Vanwege Jeroen Brouwers

Eerst komen de mieren en zij eten
het lichaam op.
Ik heb gedacht: het zijn de aardwormen
die gaten boren in het tedere vlees
van jouw borsten buik bilmoten je venusheuvel
en je dijen armen ten slotte je hart
aarzelend jouw mooie gezicht.
Dagelijks dacht ik
het krioelt daar van de beestjes die jij
griezelig vond altijd
wurmen. Eerst komen de mieren meer
dan een miljoen.
Zojuist hebben zij een mini-lizard gevonden
die viel ’s nachts
in de kaarsvlam bij jouw portret.
Kaalgevreten laten zij een geraamte achter
voor mij stralend wit
als een sieraad achter glas.
Ik bewonder de afbraak en denk: hoe
had ik jou dit kunnen besparen, moeder!

Astrid H. Roemer (1947, laureaat P.C. Hooft-prijs en Prijs der Nederlandse Letteren) probeert al ruim vijftig jaar taal te maken van wat zij ‘instabiele informatie’ noemt: dingen die zich niet makkelijk onder woorden laten brengen. In 2019 verscheen haar roman Gebroken Wit. In 2023 verscheen DealersDochter. Zij werkt aan een roman en aan nieuwe gedichten.

Meer van deze auteur