Beuker van de geschiedenis Rem op de tijd Jij Bom Heelals speeltuig Machtigste hemelkaper Ik kan je niet haten Haat ik de snaakse bliksemstraal de ezelskinnebak De knoestige knots uit oerste tijd goedendag dorsvlegel bijl Catapult Da Vinci tomahawk Cochise vuurslag Kidd dolkmes Rathbone Ah en het droeve wanhoopspistool van Verlaine Poesjkin Dillinger Bogart En draagt St.-Michiel geen vlammend zwaard St.-Joris geen lans David geen slinger Bom je bent zo wreed als de mens je maakt je bent niet wreder dan kanker De mensheid haat je sterft liever in het verkeer bliksem verdrinking Val van het dak elektrische stoel hartaanval ouderdom ouderdom O Bom Liever door wat ook dan door jou Doods vinger is zijn eigen baas Niet aan de mens of je barst of niet Dood heeft allang zijn categorische blauw verspreid Ik bezing u Bom Doods uitspatting Doods jubelfeest Steen van Doods alleredelst blauw De vlieger stort neer zijn dood in conflict met de klimmer die valt Dood door cobra is geen dood door rot varkensvlees Een sterft in moeras een ander in zee weer een door de harige man in het donker Daar is dood als de heksen van Orleans Griezeldood als Boris Karloff Dood zonder voelen als geboortedood zonder rouw als oud zeer Bowery Verlaten dood als de Doodstraf deftige dood als senator En ondenkbare dood als van Harpo Marx de meisjes op Vogue de mijne Ik weet niet hoe gruwelijk Bomdood echt is kan het hooguit bedenken Maar ik weet geen dood met zo’n komische generale Ik pak een stad New York City stromen starogend metrokelder Schuilende tigtallen een plukje mensdom Hoge hakken knikken Hoeden tuimelen weg Jeugd vergeet te kammen Dames zonder idee wat te doen met hun winkelbagage Stoïcijnse snoepautomaten maar gevaarlijke 3de rail De Ritz Brothers uit de Bronx betrapt in lijn A De lachende Schenley-affiche lacht voor altijd Schelmse dood Sater Bom Bomdood Schildpadden ontploffen boven Istanbul De jaguars volapié zinkt straks in de poolsneeuw weg Pinguïns tegen de Sfinx gesmakt De top van het Empire State in een Siciliaans broccoli-bed gespiest De Eiffel krom als een C in Magnolia Gardens St.-Sophia bladdert boven Sudan O atletische Dood Sportieve Bom De tempels uit oude tijden hun statig verval ten einde Elektronen Protonen Neutronen binden het Hesperisch haar gaan langs Arcadiës rouwrijke golf ontmoeten marmeren roergangers betreden het laatste amfitheater met een hymnisch gevoel aller Trojes vooraf aan cipresranke toortsen wedkampen om pluimen en wimpels maar avoueren Homerus met sierlijke tred Zie het uitteam van Heden het thuisteam van Verleden Lier en tuba gaan gepaard Hoor de hotdog prik druif olijf gala-galactische toga’s uniformen van bobo’s O blije tribunes Etherisch frisbier gejuich en gejoel Myriadenpubliek aller tijden Zeus’ eigen pandemonium Hermes loopt tegen Owens De Spuugbal van Boeddha Jezus mist slag 3 Luther steelt derde honk Planetarium Dood Hosanna Bom Beplens de laatste roos O Lentebom Kom in uw kleed van knallend groen ontdreig het ongerept oog der Natuur Vóór u gekaperd Verleden achter u joehoeënde Toekomst O Bom Spring door de grazige schetterlucht als de bjeaagde vos tally-ho Uw akker het heelal uw heg de geo Dans Bom huppel dartel hot en haar De sterren een bijenzwerm in uw schranstas Plak engeltjes op je vreugdevoeten Wielen regenlicht aan je stugge kont Je tijd is daar en zie je tijd is nou en de hemel is met jou Hosanna aangloeiende glorieuze vrijage BOM O wilde antifoon gesmolten kier BOEM Bom scoor oneindigheid een plots inferno spreid uw menigvuldig omvaamd Revier Ontvouw een schrikscenario Kadaversterren knekelplaneten karkaselementen Kreng heelal hei-hei vinger-in-je-mond wip over zijn ach zo lang al dode Noch Blaas cataracten hemelse zombies uit uw begoocheld troebel spastisch oog Baar golven gorgoonse wormen voort uit uw naamgevende schoot Rijt open je buik O Bom eruit zwermen vluchten aasgrage annunciaties Sla uit je beloverde hyenavingerstompjes langs het randje van het paradijs O Bom O laatste Rattenvanger troon zon en vuurvlieg in uw schokwals mee God keizernaakt achterlatend onder Zijn poederen ijlapocalyps Hij hoort niet uw gepijp