Alle begin is moeilijk
maar een paar nieuwe aanstalten zouden wel helpen.
Oude opboenen, skeletboom tot pijlen schaven, het is
niet meer van deze tijd. Liever zelfbouwpakket bestellen,
inclusief talige handleiding en klantaardig beeldmateriaal.

Voorfase overslaan is, naar men zegt, optie twee. Deur openen,
dikbevolkte stad in gaan, vaste route winkelcentrum. Na een uur
constateren dat bewapening onvoldoende, dan wel afwezig was.
Verrotzooid terugkeren op zelfverwijtend pantoffelschoeisel.

Die nacht procedure nalopen. Volgende ochtend nog geen
aanstalten bij post. Staand voor helder winterraamboos
bellen. Bloemknoppen tellen aan gisteren nog dode
tak. Mij vergapen aan moed en kleur en levenslust.

Wantsdagen
Vierbenig gestrekt teken ik cirkel na cirkel in zuurstofrijke
waterspiegel. Eenmaal in balans, hoekse koptangen grijpen

wat uit hoogte valt, of ademnodig boven komt. Steekt pop
de kop op, ik boor hem door, spuit in, zuigsnuit gretig leeg.

Dan weer volop zomerschaatsgenot. Verse rimpelgolven
creëren impuls en schoksgewijs zet ik af, haak vrolijk in bij

vijverlopers, beekdansers, slootroeiers, tot we al jaagspelend
een hoek nemen en de vliet zich in snellere vaart verbreedt.

Bermen verstenen, voorstad met uitdijend industriegebied
dient zich in volle golfplaatglorie aan. Het heeft wel wat,

denk ik eerst nog, zo’n bedrijventerrein met partytenten in verwante
spreidstand, tot het grote lozen naderbij komt en

in vier windrichtingen oppervlaktespanning tekortschiet.
Dubbel spagaat raak ik verknoopt in zeeprijk getroebel,

roep nimfengebroed te hulp dat ondergang aanschouwt,
niets doet.

Peter Swanborn (1963) publiceerde tot nu toe vier dichtbundels. Deze werden genomineerd voor onder meer de C. Buddingh’-prijs en de J.C. Bloempoëzie-prijs. Zijn meest recente bundel is Het huis woont in mij (Podium, 2013). De hier geplaatste gedichten groeiden op in de polders van Midden-Delfland.

Meer van deze auteur