Jules Séeberger, l’Impasse Traînée uit de serie Le vieux Montmartre, maart 1904. Collectie Musée Carnavalet — Histoire de Paris, CCØ Paris Musées

Wat is het onderwerp van een foto? Of nog preciezer: wie bepaalt eigenlijk wat het onderwerp van een foto is? Vragen waar het woordje ‘eigenlijk’ naar binnen sluipt, krijgen meteen iets verraderlijks, zodat al wel duidelijk is dat er geen simpel antwoord op te geven valt.
In de eerste halve eeuw na de uitvinding van de fotografie kon je van de overgrote meerderheid der foto’s zeggen dat een of meer personen er het onderwerp van vormden: portretten, cartes de visite, familiefoto’s, meestal gemaakt in speciaal daarvoor bestemde studio’s. Het was duur en ingewikkeld om een foto te maken en dat beperkte de actieradius van de meeste fotografen tot een werkterrein binnenshuis, waar ze alle benodigdheden bij de hand hadden, waar mensen in alle rust konden poseren (soms met decoratieve attributen die de fotograaf daarvoor beschikbaar had) en waar de geportretteerde net zo lang stil kon blijven zitten of staan als nodig was om de opname te laten slagen.
Ook toen waren er al wel reizende fotografen die zich op de buitenwereld richtten, een natuurlijke of gebouwde omgeving, maar dat waren veelal echte pioniers, mensen met geld en met chemisch en technisch vernuft, die ook onder lastige omstandigheden konden omgaan met het veeleisende en bewerkelijke fotografische procedé. Pas met de introductie van de draagbare camera rond 1900 trad de fotografie meer naar buiten en konden ook minder technisch geschoolde mensen zonder uitvoerige voorbereidingen betrekkelijk snel en eenvoudig een kiekje maken: van elkaar, van een spontane situatie, van een straatbeeld.
Op het eerste gezicht zou je zeggen dat de hier afgebeelde foto uit die overgangsperiode dateert. Misschien wijst elke opname uit dit tijdvak wel vooruit naar de zich razendsnel ontwikkelende toekomstmogelijkheden van de fotografie. 
De foto lijkt een hybride, enerzijds een portret van een meisje, anderzijds een straatbeeld. Als je je de ontwikkeling van de fotografie evolutionair voorstelt, zou je kunnen zeggen: deze foto heeft nog de vinnen van zijn statische oorsprong binnenshuis, maar ook al de vleugels van zijn toekomstige dynamische gedaante als open­bare straatkunst.

Het meisje

Dat laatste is aardig bedacht, maar het houdt helaas geen rekening met de feiten, noch met de omstandigheden waaronder deze opname is gemaakt. Die zijn deels af te lezen uit de diverse opschriften op het passe-partout, om te beginnen de naam van de maker van de foto, de in Parijs gevestigde textielontwerper en amateurfotograaf Jules Séeberger (1872—1932). Al spoedig samen met zijn jongere broers Louis en Henri, werden ze in hun beginnende fotografische ambities uitgedaagd door competities die de stad Parijs onder het publiek uitschreef.
Het wedstrijdthema waarvoor deze foto werd ingezonden was ‘Le vieux Montmartre’ (Het oude Montmartre). Het van oorsprong Romeinse en buiten het eigenlijke Parijs op een 130 meter hoge heuvel gelegen Montmartre had na de samenvoeging in 1860 met de rest van de stad als 18de arrondissement zijn eigen karakter goeddeels behouden. Tegelijk werd rond de eeuwwisseling duidelijk dat de moderne tijd oprukte en dat het traditionele Montmartre, met zijn tuinen, zijn kreupelhout, zijn oude keienstraatjes en zijn vervallen huizen, geleidelijk aan het verdwijnen was.
En zo stond de jonge dertiger Jules Séeberger op een vroege voorjaarsdag in maart 1904 in een doodlopende steeg genaamd Impasse Traînée, niet ver van de in onze tijd door toeristen overstroomde Place du Tertre, berucht om de overvolle terrasjes, de stadsschilders en de straatcartoonisten. De zeer lange sluitertijden uit de negentiende eeuw behoorden intussen tot het verleden, maar vermoedelijk had Séeberger voor deze opname, die als zilvergelatinedruk werd ontwikkeld, zijn camera nog wel op een statief geplaatst. Het meisje hoefde niet te lang stil te staan, en haar linkervoet, die een beetje los tussen de spijlen van het hek wiebelt, is even scherp als de rest van de foto.

