In de polder staat een stalen container. Er is ruim vier eeuwen aan gewerkt door een groep van wetenschappers, ingenieurs en filosofen. In de container groeit een landschap. De container is een alchemistische samensmelting van klimaatbeheersing, kunstlicht en gedoseerde water- en voedingsdistributie. Er groeien tomatenplanten in.  

Het is het perfecte landschap van gelijkheid. Door permanente observatie wordt iedere plant op haar wenken bediend en krijgt via buisjes precies wat zij nodig heeft. No Plant Left Behind. Het landschap is veilig omdat alle kwaad is buitengesloten. Alles is er rechthoekig behalve de planten die lustig hun eigen weg naar boven kronkelen. Ze kunnen tot veertien meter lang worden. Ze zien er opge-togen uit.

Trotse woordvoeders leggen uit dat de schepping eigenlijk een zooitje was. De grond was te onregelmatig, te zwaar en te vies. De zon was als een puber die steeds zijn verantwoordelijkheid voor gelijkmatigheid ontdook. Het grootste deel van het jaar schaadde hij de planten door te hard te schijnen. De enige goede zon was de februarizon. Met name in de zomer was de zon een folteraar, die de planten pijn deed met zijn felle stralen. Hij zal alleen worden gedoogd om wat stroom te leveren voor de hardware. En water geven deden we al eeuwen, zij het slordig. Virussen en schimmels die de planten zouden bedreigen zijn buitengesloten. Er komt geen bestrijdingsmiddel aan te pas omdat er niets meer te bestrijden valt.

In het anti-landschap is groei perfect geregeld. Wordt er barbecueweer verwacht, dan zet je de container iets harder, bij schaatsweer iets zachter. Het licht is roze-paars en bevat alleen dat deel van het lichtspectrum dat nuttig is voor fotosynthese. Wie uit de container stapt ziet de rest van de wereld letterlijk in een gele nostalgische waas. Het leven buiten de container is barbaars. Het landschap zoemt niet meer van bijen, maar van regelmatig draaiende ventilatoren, het enige uiterlijke teken van leven. De tomaten zijn rood en heerlijk. Als er ooit architectuur was die ‘fuck context!’ kon zeggen, dan is het deze. In onze mars naar wraak op God is de container de eerste bouwsteen van de nieuwe Hof van Eden. Net als de Hof van Eden is de container plaatsloos en universeel. Een stukje plat land heb je nodig, meer niet.

In de volgende versie van de container kunnen misschien ook dieren wonen. En daarna is de vermoeide mens aan de beurt en is het paradijs herschapen. Mocht nu de apocalyps aanbreken, dan hebben we in ieder geval lekkere tomaten.

OMA is an international practice operating within the traditional boundaries of architecture and urbanism. AMO, a research and design studio, applies architectural thinking to domains beyond.

Meer van deze auteur