van zalig de dag-profanaties Hij is doof in ’s Dempers wrattig oor gemorst Zijn Rijk een eeuwigheid van grove smeer Verstopte bazuinen onttromp Hem Gezegelde engelen ontzing Hem Een donderloze God Een dode God O Bom uw BOEM Zijn doem Dat ik voorover leun op een geleerd bureau een astroloog dilettant in drakenproza halfgis in oorlog bommen ja vooral bommen Dat ik niet haten kan wat liefhebben vereist Dat ik niet zijn kan in een wereld die gedoogt een kind in een park een stervende op een elektrische stoel Dat ik om alle dingen lachen kan al wat ik weet en niet weet om zo mijn pijn te verhelen Dat ik zeg dichter te zijn en dus heel de mens bemin wetend dat mijn woord de aloude profetie van alleman is en mijn onwoord evenzeer gepreekte kennis Dat ik menigvuldig ben een die de grote leugens van het goud najaagt of een dichter dolend in lichtende as of dat wat ik me verbeeld te zijn een haai-getande slaap gedroomde menseneter Ik hoef dus niet heel gis te zijn in bommen Gelukkig maar want als ik bommen zag als rupsen dan zouden het zonder twijfel vlinders worden Er is een hel voor bommen Ze zijn er Ik zie ze daar Ze zitten in klitten en zingen hun zangen Meest Duitse zangen en twee hele lange Amerikaanse zangen en verlangen naar nog meer zangen vooral Russische en Chinese zangen en nog wat hele lange Amerikaanse zangen Arm Bommetje dat nooit zal zijn een eskimoliedje Ik heb u lief Ik zal er lollytje douwen al in uw gespleten mond Een Goudelsjepruik op uw kale knar en laat je huppelen met mij Hans en Grietje door een Hollywoods decor O Bom waarin angstvallig deelneemt al wat schoonheid van geest en lichaam kent O feevlokje geplukt van de machtigste universumboom O scherfje hemel dat berg en mierenhoop een zon schenkt Ik sta al veur je fantastische leliedeur Ik breng je Midgaardse rozen Arcadische muskus Befaamde cosmetica van de meisjes in den hoge Verwelkom mij vrees niet uw geopende deur noch de grijze memorie van uw kille schim noch de pooiers van het kwakkelweer hun hardvochtige aardse dooi Oppenheimer is gezeten in de donkere haard van Licht Fermi zit droog in Doods Mozambique Einsteins mirakelmond een zeepokkrans om de kop van de maaninktvis Laat me binnen Bom sta op uit je zwangere-rattenhoek en vrees niet de bezem-heffende naties der wereld O Bom ik heb je lief Ik kus je galm ik eet je bam Je bent een zegekreet een snerpendste gil een lyrische hoed van Meester Donder O daver uwe Stalinknieën BOEM BOEM BOEM BOEM BOEM BOEM gij zwerk en BOEM gij zonnen BOEM BOEM gij manen gij sterren BOEM nachten gij BOEM gij dagen gij BOEM BOEM BOEM gij winden gij wolken gij regen zeg BENG gij meren gij zeeën BING Barracuda BOEM en poema BOEM Ubangi BENG bonobo BING BENG BONG BOEM bij beer karbouw gij BENG gij BING gij BONG de maag de lever de long Ja Ja in ons midden wordt geworpen een bom Bloemen zullen huppelen op hun zere wortels Akkers knielen trots onder ’t halleluja van de wind Anjerbommen bloeien Elandbommen spitsen het oor Ah die dag boezemt menige bom de vogel een milde blik in Maar ’t schiet te kort te zeggen dat een bom zal vallen of te stellen dat het hemelvuur uitgaat Ik zeg u de aarde zal de Bom madonnen in de harten van later mensen worden nieuwe bommen geboren magistrale in hermelijn gehulde bommen pico bello die breeduit op de nurkse wereldrijken tronen vervaarlijk met snorren van goud

Vertaling: René Kurpershoek.

Gregory Corso (1930-2001), dichter, was een van e belangrijkste vertegenwoordigers van de beatgeneration in de Amerikaanse letteren. Na een chaotische jeugd die hij voornamelijk in opvanghuizen en pleeggezinnen doorbracht, maakte Corso als kleine crimineel in de gevangenis kennis met literatuur en ontwikkelde hij een voorkeur voor poëzie. Na zijn vrijlating kwam hij te verkeren in de New Yorkse kringen van William Burroughs, Alan Ginsberg en Jack Kerouac. De groep was vooral in de jaren '50 en '60 zeer invloedrijk; Corso hield poëzievoordrachten over de halve wereld. Het gedicht 'Bomb' werd gepubliceerd in 1958 door uitgeverij City Lights. Corso bracht het dat jaar onder andere ten gehore in New College, Oxford.

Meer van deze auteur