Hoe wil je de koriander? Fijngesneden?’

‘Wat is dat, fijngesneden?’ vraagt Rafs vader.

Een overdreven zucht. ‘In kleine stukjes, pap.’

Hij ziet vaders handen trillen van ergernis. Dit is waarom Raf zijn vrienden niet thuis durft uit te nodigen. Hoe kan het dat hij op zijn vijftiende al beter Nederlands spreekt dan zijn vader? Er moet twee jaar zijn verstreken sinds zijn vader hem voor het laatst kon volgen.

‘Je begrijpt er helemaal niks van. Kijk: net als oma,’ zegt zijn vader en hij rukt met één beweging de blaadjes van het bosje alsof hij een fles wijn ontkurkt. De koriander vliegt alle kanten op. Wat er overblijft smijt hij op de snijplank, met steeltjes en al. ‘Hier!’

Raf grist de blaadjes bij elkaar en legt ze terug op zijn plank. Vanuit zijn ooghoek gluurt hij naar de snijplank van zijn vader, waarop die met onbehouwen bewegingen lapjes lamsvet in stukjes snijdt. Vervolgens pakt hij de bos peterselie en draait die de nek om alsof het een konijn is. ‘Zo?’

‘Ja, en nu in kleine stukjes. Weet je hoe?’ Raf plaatst zijn hand op het mes en hakt de peterselie en koriander.

‘O, je doet dat zo?’ Op zijn vaders plank heeft het lamsvet ondertussen plaatsgemaakt voor gesnipperde ui.

‘Weet je wat ook kan?’ Er verschijnt een ondeugende glimlach op het gezicht van zijn vader. ‘Geef je mes.’

Raf wijkt voor zijn vader, die meteen de twee messen kruislings in de groene hoop begint te steken. Vaders handen trillen nog steeds en Raf is bang dat hij zichzelf wat gaat aandoen. ‘Mam! Help alsjeblieft, straks verliest hij een vinger!’

‘Ik steek geen vinger meer uit!’ schreeuwde Rafs moeder een week daarvoor aan tafel. Er was zoals gewoonlijk kritiek op de couscous, maar nog belangrijker: Joods Nieuwjaar kwam eraan en ze vertikte het om de hele dag in de keuken te staan voor een stelletje ondankbare betweters. Ze waren door de buren uitgenodigd om aan te schuiven, een aanbod dat ze gelijk aan had genomen. ‘Jullie kunnen aan de andere kant van de heg nieuwjaar vieren als jullie willen, en anders zoeken jullie het maar uit.’

‘Waarom doe je opeens zo moeilijk?’ vroeg Raf.

‘Opeens? Ieder jaar moet ik alles alleen doen, al die stomme gerechten van jullie vader waar hij niks aan bijdraagt maar die ik wel allemaal precies op zijn manier moet klaarmaken. Echt, stik maar in dat lamsvet van jullie.’

‘Een chef kan geen afstand doen van wat zijn handen voortbrengen,’ gromde vader in het Hebreeuws.

‘Laat ons dan helpen!’ was Rafs zus Esther ingevallen.

‘Toe nou, iedere keer dat jullie helpen moet ik na afloop een uur lang de keuken schoonmaken.’

‘Dan beloven we dat we extra goed opruimen.’

‘Alsjeblieft zeg.’

‘Op ons erewoord, mam,’ zei Raf, ‘toch, pap?’

Maar zijn vader reageerde niet. Achteroverleunend in zijn stoel keek hij via de deur­opening naar de tv, terwijl hij met een tandenstoker in zijn mond wroette.

In de woonkamer is de moeder driftig met breinaalden in de weer. Ze concentreert zich op de deken op haar schoot, en fantaseert over de dag waarop ze hem over zich heen trekt en zich afsluit voor het geschreeuw dat uit de keuken komt. Maar hoezeer ze ook insteekt, omslaat, doorhaalt en af laat glijden, de beelden van het slagveld dat ooit haar keuken heette blijven in haar hoofd flitsen.

‘Mam, alsjeblieft, help! Hij luistert niet!’

Insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden. Insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden.

‘Mam!’

Van de schrik laat ze een steek vallen.

‘Ik ben er niet!’ roept ze, en legt haar breiwerk op schoot. Ze heeft last van klemmende kaken, ongetwijfeld doordat ze al dagen in naam van het zoveelste ‘experiment’ haar keuken onteren.

‘Hij heeft er vier eieren in gestopt, dat kan toch niet kloppen? Dan wordt de koekla veel te stevig. Ze moeten alle saus kunnen opzuigen. Mam!’ klinkt het uit de keuken.

‘Je moet twee eieren gebruiken,’ zegt ze na herhaald aandringen.

‘Zie je wel?’

‘Jullie begrijpen er helemaal niks van. Altijd commentaar.’

Geef ze wat tijd, vermaant ze zichzelf. Ze praten tenminste met elkaar, dat is al heel wat. Je nu daarin mengen is als pootjebaden in een kolkende rivier die ieder moment buiten zijn oevers kan treden. Ze probeert de steek weer op te halen, maar haar kaken blijven strak op elkaar. Insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden. Insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden.

‘Hoeveel teentjes knoflook moeten erin?’

‘Teentjes… teentjes? De hele voet!’ antwoordt de vader zonder om te kijken.

Raf grinnikt om de verspreking van zijn vader, wat niet onopgemerkt blijft. Vader haalt zijn schouders op en buigt zich over de kom met koriander, peterselie, ui, lamsvet, ei en griesmeel, waar hij eetlepels kruiden in schept.

