a blind ember and a sighted ember

misschien, merkt H. op, zijn westerse kunstenaars vaak met licht bezig omdat het licht hier steeds verandert, en zijn er daarom niet de vele ramen en ruiten waardoor het licht breekt en binnentreedt en door het water bewegende vlekken op de wanden werpt, daar kijken we onbewust naar, het leidt mijn aandacht af of is aan de randen van mijn waarneming, als een knappend vuurtje

nu regent het, nu straalt de zon – zo onstuimig! zonder ophouden wisselen in de zon waaiende banieren en bewolking elkaar af

in het project had de kunstenaar een boek gemaakt met voorop de titel in letters gedrukt en de tekst binnenin in braille. als het boek geopend wordt door een ziende bezoeker, die verwacht de tekst te kunnen lezen maar slechts pagina’s in braille aantreft, zal zij aannemen dat het gaat over wat de titel aangeeft, zij baseert zich louter op de titel en beseft amper het gebrek aan informatie, terwijl een blinde bezoeker die de inhoud in braille kan lezen zich niet bewust zal zijn van de misleidende titel en niet zal beseffen dat de ziende bezoeker een geheel andere indruk heeft

ember: gloeiend stukje kool of hout; in meervoud sintels, gloeiende as, smeulend vuur.

a blind ember and a sighted ember is een mislezing van iets wat ik oppikte uit een beschrijving van het werk van X. mij deed denk ik het vreemde ‘a sighted member of the audience’ haken en omdat ik met vuur bezig was en tegelijk liever bij membraan bleef dan bij membership wiste ik de ‘m’ wat deze mutatie opleverde

waarom kunstenaars ‘mensen van de kunst van het rood en groen’ werden genoemd?
omdat het groene plantenleven antwoordt naar het licht en haar brandstof is

de wind is gaan liggen en rimpelt nog slechts het water
bladeren, kleine takken warrelen, ze omhelzen een laatste keer
de innige takken en de eeuwige boomstam
ze omhelzen haar met een haag van licht

De regel baseert zich op geschiedenis

zij ademen en mediteren alvorens te schrijven of schilderen

het teken voor mediteren bestaat uit spreken en groen, groen bestaat weer uit het teken voor produceren of groeien boven het teken voor rood – hetgeen een levendig pictogram vormt voor de beschrijving van het proces van groeien als ‘branden van leven’ en de schilders en schrijvers die mediteren als ‘vragen naar het vuur van het leven’

ember days: terugkerende dagen van bidden en vasten in elk seizoen, in elk deel van het lichaam, ze zijn niet ongebreideld, ze worden pas leden van een groep als er een probleem is, het groeperen is als het ware antwoorden op een roep. volgens D. is een publiek geen groep maar zij kan het worden als iets ze verbindt

Daar komt de bias aan

als ze het boek lezen en het begrip een vijfpuntig net vormt
als ze het te snel willen begrijpen valt het net uiteen
en als ze ontdekken dat er verkeerd is gelezen?
zolang ze hetzelfde lezen kunnen ze evengoed blind zijn
als de leden begrijpen dat ze verkeerd hebben gelezen zijn ze vaak snel afgebrand
de teleurstelling doet ze wegkwijnen, sommigen blijven gloeien en vurig
als zij het kunstwerk gezamenlijk zien, gaan ze andere dingen ook anders zien
als ze begrijpen dat ze verkeerd begrijpen zien ze beiden iets nieuws

ze komen er pas achter als ze er samen over praten

Voelen omdat je niet kunt zien

in een bos wend ik me tot de bomen. in een groep wend ik me tot de mensen. in een beeldenstorm tot beelden, tot informatie – we alight them with life. ze leggen een gloeiend kooltje waar de pijn het sterkst is en laten dat gloeiend liggen totdat het door de huid zelf wegspringt. dat is de remedie van de Samen

wat opent verbergt ook. de letters beschermen het woord, het oog is een rijpaard. ik versta karikature voor character, upperbed verbergt alfabet, choreography calligraphy. 
K. zegt dat de sonatas en interludes van Cage meditaties zijn die de oppervlakte stil maken zodat het innerlijk op kan bloeien

