Welke Nederlandse man of vrouw levert op dit moment de meest creatieve, vernieuwende, bepalende of waardevolle bijdrage aan het internet? Van wie zijn in de nabije toekomst de interessantste ontwikkelingen te verwachten? Van wie komen de meest veelbelovende ideeën? Het is een bijna onmogelijke opgave om daar antwoord op te geven. Het is vragen naar wie nu, of in de nabije toekomst, de meest creatieve, vernieuwende of belangwekkende visie heeft op de verknoping van sociale, culturele, economische en technologische ‘interesses’, zoals die samenkomen in het internet en ons gebruik daarvan.

Antwoord geven op die vraag is ook lastig omdat er in de afgelopen jaren geen werkelijk nieuwe ontwikkelingen hebben plaatsgevonden op het internet. De toepassingen zijn sneller geworden, makkelijker in gebruik en beter toegesneden op de situaties waarvoor ze bedoeld zijn. Er zijn steeds meer mensen aangesloten, die steeds vaker internet op hun ‘smartphone’ gebruiken. Video, geluid en beeld worden in hogere resoluties aangeboden (ook fijn voor games en 3d-omgevingen). Er wordt in andere talen en omgevingen geprogrammeerd (bijvoorbeeld Ruby en Python in plaats van Java). De realtime interactie is verbeterd en de kwaliteit van het visuele en interactieontwerp is veel hoger dan vroeger. Dat is allemaal niet onbelangrijk, en een verschil in schaal leidt ook tot kwalitatieve verschillen, maar toch kan ik me nooit aan de indruk onttrekken dat wat het internet nu is, al aanwezig was in de concepten die midden jaren negentig werden ontwikkeld. Filesharen? Check. Internet op mobiele telefoon of los van een beeldscherm? Check. Sociale vriendennetwerken gebaseerd op het foaf-principe?[^1]Check. 3d-werelden en realtime interactie? Check. Streaming media? Check. Complexe interactie? Check. Taggen van data? Check. Algoritmes die uitrekenen welke informatie verwant is? Check. Koppeling tussen gis-databases of gps en website? Check. Data-aggregatie en analyse via internet? Check. Collectieve intelligentie en crowdsourcen? Check. Koelkasten met een ip-nummer die communiceren met de mobiele telefoon? Check. Het stond allemaal al in de steigers, er werden concepten voor bedacht en de eerste toepassingen voor gemaakt. In de jaren daarna is het stap voor stap geïmplementeerd en zijn mensen het massaal gaan gebruiken. Waar zou dan nu de belofte moeten liggen, of het meest creatieve gebruik?

Natuurlijk is er kunst die gebruikmaakt van het internet en het levensgevoel van de internetgeneraties vertaalt. Natuurlijk zijn er genoeg projecten van instellingen en individuele ontwerpers die op intrigerende wijze het gedrag van gebruikers vormgeven of digitale data koppelen aan real-life situaties. Genoeg toepassingen die mogelijk leiden tot spannend cultureel gedrag, van Foursquare tot Soundcloud of de terugkeer van het delen van netwerken over wifi. Maar een nieuwe richting? Toch zijn er in de toekomst wel interessante ontwikkelingen te verwachten. Ze zullen onspectaculair zijn, en gebaseerd op nieuwe combinaties en verbindingen van het bestaande.

Hack de Overheid is een collectief van ontwikkelaars en ontwerpers die het maken van toepassingen voor Open Data stimuleren. De naam doet misschien vermoeden dat ze zich onwettig meester willen maken van overheidsinformatie, maar het tegendeel is het geval. Het doel van Hack de Overheid is zinnige toepassingen te maken voor data die zijn vrijgegeven door de overheid.

Overheden verzamelen enorme hoeveelheden data: over lantaarnpalen, industrieterreinen, gebruik van fietspaden, vuilniscontainers, geluidsmetingen, zwemwater, cultureel erfgoed, lichtaansluitingen, enzovoorts. Steeds vaker worden die datasets vrijgegeven, er zijn verschillende sites waarop ze kunnen worden gedownload.[^2]Open Data zijn vaak onvoorstelbaar saai, maar als ze in nieuwe toepassingen met elkaar worden gecombineerd en gekoppeld aan input van gebruikers, kunnen er nieuwe inzichten worden gegenereerd, worden burgers beter van informatie voorzien, en ontstaat er een andere, nauwere of hopelijk betere relatie tussen overheid en burger.

