Redactioneel
Ik ben Nederland.
We hebben geen model nagestreefd,
waardoor ik werkte.
Sommigen zeggen dat ik degenereerde
maar die waterigheid was
mijn modus.
Een diepe afkeer van de totaliteit
tekende mijn parcours.
Bestanddelen van de eigen cultuur
waren hout en staal
pik en teer, verf en inkt
durf en vroomheid,
geest en phantasie.
Slaven en oorlogsschepen.
Mijn moorddadigheid onder de levensvormen
is gekend als mijn collectieve existentie
in de bestemming vervuilde delta
Ik sprak met de mond van al die rivieren.
Ik was het bijproduct
van een militaire en commerciële onderneming.
Als natie keerde ik
binnenstebuiten.
Wat ik hier stabiliseerde
was een ontwrichting
en ontwrichting bracht ik mee naar elders.
Intussen werd bespiegeld en getheologiseerd.
Ik was daarin eindeloos verdiept
maar wat weerkaatste in mijn ruimte verstierf.
Mijn binnenhuis stond overzee.
Uitgewaaid en ver,
ver weg, verdwergd.
Ik was geen andere landen.
Lang was ik zelf immers vervolmaakbaar.
Nu is de toekomst aan de materie
en zingt mijn geest zich los
uit de volgestorte lochtingen.
De afschaffing van het onderscheid
tussen stad en land
werd hier geprofeteerd
en ik kon het mogelijk maken
maar liet het na.
Ik kwam te vroeg ter wereld
en nu is het laat.
Ik stijg na zoveel jaren nog eens op
en overzie het gebeuren.
de metabolische scheuren.
Wat is toch die infrastructuur
die alles doorrijgt?
Is dit mijn ervaring?
Ik herken mijzelf niet meer…
Er zijn te veel spiegels,
er zijn te weinig spiegels.
Spiegels die besloegen
met roet en neerslag,
spiegels die dof werden
van al het goud en het gom.
Spiegels die in duizend stukken braken.
Daarom ben ik niet meer ulieden spiegel.
Blinkeding, tegenflonkering
vanuit de lucht
zo broos, zo licht
kom ik u tegemoet uit de eeuwen.
Wie zal me straks redden?
Ik niet, maar het water
tussen ons is nog niet te diep.
De nieuwe transitiezones
zullen komen.
Dan kunnen we waden en gezelligheid hebben.
Ik zal reiken naar mijn randen en wrakke plekken
of ze tenminste bekijken.
Dan steek ik eindelijk over
naar mijzelf.
Tot die tijd behoor ik nergens.
Poëzie
Ruimtepuin
Essay
Wat we weggooien vreet ons op
Poëzie
vlek
Verhaal
Nabestaan
Essay
Een ketting van het kwade
Verhaal
De dingen
Poëzie
Gazal
Verhaal
Eindeloos wijd
Essay
Vreemd weer in Tanger
Poëzie
Per ommegaande
Verhaal
Een maanlandschap van as
Verhaal
Kikkers en slakken
Essay
De startbaan. Het werk van Frank Keizer
Essay
Amor vacui
Essay
Nachtgedachten bij ‘Ademen’ van J.C. Bloem
Poëzie
Vier gedichten
Verhaal
De dauwtrappers
Beeld