Bij oorlogen, natuurrampen en ziekte heet het dat iedere dode er een te veel is, dat ieder menselijk leven van ­onschatbare waarde is. Wie één mens redt, redt een wereld.

Afgelopen oktober maakten we een themanummer over het uitsterven van dier- en plantensoorten, door overbevolking, vervuiling, bodemuitputting en klimaatverandering dreigt de mensheid ook het eigen voortbestaan op aarde in gevaar te brengen. Het lijkt alsof de waarde van het menselijk leven en het overleven van de menselijke soort op gespannen voet met elkaar staan. In ecologische zin is de dood een noodzaak: de wet van behoud van energie eist dat levende wezens sterven en bijdragen aan het aanmaken van voeding en leefruimte voor de volgende generatie.

Momenteel voeren we een technologische oorlog tegen de dood van het individu, en bespoedigen we tegelijkertijd het uitsterven van vele soorten, inclusief de menselijke. Dat gebeurt niet op een gelijkwaardige manier: oceanen en bossen, wilde dieren en mensen die aan de ongunstige kant van de verdeling van welvaart en invloed staan, betalen en lijden voor het overleven van de mensen die op een gunstiger plek geboren werden.

Tegenover deze gigantische problematiek ervaart iedereen een verlammende onmacht. In een drieluik onderzoekt theatergroep De Warme Winkel daarom hoe we ons nog integer en geloofwaardig zouden kunnen opstellen. Geïnspireerd op de laatste voorstelling van de reeks, Met voorbedachte rade, stelt De Gids in samenwerking met De Warme Winkel de vraag: wie offert wat? Om de ondergang af te wenden lijkt die vraag onontkoombaar. Maar wat betekent het te offeren en welk criterium bepaalt wat er geofferd zou moeten worden? Bestaat zo’n criterium wel? Zijn ascese en martelaarschap oplossingen of schijnoplossingen? Wat staat er tegenover het recht van de sterkste? En wat is het precies waarvoor offers gebracht dienen te worden? Iets hogers? Of alleen het overleven? Is de mensheid het wel waard?

Vragen die aan het fundament van ons bestaan raken, maar de auteurs die we er enigszins beschroomd mee opzadelden, deinsden er niet voor terug om het hoe en waarom van het offer tegen het licht te houden in hun zeer verschillende bijdragen.

Alma Apt, Dirk van Weelden, Edzard Mik,
namens de redactie