Ik zag onlangs de film Anatomie d’une chute (2023) in de bioscoop. De film volgt een schrijfster die wordt ervan wordt verdacht haar man te hebben vermoord. Zijn lijk wordt aan het begin van de film gevonden door hun blinde zoontje en diens hulphond, Snoop. Snoop wordt gespeeld door de acteur Messi, die in Cannes de ‘Palm Dog’ won voor zijn vertolking.

Messi wint een prijs voor zijn rol als Snoop.

Dit gegeven roept vragen op. Kan een hond eigenlijk wel een acteur zijn? Laat staan een goede acteur, die voor zijn uitzonderlijke prestaties beloond moet worden? Ludwig Wittgenstein schrijft in Filosofische onderzoekingen #250:

“Waarom kan een hond geen pijn veinzen? Is hij soms te eerlijk? Zou je een hond kunnen leren pijn te veinzen? Misschien kun je hem aanleren om bij bepaalde gelegenheden te janken, zonder dat hij pijn heeft. Maar dit gedrag zou het nog steeds aan de juiste omgeving ontbreken om als werkelijk veinzen te tellen.”

Wat zou er precies kwalificeren als een juiste omgeving voor het werkelijke veinzen? Een complete filmset misschien? Met een grote groep bekenden om je heen die zich zodra de filmklapper klapt opeens vreemd gaat gedragen: een andere stem opzet, jou bij een andere naam noemt, en soms dezelfde handeling tientallen malen herhaalt? Zou Wittgenstein niet zeggen dat acteren de manier van handelen is die je aanneemt wanneer je je te midden van een groep co-acteurs bevindt, in een context waarin geacteerd wordt?

Je zou kunnen tegenwerpen dat er voor een hond geen strikt onderscheid bestaat tussen de handelingen die hij op de set verricht en de handelingen die hij daarbuiten verricht, en dat er daarom van acteren geen sprake kan zijn. Maar dan kunnen we ons ook afvragen of een mens ooit in staat is om ‘helemaal’ te acteren. Kun je een passievolle liefdesscène opnemen zonder dat dit enig effect heeft op je off-set verhouding tot je tegenspeler? Dat is onwaarschijnlijk, getuige de grote hoeveelheid Hollywoodkoppels. Kun je overtuigend spelen dat je ruzie hebt zonder dat je hart in je keel gaat zitten? Vast niet, anders zou method acting niet zo populair zijn.

Wat het veinzen van pijn betreft: er is in Anatomie d’une chute een cruciale scène waarin Snoop vergiftigd wordt door het zoontje. Het ziet er ernstig uit: hij ligt op zijn zij op de vloer, zijn mond een stukje open, en beweegt niet meer. Nadat er wat zoutwater in zijn mond is gegoten, komt hij met een schok bij bewustzijn en gaat hij trillerig staan overgeven.

Ik weet niet hoe deze scène gefilmd is, maar ik kan drie opties bedenken. (a) De acteur Messi is gedrogeerd, en de bewusteloze toestand en het ontwaken daaruit dat we zien zijn dus ‘echt’. (b) Messi was bij bewustzijn, en heeft (buitengewoon overtuigend) gespeeld dat hij eerst bewusteloos was en daarna bij bewustzijn kwam. (c) De filmmakers hebben iets vernuftigs gedaan met hondenpoppen en slimme cuts.

Ik heb niet genoeg kennis van het maken van films om in te kunnen schatten wat de meest waarschijnlijke optie is – misschien de derde. Die lijkt me voor Messi in ieder geval het minst ingrijpend. Maar ook in dit geval moet de acteur iets vreemds hebben meegemaakt: eerst toekijken hoe een levenloze pop van zichzelf door zijn co-acteurs werd geknuffeld, en op een gegeven moment inspringen om te spelen dat hij trillend en hikkend bij bewustzijn kwam.

Online is er geen informatie over de scène te vinden. Dat vind ik op zichzelf al vreemd: vraagt niemand anders dit zich af? Zouden de mensen die Messi de Palm Dog toegekend hebben het hebben uitgezocht?

Het is moeilijk om te zeggen of de prijs bedoeld is als een serieus gebaar van waardering voor het werk van het dier, of als een grap, waarbij we kunnen lachen om een hond die op zijn achterbenen loopt. De naam van de prijs, een flauwe toespeling op de prestigieuze Palme d’Or (die overigens ook door Anatomie d’une chute werd gewonnen), doet het laatste vermoeden. Maar misschien is het onvermijdelijk dat, bij het destabiliseren van het onderscheid tussen mensen en andere dieren, oprechte inclusie en spot moeilijk uit elkaar te houden zijn.

Kyrke Otto (1995) studeerde filosofie en klassieke talen en is momenteel als docente en promovenda verbonden aan de Radboud Universiteit. Gedichten, essays en besprekingen van haar hand verschenen o.a. in De Gids, Tirade, Poëziekrant en de Nederlandse Boekengids. Sinds 2023 maakt ze deel uit van de redactie van De Gids.

Meer van deze auteur