M A…” Toen onderbrak ik hem snel. Dat hoefde ik niet per se te weten.

Einde schrijven: 9.42 u.

18 okt 22.21 u:

Hoe kan ik iets interessants aan mijn geheugen onttrekken over Home Alone, over Mcauly?

Ik dacht tijdens het fietsen aan het overlijden van mijn moeder en hoe dingen zonder ze te bespreken wegzinken. Home Alone kijken hoorde bij een tijd waarin mijn moeder me dingen meegaf, soms woedend, zoals toen ik een fles Seven-up in een keer had leeggedronken tijdens het Nintendo’en. “Achterlijke gek”, siste ze, “straks krijg je suikerziekte.” Oma had suikerziekte, dat wenste ze mij niet toe.

Wat waren die voorwerpen die Kevin gebruikte om de boeven te weren? Het waren huis-, tuin- en keuken-voorwerpen. Mcauly was een kleine held die van zijn ouders de middelen ontvreemdde om de slechte krachten in zijn leven te weerstaan.

Tijdens het studeren verdwenen herinneringen aan Mcauly Culkin naar de achtergrond. Ik geloofde dat ik alles kon vertellen, alles kon opschrijven. Alles was materiaal. Ik geloofde dat alles ook geoorloofd was, als ik het maar had gezien en meegemaakt.

Je wordt ouder en vergeet de dingen uit je jeugd. Voor je gevoel blijven die dingen altijd op dezelfde manier mal of klein. Home Alone, films uit de jaren negentig, series vooral, zoals The A-Team, MacGuyver, het blijft op dezelfde manier knullig en lullig, maar eigenlijk verander jij zelf. God, dit is banaal.

Home Alone. Weet je wie echt Home Alone was? Dat was Arno. Arno de alcoholist van het dorp. Hij trok naar mijn ouders en ons huishouden toe als een mot naar een vlam, het meisje met de zwavelstokjes naar warme huizen. Het jaar waarin ik negen of tien werd zat Arno bijna dagelijks bij ons thuis. Hij nam cd-roms mee met spellen erop, vreemde adventures als Hell Cab. Hij en mijn pa speelden gitaar, ze keken televisie. Arno dronk biertjes. Om 2 uur ‘s nachts zei mijn vader vaak dat hij toch echt naar huis moest.

De volgende ochtend beklaagden mijn ouders zich er dan over, maar ‘s middags keken ze ook angstig uit het raam als Arno bij de slijterij van Tonnie Loef, tegenover de dierenwinkel die ze runden, zijn kistje met flessen jenever haalde. “Soms wel twee keer per week dat hij een kistje met zes hele flessen haalde”, had Tonnie Loef zich op zijn beurt bij mijn pa beklaagd.

Toen ik klein was keek ik Home Alone en Mcauly Caulcin. In die tijd keek ik in de auto naar buiten en zag ik na kerst de sterren en verzuchtte ik dat er meer moest zijn in de wereld. Toen werd ik ouder, ging ik schrijven over mezelf, en kwam ik erachter dat niet alles in je wereld materiaal is om je mee te weren tegen de buitenwereld.

Ik ben soms bang dat het enige dat ik heb meegekregen een paar herinneringen zijn, die me niet helpen te wapenen tegen de slechte krachten van buiten. Maar dat is niet helemaal eerlijk. Dankzij mijn ouders kon ik zorgeloos studeren, kon ik schrijven als iemand die zich niet om geld of status hoeft te bekommeren. Kan ik het hun kwalijk nemen dat ze me ook hun petite-bourgeois neuroses hebben meegegeven, dat ze me hebben bewapend met geld, maar ook met een gevoel nergens ooit echt bij te horen?

Arno kwam naar ons toe, omdat hij bang was om alleen thuis te zijn. Was hij net als ik ook aangetrokken door de duisternis die de familie van mijn moeder omringde? Hoe het ook zij, op mijn, het zal de tiende, verjaardag zijn geweest, 8 maart 1995, werd mijn vader gebeld terwijl er nog verjaardagsbezoek was. Ik voelde me al niet zo bijzonder die dag, het rook heel erg naar bier en sigaretten in huis, wat niet de geuren waren van een echte kinderverjaardag, en terwijl ik tot verdriet van mezelf in mijn eentje een kartonnen dinosaurus in elkaar probeerde te knutselen, hoorde ik mijn pa mompelen, dingen als ‘ach, nee toch’ zeggen. Hij hing de telefoon op en zei: “Opgehangen.” Die nacht huilde ik heel stil in bed, iets wat zich wekenlang elke nacht herhaalde. Ik heb dat mijn ouders nooit laten weten. Op Arno’s begrafenis kwam ik niet, ik werd ook niet uitgenodigd. Hij had een cd van Maryllion aan ons gezin gegeven. We luisterden het nummer Kayleigh.

Arno vond een touw thuis en probeerde zich ermee te verdedigen tegen wat in hem zat. Wat heb ik meegekregen? Een paar herinneringen.

Einde schrijven: 00.35 u

Jan van Tienen publiceerde eerder op De Internet Gids over de herinnering aan Macaulay Culkin en de zoektocht naar de bedenker van de Dr. Oetker pizza Mozzarella. Ook schrijft hij voor De Speld en publiceerde hij bij plekken als Vice en De Correspondent (ooit). In zijn boek De verworvenheden, of hoe je iemand wordt die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn (november 2023) is het verhaal over de mozzarella-pizza opgenomen.

Meer van deze auteur