Godsbeen
een vader stierf liet geen testament na zijn zoon droeg het lichaam de berg op naar de ruïne van een molen bleef daar wachten op een teken drie dagen drie nachten de hemel beloofde storm toen werd het stil en goud scheidde zich af van zilver zilver van koper wouwen honden en ratten verdeelden koperen munten het zilver werd verteerd door het zuur van de zon het goud stak de zoon in een door zijn moeder geweven lijnwaden zak en zo ging hij naar vilnius een middelbare man die de deuren langsging op zoek naar geluk maar zonder het te vinden hij toonde zijn vaders goud aan juweliers en stielmannen rijke joden en souteneurs een van hen kocht een scheenbeen voor een fluit een andere vingerkoten voor een armband een derde tikte een heupbeen op de kop voor het huwelijk van zijn dochter een vierde kocht alles zonder te zeggen waarvoor alleen de schedel bleef over in de koude nacht rolde hij zich op vulde de oogkassen met kranten en als een kind in de schoot sliep hij droomloos en ik kocht een bot maar ik weet niet hoe het heet ik niet en ook mijn zoon niet hij zegt een godsbeen

De herfst van Epicuros
ik mag niet klagen, het ontbrak me niet aan plezier, misschien wat te weinig vrouwen, wat te veel filosofie, maar betreuren mag ik dat niet, filosofie heeft mij meer kinderen geschonken, ik herken ze zo, al zie ik ze zelden, maar zo is de natuur, nu ben ik meestal alleen, vraag me niet wat er nog van mijn lijf overblijft, hoeveel per dag ik rook of wat voor straf spul ik achteroversla, verder nog steeds boeken, steeds monotoner, bij voorkeur met velijnen omslagen, net als de vrouwen, ik herinner mij toen ik nog jong was hoe elk van hen de enige was in mijn leven en ik ze helemaal verslond, nu zijn ze allemaal zoals die herderinnetjes in het olympisch stadion, graatmager, inhoud zonder vorm, niets om het lijf, zuivere fysica, de scherpe geur van de aristoteliaanse school, geen plezier, ooit hield ik een dagboek bij van mijn dagelijkse avonturen, nu slechts herinneringen, ach, dat is ook fijn, verhalen vertellen, vooral verzonnen, heel mijn leven heb ik tegen mijzelf gelogen, nu ik alleen ben mag ik ook tegen de anderen liegen

Curriculum vitae
ik werd hongerig geboren
las het hinkelspel uit
ben een gediplomeerd melancholicus
heb heel mijn leven als dagloner gewerkt
met vooral veel ervaring als zakkenroller
even werkte ik als misdienaar bij een god
en als doodgraver bij een andere
momenteel ben ik seizoenschrijver
leef alleen met vrouw en zoon
heb meer boeken uitgegeven dan geschreven
diende tientallen aanvragen
verzoeken en kandidaturen in
legde dit jaar meerdere verklaringen af
aan de verkeerspolitie werd onderscheiden met
de prijs van het ministerie van cultuur
winnaar van de spoorwegmarathon
zoek werk in overeenstemming met mijn specialisatie
ergens op aarde
al was het als herder
voor een salaris van een fluitje

Reis langs Michaël
de onrust die opkomt voor een reis, het gevoel van de laatste dag dat je iets doet dat je niet zou moeten doen, dat je iets bent vergeten, geen tandenborstel, geen pas, maar iets veel belangrijkers dat je niet in je bagage kan stoppen, misschien wel je hele voorbije leven, want wat is een reis anders dan de belofte van een nieuw leven, la vita nuova, de eschatologische koers naar het paradijs, waar je nog helemaal niet heen wil, zelfs niet met een retourticket, aangezien je maar al te goed weet dat je er niet altijd van terugkomt, en soms is de terugkeer weer een andere reis, helemaal niet naar dezelfde plaats, een eindeloze aaneenschakeling van incarnaties, maar wat je uit vrije wil doet ligt niet in jouw macht, verdorie, hier toch geen theologische specula, je speculeert al genoeg in je leven, verkoopt een beetje duurder dan je koopt, verzuipt je hele voorschot vlak voor je reis om die onrust kwijt te raken die plots uit zichzelf verdwijnt zodra je in het vliegtuig je plaats inneemt of het stuur vastpakt

in dit geval het stuur, de weg ken je alleen tot in suwalki, daarna langs met vrachtwagens bezaaide wegen tot aan de grens van duitsland, stortregen, dooiwater, begin februari, de ruitenwissers hypnotiseren je en brengen je in een reistrance, op jouw plaats zou iemand anders kunnen zitten, en je bent ook iemand anders, je herinnert je niets meer, in de spiegel zie je niet jezelf, maar iemand anders, waarmee het aangenaam samenzijn is, een gevoel dat nog toeneemt met het indrukken van de gaspedaal, het tweelitervagevuur van de eenzaat zonder belofte van een orgasme

