Een dikke Gids ligt voor u, bijna een ouderwets winterboek maar dan voor volwassenen, met een veelheid aan artikelen, essays, verhalen, gedichten en plaatjes, die toont waar De Gids voor staat. Trouwe lezers was dat allang duidelijk, maar er zijn steeds weer mensen die het nog niet hebben begrepen: het literaire tijdschrift is niet alleen als vanouds een kweekvijver voor jong talent – bij ons zwemt er ditmaal verrassenderwijs een aandoenlijke cavia rond, uit de pen van Martijn Simons, naast een onguur Italiaans koppel uit de verbeelding van Ton Vogels en een liefdespaar geschapen door Ineke Riem –, het is ook een proeftuin voor gevestigde en gekoesterde schrijvers: Matthijs van Boxsel zet op onze pagina’s zijn onderzoek naar de domheid voort, Herman Franke verplaatst een Gronings gezin naar Italië in een smakelijke voorproef uit het derde deel van Voorbij ik en waargebeurd, Piet Gerbrandy wandelt over de breekbare grens tussen proza en poëzie en Erwin Mortier presenteert hier als vertaler na Ellen N. La Motte de tweede Amerikaanse schrijfster/verpleegster, Mary Borden, die zijn onderzoek naar de Eerste Wereldoorlog in België opnieuw aan het licht bracht. De dichters Jan Baeke, K. Michel, Han van der Vegt en Leo Vroman stonden hun jongste gedichten af, en ter afsluiting van de gelijknamige rubriek die lange tijd onder zijn beheer stond, schreef Gids-redacteur Arjen Mulder ook zelf een fotogedicht.

Specifiek voor De Gids is sinds de oprichting in 1837 de multidisciplinaire en internationale ambitie. Wordt er in de literaire bijdragen al veel heen en weer gereisd in tijd en ruimte, het verhelderende artikel van antropoloog Peter Geschiere over de herkomst en betekenis van het begrippenpaar allochtoon/autochtoon beweegt zich van Nederland naar het oude Griekenland, het hedendaagse Afrika en weer terug, waarbij het tussen de bedrijven door ook de spraakverwarring rondom de nationale historische canon belicht. Natuurkundige Jan Pieter van der Schaar neemt de complete kosmos vanaf diens geboorte in ogenschouw – de afstand tot de cavia kon niet groter zijn.

Als ‘special’ ten slotte beginnen we deze Gids met een reis door de Japanse literatuur, aan de hand van twee grote kenners, beiden bloemlezer, vertaler en Vlaming. Jos Vos dwaalt door Tokio en stelt de lezer voor aan Kafu Nagai, een van zijn lievelingsschrijvers, Luk Van Haute schetst het hedendaagse literaire landschap in Japan – inclusief de plaatselijke allochtone auteurs – en vertaalde het verbazende debuutverhaal van Hiromi Kawakami, ‘God’ getiteld, waarin een beschaafde beer als de vreemdeling optreedt. Er is met Mortier erbij dus een ijzersterke delegatie van Vlaamse vertaalmissionarissen aanwezig in deze Gids, dubbelallochtonie van het allerbeste soort, wat ons betreft.

Peter Pontiac nam het omslag voor zijn rekening, geïnspireerd door de literaire thriller van Vogels, huisontwerper Nico Richter koos de sinaasappelkleur erbij en zo bevat deze Gids weer alle vitaminen van het alfabet tegen winterdepressie.

Veel genoegen gewenst, mede namens de Gids-redactie,

Esther Wils
redactiesecretaris