Het gebeurt langzaam. Het gebeurt zeker. Zo zeker als dat er geen onheil op til, in deze lieflijke kalmte er niets vals is.

Slaap.

Slaap nou toch. Laat het toe, liefde is je wiegen laten, toestaan dat iemand je nabij komt, als je ogen al dichtgevallen zijn, je op je rug ligt, wegzakt uit de dag, de warmte en soelaas van de droom, de weidsheid van het open veld in.

Je laat het aarzelend, maar met groeiende instemming toe, begint geleidelijk in die kalme cadans te geloven, in het zachte, in het zoete, dat beheerst soezend opklinkt uit de toetsen. Je bent buiten, voelt fris de dauw op je huid, hoort het suizen, het besmuikte zingen en gonzen dat je volkomen omringt.

En dan, snerpen – een zwerm die onverlet neerstrijkt en weer opstijgt – het samenklinken van viool- en cellosnaren, dat, scherp en fel, je ogenblikkelijk wekt, slinks door de film breekt, zich wringt tussen jou en wie daar – plotseling blijkt het waar – wie daar net nog, maar nu niet meer is.

Liefde is het aangaan van een angst. Een weten zonder twijfel dat je je verlaat op wat je onvermijdelijk zal verlaten. Je ziet het, helder en niet voor het eerst, als het je, net nu je bereid was je over te geven, wakker schrikt, je met zijn verstoring ervan doordringt dat de innemende, sussende melodie die op de piano nu weer precies zoals zo-even klinkt, vanaf dan wezenlijk anders is.


Schnittke voltooide zijn vijfdelige pianokwintet in 1976. Ik leerde het werk kennen dankzij de cd Lento die in 2010 op het ECM-label verscheen. Die uitvoering door het Keller Quartet en pianist Alexei Lubimov is mij dierbaar gebleven, temeer daar Schnittkes stuk op de plaat gepaard gaat met het indringende vijftiende en laatste strijkkwartet van Dimitri Sjostakovitsj, waarmee het in het delen van een intense rouw een onvoorstelbaar sterk verbond aangaat.

Mischa Andriessen (1970) is dichter. Onlangs verscheen zijn vijfde bundel, getiteld Het drogsyndicaat. Daarnaast publiceert hij met regelmaat in verschillende media over beeldende kunst en jazz.

Meer van deze auteur