in grote lijnen heb ik het verhaal
gehoord dat golven breken en listig
wegkijken de grond van het geluid

van de golven heb ik gehoord dat zout
rondzingt in de ruimte van gebaren
– monotoon, volhardend, verticaal –

van de golven uit de derde, vierde lijn
heb ik vernomen dat van alle kleuren
het donkere geluid niet wordt gehoord

het donkere geluid van de golven
het geschokte kwarts van de zee, van de
zee het water, de wateren een muur

Het gedicht ‘in grote lijnen’ is het vierde vers van de vijftiende cyclus uit de bundel Bijgeluiden, die dit jaar gereedkomt.