Nog een wens

Ik zag nog zo graag
een ontstellend groot
iets gebeuren voor mijn dood,
maar wat, dat is de vraag:

laat bijvoorbeeld een krom stuk maan,
of nee, een welbespraakte
kip tegen een stokdove haan,
of een uit kinderbout gemaakte
kastanjeboom de honderd meter
met hindernissen
of nog beter
het halve heelal
en in elk geval
iets met walvissen

maar wolken waarop een gouden poort,
en ik in hansop met een lamme vlerk
of twee na het eind van mijn leven

met een harp, een halo en zo voort
dat lijkt mij al te sterk
overdreven.

Drukte

In grote stiltes is het zo druk,
met op de plaats geschuifel van
het altijd onverkozen
gescharrel in mijn haast levenloze
hermetisch gesloten hersenpan,
binnen die stilte zo druk,
het komen en gaan van dode gezichten,
zwakke gedachten, het per ongeluk
ontstaan van zwakke gedichten
die ontbindende verdwijnen
bijna voor ze er zijn en
dus blijkbaar niet de mijne.

Zelfs dromend kon ik voelen dat
mijn brein een menigte bezat,
een menigte die niet beweegt
maar mompelt en de voeten veegt.

Eens heb ik op een stroom gehoopt
die golft, kolkt of samenloopt.
Nu eindelijk hoor ik alles gaan.
Van mij vandaan,
zachter, maar waarheen zachter?
Daar kom ik niet achter
niet achteraan.

Leo Vroman (1915-2014) was bioloog, dichter en schrijver. Zijn laatste bundel verscheen in november 2013, getiteld Die vleugels.

Meer van deze auteur