Hack de Overheid roept overheden op om data vrij beschikbaar te maken. Hun doel is niet zozeer leuke tools voor consumenten te maken – dat kan evengoed – als wel toepassingen voor burgers. Zij onderscheiden twee soorten Open Data: data uit de dienstverlening en data uit politieke processen. ‘Met open politieke data kan de transparantie verbeterd worden en kunnen journalisten hun werk beter doen en burgers makkelijker kiezen waar ze hun stem op uitbrengen.’[^3]De maatschappelijke interesse van Hack de Overheid blijkt ook uit de eigen projecten van de betrokkenen. ‘Chokepoint’ van James Burke en Alper Cugun wil in beeld brengen wie waar de macht bezit om de connectiviteit van burgers af te sluiten. Onderdeel daarvan is een visualisering van de controlepunten van het internet. Ze wonnen er dit jaar een Ars Electronica Award mee.[^4]

‘The world’s toughest programmer’ Mike Lee, een van de belangrijkste onafhankelijke app-ontwikkelaars, noemt Open Data ‘crude oil, money just laying there waiting to be made. […] Haven [sic] for App Makers indeed.’[^5]Met de ruwe olie van de open data kunnen programmeurs grote hoeveelheden nieuwe diensten ontwerpen. Zij raffineren en combineren de data en bouwen er motortjes voor die de Open Data als brandstof gebruiken. De motortjes – apps – worden door mensen gebruikt, en veraangenamen, veranderen of ‘verbeteren’ het leven van alledag. Lee heeft zich onlangs in Amsterdam gevestigd, met als doel om die stad te laten uitgroeien tot het internationale centrum van onafhankelijke app-makers. Met Open Data bezit je als app-maker, volgens hem, ‘the keys to the city, or, if you prefer, the api to the Matrix’.[^6]Hij is zeer geïnteresseerd in Hack de Overheid, met name in hun project ‘Apps for Amsterdam’ – een call om iPhone-apps te ontwikkelen die gebruikmaken van datasets van de gemeente Amsterdam.[^7]

Verwacht in deze wereld geen grootse vergezichten of grandioze kunstwerken. Het gaat vooral om diensten die het dagelijks leven een klein beetje veraangenamen en veranderen. Vooralsnog zijn de meeste toepassingen simpel, of zelfs triviaal: een interactieve kaart van beschikbare bouwterreinen, fietsverhuur, toeristisch interessante plekken, of co2-emissies. Funky infoviz die nog wacht op interpretatie.

Toch ben ik benieuwd wat voor toepassingen er ontwikkeld zullen worden wanneer steeds meer datasets vrij te gebruiken zijn, en voor burgers direct toegankelijk, combineerbaar en analyseerbaar zijn. Ik kan me toepassingen voorstellen die politieke processen veranderen of, sluipenderwijs, het sociale veranderen – zoals sociale media dat hebben gedaan. Stel je bijvoorbeeld een aantrekkelijke en gebruiksvriendelijke toepassing voor die direct toegang geeft tot data van milieuvervuiling, gecombineerd met datasets van gezondheidszorg, die realtime verrijkt wordt door eigen waarnemingen van burgers. Zo’n toepassing kan een flinke impact hebben.

De Open Data die door de overheid worden verstrekt gebruiken of zelfs te gelde maken is één ding, maar hoe zit het met de data die bedrijven van ons verzamelen? Wordt het niet nog interessanter wanneer toepassingen gebruik kunnen maken van de data die burgers (of beter: consumenten) bewust of onbewust achterlaten bij transacties met bedrijven – van Facebook en Google tot en met de internetboekhandel en de ns? Waarom zouden alleen bedrijven over die data mogen beschikken en er gebruik van maken? Het zou goed zijn als je zelf toegang hebt tot je ‘eigen’ data, en kunt bepalen of anderen er – in geanonimiseerde vorm – ook iets mee mogen doen.[^8]Dan kunnen er toepassingen gebouwd worden die gebruikmaken van de geaggregeerde data van alle personen die daarvoor toestemming hebben gegeven. Daar zitten uiteraard behoorlijk wat juridische haken en ogen aan. Zowel Google als Facebook heeft op dit terrein in de afgelopen jaren een aantal notoire missers gescoord,[^9]maar het is wel een logisch uitvloeisel van het massaal registreren en opslaan van data, en de volgende stap in de datamaatschappij.

