‘Anxiety! Serenity!’ – hoe vaker wij het motto van het Holland Festival 2009 door het redactielokaal van De Gids lieten schallen, hoe meer wij begonnen te klinken als hippie-ouders die hun kinderen binnenriepen voor het eten, en hoe meer ik persoonlijk moest denken aan de vader van George Costanza, Frank, die in een klassieke aflevering uit de serie Seinfeld, bij wijze van ‘anger management’, om de haverklap zijn handen ten hemel heft en roept: ‘Serenity now! Serenity now!’ Maar ik dacht ook aan al die rijke pensionado’s in Florida, met hun paarse permanenten en geruite bermuda - shorts, die hun plezierjachten zo graag ‘Serenity’ dopen, in de verwachting daarmee alle narigheid in de wereld op afstand te kunnen houden. En één keer heel voorzichtig die woorden googelen, en de zelfhulpboeken met de snelste weg ‘from anxiety to serenity’ vliegen je om de oren.

Bij ‘anxiety’ solo blijkt de oogst overigens groter en zwaarder dan bij ‘serenity’: de hele twintigste eeuw valt met de deur in huis, een eeuw die al vanaf de Eerste Wereldoorlog en daarna steeds opnieuw door dichters en filosofen ‘The Age of Anxiety’ werd genoemd – en om verdomd goede redenen. En door 9/11 lijkt hij nog eens geprolongeerd te worden ook, zij het dat dit monster zich inmiddels in een duizelingwekkende veelvoud heeft opgesplitst. Hoog tijd, vonden wij – en wij zijn het Holland Festival dankbaar voor de aanleiding voor dit semi-themanummer – om te proberen weer eens wat perspectief te geven aan twee begrippen die zowel gezamenlijk als ieder apart zo langzamerhand een huiveringwekkend holle echo hebben gekregen.

Tijd om een poging te wagen de volheid en de diepte, die ze wel degelijk te bieden hebben, uit die holle nagalm terug te vorderen – bij monde van een aantal denkers die weten waar ze over praten en dichters die weten waar zij over zingen.

Met opgewekt gemoed de druk van de beleving weerstaan in een postseculiere cultuur, in ontvankelijkheid voor het ene ‘gelâzen’ zijn, nietsdoend door de poort van de veelvuldige wonderwerking trekken, East meets West, Angst meets Niets, Niets meets Alles, in luisterrijke bijdragen van ervaringsdeskundige denkers als René Boomkens, Kristofer Schipper, Gerard Visser, idem dichters als Maria Barnas, Pieter Boskma, Alfred Schaffer en Rogi Wieg en dito prozaïsten als Hedda Martens, Mary O’Neill en Martin Bril.

Namens de Gids-redactie,
Roel Bentz van den Berg