ben je bij het vuil gedaan?
bij het weggegooide, bij het afgevoerde,
bij het stukgevallen, afgekloven, aangespoelde,
bij het uitgekotste, dat het meeuwenkind wil eten?

ben je afgezonderd, ben je uitverkoren,
ben je opgegeven, afgestempeld, eerstgeboren
en opgescheept met de vossen, met een wasbeer,
met een stadsduif, met de wolven?

een vader die alleen het afval aan de straat zet.
een vader die iets tussen haakjes plaatst,
en toevallig verklaart, de containers vol maden,
containers vol baby’s, doet alsof het niet bestaat,

zijn belasting betaalt zodat iemand anders
het ophaalt, het afdrijft – alsof hij niet weet
dat een kind in een mandje stroomafwaarts
terug als een zalm de rivier op zal komen.

want hier ben je, en je bent niet afgebroken:
ik herken je aan je moedervlek, je haarlok,
aan je voeten, warmtezoeker, een raket
op weg naar huis, om in te kunnen slaan.

je bent hier, je scheert door het zonlicht,
door de ochtend, het oog van de zondag –
en alle dingen die onzichtbaar leken
zullen bovenkomen, zullen worden opgegeven.
ook meeuwenvaders hebben rode stippen op hun snavels.

Kyrke Otto (1995) studeerde filosofie en klassieke talen en is momenteel als docente en promovenda verbonden aan de Radboud Universiteit. Gedichten, essays en besprekingen van haar hand verschenen o.a. in De Gids, Tirade, Poëziekrant en de Nederlandse Boekengids. Sinds 2023 maakt ze deel uit van de redactie van De Gids.

Meer van deze auteur