De man die de deur opendeed, leek in veel opzichten op zijn stem aan de telefoon de dag daarvoor: rustig en bedachtzaam. Zelfs aantrekkelijk. Zijn grijze afro was indrukwekkend, het was alsof hij uit de jaren zeventig van de vorige eeuw was geplukt en in het heden was geplaatst. Zijn maatpak, glanzende schoenen en ronde bril verraadden zijn beroep: hij moest een arts of een professor zijn, dacht ik.

Hij wilde een nieuwe keuken, iets dat paste bij zijn beroep, had hij me verteld. Maar hij had in het midden gelaten om welk beroep het ging. ‘Jouw voorkomen en werkwijze bij de buren beviel me goed,’ zei hij. ‘Je leek precies te weten wat je deed. Vandaar mijn keuze voor jou. Je moet dat vertrouwen niet schenden, jongeman.’

Zijn rustige stem maakte me nieuwsgierig naar hem en zijn leven. Ik stelde hem al in gedachten voor: groot, oud, vol wijsheid, een man die innerlijke vrede uitstraalde. Zo’n stem als de zijne bracht mensen naar een oase van rust of in vervoering. Met zo’n stem was alles mogelijk.

Dat hij donker was, had ik niet uit zijn stem af kunnen leiden.

Hij woonde in een wijk van onze stad die gericht was op een duurzame toekomst: de huizen waren zelfvoorzienend met nadruk op het hergebruik van alles: van water tot afval, een milieubewuste wijk waarvan ik droomde dat ik er ooit met Eva zou gaan wonen, maar ik wist dat dat nooit zou gebeuren.

Het huis dat ik binnentrad was smaakvol ingericht, de melkwitte muren waren versierd met Afrikaanse maskers die diep in gedachten leken verzonken, wat de omgeving van zwarte en witte stoelen en tafels opvallender maakte. Nee, hij was geen arts of professor, dacht ik, maar vast een kunstenaar, een maker van maskers of van kunst waarvoor veel betaald werd.

Maar hij barstte in lachen uit toen ik hem daarnaar vroeg.

‘Ik heb een carrière gemaakt met het verwezenlijken van de dromen van anderen,’ zei hij. ‘Je hebt zeker van me of mijn beroepsbeoefenaren gehoord. Die flyers over de dromenhandelaren?’

De verbazing op mijn gezicht dwong hem om te zeggen: ‘Alles wat je hier ziet en nog meer, jongeman, heb ik vergaard door dromen tot werkelijkheid te maken. Ik handel in dromen, vooral in die van anderen.’

Zijn stem klonk rustig, bijna magisch, de woorden voerden me naar momenten van uiterste ontsnapping. Hoe kon een stem zo’n effect hebben op een mens, op mij? vroeg ik me af toen het moment wegebde.

Mijn beroep als klusser heeft me naar bijzondere ervaringen geleid. Ik heb tedere momenten gekend, maar ook verdrietige dingen aanschouwd. Uit de stemmen van mensen kon ik afleiden of ze elkaar liefhadden of verguisden. Ik luisterde naar ze als ik aan het werk was.

‘Mijn keuken moet mijn leefwijze weerspiegelen,’ zei hij. ‘Een plek waar ik de beste gerechten voor mijn klanten kan maken. Hun tevredenheid is mijn prioriteit.’

De keuken die hij in gedachten had moest voorzien worden van veel kleine lades. ‘Die zijn voor mijn kruiden. Ik heb veel kruiden nodig voor mijn werk en mijn gerechten. Kort geleden ben ik begonnen ze zelf in mijn tuin te verbouwen.’

Hij nam mij me mee naar zijn tuin waar ik, in plaats van bloemen en planten, een moestuin van exotische kruiden, groenten en planten zag. ‘Van deze groenten en planten maak ik mijn bijzondere drankjes en gerechten.’

Ik besloot de proef op de som te nemen door hem een onmogelijke opgave te geven.

