Redactioneel
bel je moeder
ze neemt direct op en zegt, je neemt varkensspek!!!
je zegt, niet vandaag
ze zegt, je neemt
je neemt het, je neemt varkensspek
je belt je vader in het land der doden en hij doet er even over
je neemt varkensspek dat bak je uit dat vloeibare vet dat eraf komt laat je stollen als een bloem in maanlicht het residu zijn te eren varkensgeesten
jij dichteres, zeg je.
dat wordt vermengd met stroop
stroopvet is het tonicum der arbeiders dat gebruik je op brood je werkt zonder moderne werktuigen negen uur per dag dat is pure brandstof dat stroopvet je neemt varkensspek
ik weet niet wat te zeggen…
je slacht jaarlijks een varken men beseft niet hoe groot een dier een varken is.
je smokkelt boter voor statushouders.
je bakt het spek uit tot reuzel kookt voor de hele week / mensen die televisiekijken.
je smokkelt varkens. runderen. werkt.
je eet buikspek op bruinbrood. natte washand op het voorhoofd aan het einde van de werkdag. dat erf je ook. het is brandstof essentieel als bliksardien en niervet dat de keuken aan het stinken brengt en lyriek.
eet het uitgebakken vel als kroepoek.
uitgebakken snoepgoed.
zuig op de vorige dag als op een maggiblokje.
je bent verwend. drinkt hete boter als ontbijt. laat slijmerige schaduw in de ijskast stollen: daar beneden op een botervloot zwemmen gezichten. je eet pure suikerstroop op tulpenblad omdat je decadent bent. klatergoud over de bol gedropen. je kookt het liefst met maisolie. je kookt vijf generaties wormen op en voert ze aan het varken dat wacht.
je hangt vijf haken naast de keukendeur, hangt ze in de gang, de gedichten. als film.
als een filmmaker plaats je naakte vrouwen tussen aan haken hangende karkassen en ik dacht ik ben een communist ik moet dit mooi vinden ja ik schrijf al jaren over karkassen. helaas heb ik de systematiek van rijen, de systematiek van smokkelaars het gedicht in gemanifesteerd net zoals de maanlichtbloem en binnenkort ook de kalfsleren bank en zweep.
het tonicum der hoofdwerkers, zeg ik. geef me vuur ajb! en ik rook de karkassen het gedicht uit en de wespenzwerm het bruincafé in ik lok het tweede gedicht met brandende koffie. je had haken in de gang hangen waaraan enjambementen hingen te drogen. door het gebruik van slecht geslepen messen bij het creëren van afbrekingen tuimelden strofes klunzig de kelder in.
de stem van god
hij zegt dat ik ongezouten boter moet kopen om aan mijn voorouders te bewijzen dat ik de cirkel heb doorbroken.
mijn beroep bestaat immers uit hoofdwerk en ik ga slordig om met vet waarmee ik probeer te zeggen –
weet één ding, zegt mijn uiteindelijke vader in zijn dodentelefoon, op een dag zul je wel begrijpen –
ik zeg, ik doe hoofdwerk, pa, ik begrijp juist helemaal niks
je hebt duizenden monden met je zout gelul geopend en nu wordt er gebabbeld over rotzooi
waarmee ga je die duizenden monden weer snoeren en vooral ook wanneer?
ik zeg, je neemt varkensspek dat bak je langzaam uit dat vet dat eraf komt laat je stollen als een bloem in het maanlicht wie wil er nou geen bloem?
ik zeg, een overschot aan hete boter wie wil er nou geen standbeeld van zijn eigen schreeuw?
je zegt dat je moet huilen van gaargekookt vlees.
de zoete atmosfeer van dierenboter, zeg ik.
de stem van god, zegt hij.
de stem van god, zeg ik, zegt me dat ik met plezier kraaienpoten de weg op moet gooien.
bon. mijn slagersvader in het land der doden met zijn dodentelefoon in zijn dodenhand vraagt
waarom jij de levende verteller dan zo sloom gooit.
Dit gedicht maakt gebruik van regels uit: ‘dit gaat niet over mij maar over wat mij overkomen is’ uit Godface (De Bezige Bij, 2019) van Asha Karami; ‘Rainy Season’ uit I’m OK, I’m Pig! van Kim Hyesoon (Bloodaxe Books, 2014) en vertaald door Don Mee Choi; een poëtische reactie van dichter en vertaler Yasmine Seale op een titelloos gedicht van Ibn Arabi ‘No more standing it/ Or bearing, now…’ in Agitated Air: Poems after Ibn Arabi door Yasmine Seale en Robin Moger (Tenement Press 3, 2022); ‘Vijf jaar’ uit Er is geen nieuwe dag
Tonicum der landarbeiders
Ingrediënten
— halve kilo varkensbuikspek
— 15 cl water
— braadpan met deksel of grote, diepe pan
— glazen of rvs-kom
— kaasdoek of keukenzeef
— gesteriliseerde bewaarpot (bijv. een jampot)
Verwijder de eventuele vleesresten van het spek en snij het spek in blokjes.
Bedek de bodem van de pan met het spek, voeg daar water aan toe en een snufje zout en breng het geheel zachtjes aan de kook.
Blijf ook als het vocht verdampt is regelmatig roeren. Het vet zal vloeibaar worden en een residu achterlaten, dat naar de bodem van de pan zal zakken – dit kun je later als kaantjes eten.
Zet het vuur uit na drie kwartier tot een uur, als de kaantjes goudbruin gekleurd zijn en het spek een heldere substantie is geworden.
Schep de kaantjes uit de reuzel in de kaasdoek of keukenzeef en laat uitlekken in de kom. Druk goed aan: hoe minder vet, hoe knapperiger de kaantjes.
Giet de reuzel in de glazen pot, laat deze zonder deksel afkoelen.
Wanneer de reuzel volledig is gestold en afgekoeld, kun je deze nog een aantal maanden bewaren op een donkere, koele plek (niet in de koelkast, want dan wordt hij te stijf). De kaantjes kun je als broodbeleg of bijvoorbeeld door stamppotten gebruiken.
Simone Atangana Bekono
Essay
‘Dit is geen kookboek’: over de onbegrensdheid van het gastronomische genre
Essay
De maagwand
Essay
Zij kruiden elkaar
Beeld
Beeld
Essay
Wat de pot schaft
Essay
Alleen de mens bakt brood
Verhaal
Ahla koekla
Poëzie
I.M. Laserpitium
Essay
De geest in het beest. Het zijn van Charles Foster
Poëzie
Twee fuga’s
Verhaal
Voorbede
Verhaal
Avonden zonder kunstlicht
Poëzie
Bedding
Verhaal
Rustig maar
Poëzie
Klets maar, wie zullen we worden als dit gedicht is afgelopen
Essay
Onaangename waarheid
Verhaal
Engelwanen
Essay