Het huis

Als we van het meisje, via de boven- en onderschriften van de foto, nog verder uitzoomen, dan wordt ‘het onderwerp’ van deze foto steeds groter. Want de keuze van Jules Séeberger om juist dit huis in deze steeg als achtergrond voor zijn foto te kiezen, kan bijna niet toevallig zijn geweest. Wie het afgebeelde meisje was en of zij met hem meegekomen was of daar woonde of ter plekke op straat rondliep, valt niet meer te achterhalen, maar het huis op nr. 7 van de Impasse Traînée was uitgerekend het geboortehuis van Jacques Charles Wiggishoff, in zijn latere leven jarenlang burgemeester van Montmartre, dat wil zeggen van het 18de arrondissement. Deze Wiggishoff was bovendien een van de oprichters en de voorzitter van de erfgoedvereniging Societé du Vieux Montmartre. En misschien nog wel het meest relevante detail: Wiggishoff was lid van de Commission du Vieux Paris, het stedelijke comité dat in 1902 het initiatief nam om de amateurfotowedstrijden te organiseren waarvoor deze foto door Jules Séeberger werd ingezonden.
Wiggishoff werd in 1842 in dit huis geboren, toen deze steeg nog doodliep. In de twintigste eeuw zou hij worden omgedoopt tot de Rue Poulbot en voor voetgangers worden doorgetrokken tot aan de Place du Calvaire. Het zal midden negentiende eeuw — zestig jaar voordat deze foto werd gemaakt — een armoedige toestand zijn geweest om in op te groeien, maar de jonge Wiggishoff, die als timmermanszoon samen met zijn al jong verweduwde moeder enkele jaren later naar een ander adres in hetzelfde Montmartre verhuisde, wist goed vooruit te komen in de wereld. Op zijn achttiende ging hij bij een bank werken. Zijn vrije zondagen gebruikte hij onveranderlijk om te gaan ‘bouquiner’, dat wil zeggen de boekenstalletjes langs de Seine-kaden afgrazen. Dat paste niet alleen bij zijn studieuze en historische belangstelling, hij raakte er ook in de ban van het fenomeen ‘exlibris’, waar hij voor de rest van zijn leven een fanatieke verzamelaar van werd. Samen met zijn echtgenote Hermence Dusuel, met wie hij een zoon en een dochter kreeg, richtte hij in 1876 een parfumfabriek op, die zich voorspoedig ontwikkelde. Als geslaagde industrieel en met zijn belangstelling voor stadsgeschiedenis en stadsontwikkeling raakte Wiggishoff betrokken bij bestuurlijke en politieke zaken, wat in 1882 leidde tot zijn benoeming als adjunct-burgemeester en enkele jaren later als burgemeester van het 18de arrondissement van Parijs.
Wie foto’s ziet van het toenmalige stadhuis waar Wiggishoff zijn burgemeesterskantoor moet hebben gehad — eerst aan de Place des Abbesses en vanaf 1892 aan de Place Jules Joffrin — voelt meteen dat hij intussen een echte notabele was geworden. Maar dat hij zijn afkomst in de wat schamele Impasse Traînee geenszins vergeten was, wordt gesuggereerd door zijn rol als medeoprichter in 1886 van de Société d’histoire et d’archéologie du ⅩⅧe arrondissement ’Le Vieux Montmartre’, waarvan hij tussen 1894 en 1907 als voorzitter fungeerde. Wiggishoff publiceerde diverse boeken en vele tijdschriftartikelen, over parfums en cosmetica, over het exlibris en vooral over de geschiedenis en de stedelijke ontwikkeling van het stadsdeel Montmartre. In 1898 werd hij benoemd tot Chevalier de la Légion d’honneur, een gelegenheid die gevierd werd met een diner voor maar liefst 300 personen, en na zijn overlijden op 2 april 1912 kreeg hij een plaats in een indrukwekkend marmeren familiegraf op de Cimetière Saint-Vincent in zijn geliefde Montmartre.

De stad

Interessant allemaal, maar de vraag is: hebben we het nu nog steeds over deze zelfde foto van dat meisje in die steeg? De hele geschiedenis van de man die toevallig in het afgebeelde huis werd geboren staat niet op de foto, en wordt ook in de bijschriften op het passe-partout niet onthuld. Dus hoe relevant is dit hele verhaal? Als de titel van de foto niet L’Impasse Traînée zou zijn geweest, maar La maison natale de M.J.C. Wiggishoff zou dat anders zijn. Mag ik als toeschouwer zelf bepalen wat ik als ‘het onderwerp’ van deze opname wens te zien?
Dat Wiggishoff op dit adres ter wereld kwam, is zeker toevallig, maar dat Jules Séeberger juist diens geboortehuis uitkoos om het thema ‘Le vieux Montmartre’ uit te beelden, lijkt me een geval van uitgekiende slimheid. Met deze foto wilde hij natuurlijk graag een prijs winnen, dus was het geen slecht idee om niet een willekeurig huis in een willekeurige steeg in Montmartre uit te kiezen, maar juist het geboortehuis van een van de belangrijkste drijvende krachten achter de fotowedstrijd van dat jaar.
Misschien zit het aldus: eerst zien wij op een foto de mensen, dan dringt tot ons door waar ze zich bevinden en ten slotte zoeken of verzinnen we daar de verhalen bij. Ergens tussen die drie betekenislagen beweegt zich ‘het onderwerp’ van de foto, afhankelijk van wie er kijkt. Net als wanneer je in het echt door de stad loopt: je ziet een meisje, er staan huizen en alles is opgenomen in de stroom van de geschiedenis, die zowel terug- als vooruitstroomt. ¶

Maarten Asscher (1957) is schrijver en poëzievertaler. In mei 2025 verschijnt, tegelijkertijd in het Nederlands en in het Engels, zijn boek Oscar Wilde's crucifix. Een biografisch experiment.

Meer van deze auteur