Ook al geloof ik niet dat technologische ontwikkeling een volledig autonoom proces is, ik denk dat deze ontwikkelingen niet te stuiten zijn. Alles wordt in toenemende mate gekwantificeerd – tot onze verlangens aan toe. (We realiseren Gabriel Tardes droom van een werkelijk gekwantificeerde economie.)[^10]Het gaat er al lang niet meer om of we voor of tegen deze ontwikkelingen zijn, het is de vraag hoe we er vorm aan geven. Daarom is het belangrijk om toepassingen te bedenken die, om het maar eens veel te zwaarwichtig te zeggen, de burger en de mens ten goede komen, en hun handelingsvrijheid bieden. Toepassingen die nieuwe perspectieven openen en inzicht geven, die het sociale leven verrijken – of dat nu op een triviale manier is, een heel subtiele of een verrassende. De kern van deze ontwikkeling ligt in het aggregeren en combineren van verschillende datasets, en in het maken van verbindingen tussen mensen en data, tussen data en de toepassingen die een volwaardig deel van het dagelijks leven zijn geworden – zoals de eigen blog, Facebook-, Twitter- of Dropbox-account, website, of imageboard.

De technologische basis is gegeven, we experimenteren nu op grote schaal met de ‘verworvenheden’ van de datamaatschappij en zijn ongemerkt bezig met de omvorming van het sociale, het culturele, het politieke en het economische. Hack de Overheid opereert op een misschien onspectaculaire, maar waardevolle en realistische manier in dit gebied.

Noten

  1. foaf is het ‘Friend-of-a-friend’-principe. Facebook is van 2004, maar sixdegrees.com startte in 1997.

  2. Op publicdata.eu waren er op 1 augustus 2011 zo’n 1400 te downloaden.

  3. Citaten komen allemaal van www.hackdeoverheid.nl.

  4. Zie chokepointproject.net.

  5. Citaten van Mike Lee’s blog: mur.mu.rs, ‘Free Money’, 21 juli 2011.

  6. Idem.

  7. Een app is een applicatie, een toepassing. Momenteel vooral gebruikt voor de programmaatjes voor smartphones. De simpelste daarvan zijn eenvoudig een link naar een website, maar er zijn ook gecompliceerdere apps, die wel degelijk een zelfstandig programma zijn. Zowel gemeentes als investeerders zien ‘brood’ in apps voor Open Data. api staat voor Application Programming Interface.

8.Maakt u zich geen illusies. De anderen – ‘de databases’ – weten meer over u dan uzelf. Zo weet uw provider hoeveel gigabytes u heeft gedownload van welke ip-nummers en op welk tijdstip (tenzij u slimme middelen gebruikt om dat te omzeilen), en welke websites er op uw thuiscomputer zijn aangeklikt. Aan welk adres u e-mail heeft gestuurd en hoe laat, welk nummer u heeft gebeld, of een sms gestuurd. Die data worden zeker 6 tot 12 maanden bewaard (de wettelijke termijn). Uw mobiele-telefoonprovider weet vrij precies waar uw mobiele telefoon was op welk moment. Als die verkeersdata worden gecombineerd met de sporen die u zelf achterlaat op het internet, dan blijkt het mogelijk te zijn om vrij precies uw dagindeling te reconstrueren, zoals onderzoek van de Chaos Computer Club onlangs aantoonde (zie Die Zeit, 24 februari 2011, ‘Datenschutz. Was Vorratsdaten über uns verraten’, http://www.zeit.de/digital/datenschutz/2011-02/vorratsdaten-malte-spitz). Stel je voor dat je die data – geanonimiseerd – beschikbaar zou kunnen stellen…

9.Het meest recente voorbeeld is de automatische gezichtsherkenning voor het taggen van personen op foto’s in Facebook, die tegen de Duitse privacywetgeving in gaat.

10.Zie hiervoor Bruno Latour & Vincent Antonin Lépinay, The Science of Passionate Interests. An Introduction to Gabriel Tarde’s Economic Anthropology (2009).

Arie Altena (1966) schrijft over kunst, technologie en nieuwe media. Hij werkt momenteel voor V2_ Instituut voor de instabiele media in Rotterdam, en is lid van het redactieteam van Sonic Acts. Hij geeft regelmatig les op kunstacademies en verzorgde onlangs het keuzevak Literary Machines aan de Universiteit van Amsterdam. Hij co-redigeerde de Sonic Acts uitgaves Unsorted, Thoughts on the Information Arts (2004), The Anthology of Computer Art (2006) en The Cinematic Experience (2008), en de print-on-demand-uitgave Pervasive Personal Participatory, Ubiscribe 0.9.0 (2006). Hij blogt op ariealt.net. Inzicht in nieuwe media en technologie verwierf hij bij Mediamatic, waaraan hij lange tijd verbonden was.

Meer van deze auteur