Ik kijk zelf wel

als Elchi de instrumenten draagt, sommigen noemen ze oorsieraad, schermt ze haar blikveld af en kan haar blik kracht verzamelen. ze schrijft, als je verblind bent word je deel van de machine, in plaats van lezen worden de letters uitgewist. als de bezoekers hetzelfde zien voelt dit niet als verliezen maar als winst. onwetendheid werkt door het publiek als een membraan, niet een trommel. zij wil met de geest zien in plaats van met de ogen. alle rietpijpen fluiten. pan is muziek maar ook paniek

my cloud embroidered banners flapped on the wind ‘de paarden rekken hun hoofden uit verlangen naar hun oude huis en weigeren door te gaan. mijn hart raakt zwaar na onze vlucht tussen de met wolken geborduurde banieren en drakenvleugels’

onderweg naar B. bij het centraal station kom ik mensen in drie- en viertallen tegen met mutsen op en bontkragen, het licht is droog en fel, ze dragen zonnebril en pikhouweel in deze hoogvlakte van de stad. nu ben ik terug en begin te lezen in Iter Lapponicum van Linnaeus. L. hij beschrijft wel zijn kleding en de omgeving waar hij doorheen reist maar niet zijn paard, het is of het paard niet bestaat, hij heeft geen oogkleppen nodig. er komt een kleine vrachtwagen voorbij van de Blinde wasserij, helemaal uit Heerenveen

Heb ik dit allemaal nodig?

wapperen de banieren bij de poort van Lych?
warren de woorden als je de wolk opzoekt?
ze zei, ik kijk zelf wel
het was het teken voor paard
hun hoofden omgedraaid
uit verlangen terug te gaan

wapperen ongebreideld de banieren bij de poort?
omdat ik niets zag, kon ik niet door
de poort is een wijde horizon
maar ik heb randen nodig

wat mezelf betreft, heel lang drong de route van het project niet tot me door en nog steeds moet ik het mezelf inprenten, zo werd ik afgeleid door de mutatie die zich voltrok in a blind ember and a sighted ember of the audience

ik heb een geduldig publiek nodig. geduldig en bereid
wanneer je geen geduld hebt kun je snel iets meenemen en later terugkeren

als ik begrijp dat ik niet steeds hoef te kijken verlies ik minder

je moet het kunnen voelen
omdat er bijna geen blinde bezoekers zijn betast ik de inhoud in braille

Je moet het kunnen voelen

de lutins tellen niet alle gevallen bladeren
ze maken een schatting
als de boze antropologen onze blinden vlekken tonen
als de kermis komt schilderen we ons gezicht zwart
als de kennis komt is ze wit weggetrokken
als de suikerbiet komt is ze vergeten dat ze kleur heeft
de kennisbiet somt samen pijn op, briljante kermispaarden in gebrandschilderde ramen, relevante membranen voor ongebreidelde organen, broncodes in gedroomd amber, smaragdhagedis op de getekende rots opgewarmd, gesmoorde embryones, meisjesachtig orakelbotten verstoren, om de dag loven, grauw bias breit somber een zwarte wolk die de berg oplost, ostia oscillaties

is de ontmoeting een botsing tussen iets van jezelf en iets van de ander en door de botsing is er een opening en wordt realiteit? is dit wat het zinnetje bewerkt dat me vergezelt sinds ik het tegenkwam in de tuin van Chyra, en zal de ontmoeting vijfpuntig zijn?

marwin vos (1962) leeft en werkt in Amsterdam. Haar laatste boek, wilde dood, werd onderscheiden met De Grote Poëzieprijs 2023. Ander werk omvat het leven van sterren (2019) en oorlogspaarden tot in de buitenwijken (2015).

Meer van deze auteur