Dankzij de Maand van de Filosofie stond april in het teken van techniek, mei is traditioneel de maand van het herdenken. Dit nummer van De Gids haakt aan bij beide onderwerpen.

Ons dossier Mens & Machine opent met de Kousbroeklezing die Maxim Februari op 11 april hield in De Rode Hoed: een pleidooi om het menselijke in de techniek te zien en om de ethische en humanistische kant – de typische alfa- en gammabenadering – meer ruimte te geven in het denken over techniek. Die alfavisie, aldus Februari, is hard nodig willen we onze politieke vrijheden, individuele rechten en menselijke waarden overeind houden in de voortrazende technologische ontwikkeling.

Hoe diep die technologische vernieuwing, vooral op digitaal gebied, in ons leven binnendringt, is het onderwerp dat de Amerikaanse schrijver Matthew Stadler aansneed in zijn Benno Premsela Lezing, die hij afgelopen november op uitnodiging van Het Nieuwe Instituut hield in de Portugese Synagoge in Amsterdam. De gangbare opvattingen over binnen en buiten, privé en openbaar zijn door die voortschrijdende ontwikkeling op hun kop gezet. Onze hedendaagse privéruimte, ons interieur, is een virtuele ruimte waarin men zich hooguit nog onbespied kan wanen, maar dit al lang niet meer is. Het scherm biedt niet alleen een venster op de wereld, maar sluit ook aan op een alomvattend observatienetwerk, dat niet aan regels is gebonden. Die wetteloosheid maakt een nieuwe manier van denken over interieurontwerp noodzakelijk, waarvoor Stadler een aanzet geeft.

Wiebe Brouwer, ten slotte, verdiept zich in de robotica en verkent, na weer een echtelijke ruzie, de mogelijkheden van de gemotoriseerde levenspartner. Ook op dit vlak zijn de technologische ontwikkelingen nauwelijks nog bij te benen, al kwam Brouwer erachter dat de conversatie met de machine in elk geval ‘voorlopig nog prut’ is. Maar een goed gesprek is naar zijn overtuiging niet het enige wat verloren gaat in de gemechaniseerde liefde.

Aan de vooravond van onze nationale herdenkingsmaand formuleert Hans Goedkoop een antwoord op de terugkerende vraag: hoe te voorkomen dat het jaarlijkse herdenken verandert in de herhaling van een loos ritueel. Hoe kan het verleden levend worden gehouden voor generaties die steeds minder met de oorlog opgroeien? Zijn antwoord is toegespitst op de herdenking in het Oranjehotel in Scheveningen maar heeft een strekking die daarboven uitstijgt. Vandaar dat wij het graag ter overdenking meegeven, nu de meidagen eraan komen.

Daarnaast valt in dit nummer te genieten van nieuwe poëzie van Joost Zwagerman, een uit het Armeens vertaald verhaal en een gevulde boekensectie.

Namens de Gids-redactie,
Annet Mooij

Annet Mooij (1961) is zelfstandig onderzoeker en voormalig hoofdredacteur van De Gids. Zij schreef onder andere over de geschiedenis van de geneeskunde in Nederland, de Februaristaking en de Volkskrant. In 2013 verscheen de biografie Branie. Het leven van Mina Kruseman (1839-1922). Momenteel werkt ze aan de biografie van Gisèle d’Ailly-van Waterschoot van der Gracht.

Meer van deze auteur