‘Ik heb een droom,’ zei ik toen hij klaar was met de rondleiding door de tuin.

‘Als je klaar bent met mijn keuken, help ik je jouw droom waar te maken,’ zei hij.

Omdat hij precies wist wat hij wilde, heeft het ontwerpen en installeren van de keuken niet meer dan een week geduurd. Al zo lang als ik bestond, al dertig jaar, was ik grotendeels verliefd op de dochter van mijn moeders beste vriendin. Eva en ik hadden nog altijd contact met elkaar, maar niks in haar gedrag heeft mij ooit ertoe gebracht om met haar te daten. Haar onverschillige houding maakte dat onmogelijk. De jaren gingen voorbij en ze huppelde van de ene relatie naar de andere. Ik wilde haar hebben. En dat vertelde ik de dromenhandelaar.

‘Alles draait om de liefde, nietwaar?’ zei hij toen ik klaar was met zijn keuken en hij een gerecht had gemaakt dat een voorbereiding op mijn avontuur zou moest zijn. Het was pepersoep met heel veel vis en met kruiden uit zijn tuin. Het was zo heet, het bracht tranen in mijn ogen.

‘Met deze soep gaan jouw ogen open. Al die jaren ben je blind geweest,’ zei hij.

Over zijn onkosten zei hij zonder aarzeling: ‘Ik heb een voorschot van duizend euro nodig als consultatiekosten.’

‘Duizend euro?’

‘Liefde is een dure zaak, jongeman. Beschouw het als een investering. Omdat je goed voor mij bent geweest, vraag ik niet meer dan vijfduizend euro voor al mijn inspanningen. Bij anderen vraag ik tienduizend of meer.’

‘En betalen ze dat echt?’

‘Laatst kwam de trainer van de succesvolste club van het land mijn hulp vragen. Ik heb hem om honderdduizend euro gevraagd. We hebben allemaal een bevestiging nodig dat we ertoe doen, jongeman. Het bereiken van dromen geeft ons een gevoel van eigenwaarde.’

Een innerlijke stem waarschuwde me dat er iets niet klopte aan de hele zaak.

‘Wat als het jou niet lukt?’

‘Jongeman, als het mij niet lukt – maar het gaat mij wel lukken – geef ik je jouw geld terug.’

Zijn vertrouwde stem wuifde mijn twijfel weg.

‘Ik breng je de vijfduizend euro morgen.’

Toen zei hij iets ongelofelijks: ‘Ga nu naar huis en neem contact met Eva op.’

‘Zo makkelijk is het niet.’

‘Vraag haar om uit eten te gaan. Je zult versteld staan van haar antwoord.’

Het duurde een week voordat ik weer bij hem langs ging.

Bij de deur zei hij: ‘Het heeft gewerkt, nietwaar?’ De lach op mijn gezicht had me verraden.

‘Eva bleek van mij te houden.’

‘Nooit meer twijfelen aan jouw dromen, jongeman.’

Hij hield me bij mijn schouders vast. ‘Zorg ervoor dat mijn vijfduizend deze week op mijn rekening staat.’

Jaren later kwam ik hem tegen op de markt, onberispelijk gekleed en in het gezelschap van een dame van een bijzondere schoonheid. Ik zwaaide naar hem, maar hij zwaaide niet terug. Hij leek me niet te hebben herkend. Maar ik had mijn Eva. Meer kon ik niet vragen.

Vamba Sherif (1973) is in Liberia geboren en deels in Koeweit en Syrië opgegroeid. Hij schreef vijf romans, waarvan de meest recente De zwarte Napoleon is. Zijn werk werd vertaald naar het Engels, Frans, Duits, Spaans en het Indiase Malayalam. Vamba Sherif behandelt thema’s als migratie, thuishoren, liefde, kolonialisme en de spanning tussen de gematigde en de radicale islam. Hij werkt aan een nieuwe roman.

Meer van deze auteur