en zij die de smaak van aanrakingen kenden, voelen tot dan pijn in hun botten, zij die ze niet meer voelen, zijn al in een andere richting gaan bewegen, omlaag of omhoog reizen is gemakkelijker, de helft van het lichaam lost en stijgt samen met de rook van kleine dorpjes op, de ziel wacht alleen maar volgens de theologische specula, terwijl de andere helft nog over de aarde zwerft, hop daar is weer een hobbel, weinig bloemen langs de weg in dit land, maar wel een verkeersbord, czarny punkt, waar er nog meer de smaak van aanrakingen hebben ervaren, maar hier wordt maar zelden op verkeersborden gelet, en ook jij vliegt met honderd per uur door het dorp, dit is polen, zeg je, een katholiek land, iedereen heeft er een aflaat voor burgerlijke aansprakelijkheid

de remmen piepen, tijd voor een overnachting, ergens voorbij poznan, net voorbij het kruispunt met de verkeerslichten ben je een herberg voorbijgereden, je rijdt achteruit, een man van middelbare leeftijd opent voorzichtig de deur, op het eerste gezicht zou hij een pastoor kunnen zijn, zoals hij wacht, vraagt om binnen te komen, een stenen huis langs de weg, in de tuin een mariabeeldje onder een appel- of perenboom, in februari is dat verschil niet zo duidelijk, het is nog donker, het lijkt alsof hij echt wacht, hij gaat aan tafel zitten, hij zegt ik heb zo’n honderd hectaren grond, zegt de landbouw zal erop achteruitgaan in europa, maar nu is plattelandstoerisme in, dus heb ik mijn huis aangepast, alleen komen er hier helemaal geen toeristen, alleen zo iemand als jij, die hebben geen attracties nodig, ze overnachten en reizen weer verder, dus ben ik met nog een zaak begonnen, als er een ongeval is kom ik eraan gesneld met mijn materiaal, een goede zaak, maar vorig jaar waren er op het dichtstbijzijnde kruispunt in een half jaar tijd wel zes dodelijke ongevallen, die zaak liep goed, maar toen hebben ze een verkeerslicht geplaatst, en toen was het gedaan, hij zinkt weg in gedachten, spijtig voor die mensen, maar die zaak liep goed, je zit en wacht

Scenario
tijd: begin van de eeuw
plaats: een metropool met toekomst
eerste scène: een café in de vroege ochtend
personages: een cafébaas die zich heeft verslapen
en de eerste klant
eerste handeling: een jongeman drinkt koffie
en leest de ondergang van het avondland in het origineel
hij betaalt gaat weg laat het boek op de tafel liggen
tweede scène: hetzelfde café in de loop van de dag
personages: een levendige cafébaas
en bedienden aan hun lunch
tweede handeling: de bedienden bespreken druk
de koers van de euro en doorbladeren kranten
derde scène: het café ’s avonds
personages: een vermoeide cafébaas
en de na hun werkdag binnenstromende buurtbewoners
derde handeling: de buurtbewoners drinken bier
een lawaaierige televisie
toont het ek voetbal
vierde scène: het café bij sluitingstijd
personages: de cafébaas
vierde handeling: de cafébaas leest
de ondergang van het avondland
doek

Braingame
Vroeger was de toekomst beter
Karl Valentin
(stand boekenbeurs Hannover 2000)

winnen wordt alsmaar moeilijker ik moet me ontspannen
zitten als li po met opgetrokken knieën
niets denken niets doden niets begeren
de zege komt vanzelf de bal rolt langzaam
de hemelgoal in rustig open ik mijn ogen mijn toekomst
is al daar ik benijd je botticelli voor je venera
ze won de griekse missverkiezingen en werd monroe’s
overgrootmoeder en jou benijd ik immanuel kant
je vormen van de zuivere rede even perfect
als de borst van een madonna en ook jou benijd ik einstein
zoals je vreugde groeit terwijl je verliest bemint terwijl je haat
en jou adorno omdat je een toekomst vond na de holocaust
en jou vader zo zoet slapend na een jeugd in de
sneeuwstormen van kola met aan je hoofd gevroren haren
mijn toekomst is al hier het hologram van een gedicht
bij valavond in een junilandschap
het lichaam beweegt ritmisch als minnaars
als een trein die eerst traag dan steeds sneller rijdt
niets denken de zege is daar

vertalingJo Govaerts