‘Het waren gelukkige jaren’ las ik op de Nieuwe Ooster
Op een grafsteen en ik schoot vol gave onbeholpenheid
Om dat leven van ons. Het was een zonnige dag, een briesje
Bewoog door de takken, vogels zongen in de bomen, niets
Aan de hand dus. Twee centimeter verder, in de jaren vijftig
Snijdt mijn vader in de vroege ochtend tegen zijn borst
Het brood en ziet een heldere dag vol werk, mijn moeder
Gooit de ramen open, zingt: meiregen maak dat ik groei!
Ik stop een woordenboek in het leven: 37˚, alles normaal.

Robert Anker (1946) is dichter en schrijver. Dit jaar verscheen bij Querido zijn roman Schuim. In 2015 verschijnt de dichtbundel Onvergetelijke toegewijde trouweloze tijd.

Meer van deze auteur