‘Doe wat ik zeg,’ snauwt hij. Verbolgen kneedt hij het mengsel. Die jongen neemt ook niks van hem aan. Wat weet hij nou? En waar blijft Esther? Die denkt tenminste niet dat ze alles beter weet. Hij slaat met zijn vuist in de homp en ziet de afdruk van zijn knokkels. Toch te veel ei.

‘Maak jij de koekla af, dan doe ik de saus.’

‘Nee, ik doe de saus wel.’

‘Geef!’

‘Laat me, ik kan het heus in m’n eentje af.’

Hij probeert de bol af te pakken, maar Raf houdt hem achter zijn rug als een demonstrant die op het punt staat om een steen door een ruit te gooien. Vader stormt de keuken uit de woonkamer in.

‘Dat kind van jou is helemaal gek geworden. Je moet helpen.’ Ze breit verder alsof ze niks gehoord heeft. ‘Jij nu ook al?’ begint hij in het Hebreeuws. ‘Wat is dat toch met jullie? Dit kan zo niet langer. Ik ga ervandoor!’

‘Niks daarvan, je gaat nu terug en je maakt af waar je aan begonnen bent,’ snauwt ze terug. ‘De chef kan geen afstand nemen van wat zijn handen voortbrengen, toch?’

Over zijn teruggeslingerde woorden malend sloft hij terug de keuken in, waar hij Raf zojuist de laatste teen knoflook in de pan ziet gooien. De teen plonst in de plas met goudgele ui, de andere tenen liggen al een tijdje in de olie als zeehonden op het strand. Vader wrijft over zijn voorhoofd en slikt zijn woorden in, graait de pot spinazieolie uit de buurt van Raf en voegt een paar lepels toe. Een zware geur neemt bezit van de keuken, zompig en vertrouwd: de geur van zaterdagmiddag in zijn jeugd. Zijn schouders zakken onwillekeurig.

‘En nu?’ vraagt Raf.

‘De rest.’ Zelf giet hij een flinke hoeveelheid water in de pan en vervolgens voegen ze alle delen van de saus toe: aardappelen, hele eieren, witte bonen, bouillon, harissa en natuurlijk komijn. Daarna de koekla. Ze rollen ballen van de homp en bij iedere poging beweert de ander dat de bal te klein of te groot is, alvorens hem in de spinaziebouillon te laten wegzakken. Pas wanneer de pot overstroomt en de goudgroene olie over het gasfornuis kruipt, zet vader de deksel erop en schuift hem in de oven voor morgenmiddag, om vervolgens meteen de woonkamer in te vluchten.

‘Het is perfect! Een negen, wat denk jij, Raf?’

Raf knikt instemmend terwijl hij met een stuk brood over zijn bord dweilt voor de laatste restjes saus. ‘Een tien! Niks aan veranderen! Suf van mam en Esther dat ze weigeren aan te schuiven. Ze weten niet wat ze missen. Laat ze maar bij de buren eten.’

Rafs vader haalt een olijfpit uit zijn mond en gooit hem op een schaaltje. Achteroverleunend pulkt hij met een stoker tussen zijn tanden. ‘Ze begrijpen er helemaal niks van.’

Koekla


Ingrediënten koekla

— 200 gram lamsvet
— 1 bos peterselie
— 1 bos koriander
— 1 ui
— 1,5 eetlepel mix komijn, kurkuma, korianderzaad
— zout
— 1 eetlepel harissa
— 3 eieren
— griesmeel

Ingrediënten saus

— 2 blikken tomatenblokjes
— 2 uien
— 1 pot witte bonen (720 ml)
— 2 eetlepels paprikapoeder
— 1 eetlepel komijn
— 1 eetlepel harissa
— 3 grote aardappelen, geschild en in grove stukken gesneden
— 1 bouillonblokje (groente of kip)
— olijfolie

koekla

Snij de peterselie en koriander fijn en meng ze met de gesnipperde ui. 

Voeg zout, kruiden en harissa toe, meng en gooi er vervolgens drie eieren bij. 

Giet griesmeel bij het mengsel tot het de juiste consistentie heeft. Als je te veel toevoegt, wordt de koekla taai en zuigen ze de saus niet goed op. 

Rol vervolgens balletjes van de koekla (ongeveer zo groot als een kiwi), stop ze in een saus naar keuze en laat lange tijd op laag vuur pruttelen. 

Een geslaagde koekla valt niet uit elkaar, maar biedt nauwelijks weerstand aan vork of mes.

saus

Snij eerst de uien en fruit ze in een flinke hoeveelheid olijfolie tot ze goudgeel zijn. 

Voeg vervolgens de paprika, komijn en harissa toe, roer eventjes, en doe vervolgens de tomatenblokjes erbij. 

Vul een van de blikken met heet water en giet het bij de saus samen met een bouillonblokje. 

Doe vervolgens de aardappelen en de koekla erbij en laat het geheel een kwartiertje koken met een deksel op de pan. 

Voeg ten slotte de witte bonen toe en laat de saus minstens een kwartier sudderen op een laag pitje met de deksel op de pan. Hoe langer je suddert, des te smakelijker de koekla. 

Eventueel serveren met verse koriander en/of peterselie.

Esha Guy Hadjadj

Vic Hoogstoël

Esha Guy Hadjadj (1994) is zelfstandig schrijver, vertaler en journalist. In zijn werk onderzoekt hij hoe we ons verhouden tot een al dan niet gedeeld verleden.

Meer van deze auteur