Het was die zomer dat de ruzie tussen Duitsland en Griekenland een kookpunt bereikte. De Grieken waren boos omdat ze met bezuinigingen op ongeveer alles moesten boeten voor een schuldencrisis die door wanbeleid van wie wist wie veroorzaakt was, de Duitsers waren boos omdat de Grieken niet wilden bezuinigen om door hardwerkende Duitsers verdiend geld met rente terug te kunnen betalen, en natuurlijk was het allemaal zo simpel niet, maar dat was ongeveer wat er doordrong tot de conversaties bij ons op het balkon, waar het ook warm was, die eerste dagen van juli, die volgens het KNMI voldeden aan de criteria voor een hittegolf, en wij woonden zo dicht bij het KNMI dat we de witte bol van de observatietoren boven de bomen rond ons appartementengebouw konden zien uitsteken, dus we konden uitgaan van accurate lokale metingen, en ook onze gesprekken waren verhit, want hoewel ik de artikelen over de crisis niet heel precies las had ik de indruk dat de Duitsers behoorlijk kinderachtig bezig waren; zij hadden meer dan genoeg, de Grieken hadden te weinig, dus waarom moeilijk doen over geld dat niet eens alleen van hen was maar van de hele Europese Unie, en dat was toch ook waarvoor je een unie vormde, om elkaar te helpen, maar daar dacht jij dus anders over. Het was mijn tweede zomer in het appartementengebouw en de eerste waarin ik verkering had met jou, al was het per dag verschillend of ik het van jou verkering mocht noemen wat we hadden, en elke ochtend als ik mijn balkon op kwam om mijn bakje havermout te eten keek ik tussen de planten op het balkon van Therese door naar jouw balkon om te peilen hoe de vlag erbij hing. Zat je met je gezicht schuin naar me toe, dan kon ik een gesprek met je beginnen, keek ik tegen je rug aan, dan wist ik dat je een aanval van afstandelijkheid had en ik beter mijn mond kon houden, en hoewel je erg van slag was door de crisis in Griekenland – je volgde al het nieuws erover op de voet en lag er zelfs ‘s nachts wakker van – kon je mij goed velen die dagen, al betekende dat nog steeds niet dat ik ook bij je mocht blijven slapen nadat we seks hadden gehad, want samen slapen deed je niet, maar samen ontbijten met een balkon ertussen vond je meestal geen probleem, en omdat we dezelfde krant lazen bespraken we die dan vaak samen, over het balkon van Therese heen, die er door de week nooit was omdat ze vier dagen per week in Brussel woonde, waar ze voor een antikapitalistische lobbyclub werkte, en meestal waren jij en ik het roerend met elkaar eens, waarbij ik weleens een beetje smokkelde met wat ik vond omdat ik er zo van hield om het gevoel te hebben dat we gelijkgestemd waren, maar bij die Grieken lukte dat niet, ik vond het belachelijk hoe jij de kant van Duitsland koos, alsof jij zelf iets was verloren aan de Grieken, wat in de ogen van sommigen ook echt zo was, omdat er ook Nederlands belastinggeld naar de schuldenverlichting zou gaan, maar ik had altijd gedacht dat ons soort mensen niet deed aan zulke dat-gaat-van-mijn-belastinggeldretoriek, dat wij altijd zouden kiezen voor de underdogs, dat waren dus de Grieken, die volgens jou lui waren omdat ze veel te jong met pensioen gingen, en misschien had er toen een belletje moeten gaan rinkelen dat jij mijn soort mens niet was, maar mijn alarmbellensysteem was in die tijd niet helemaal op orde, misschien omdat andere systemen zich roerden, ik was inmiddels dertig en ik had nog steeds geen baby, en het was wel duidelijk dat jij bepaald geen ideale vader was maar je zaadproductie leek goed op peil te zijn, en het leek me nog altijd beter om een baby te krijgen met een emotioneel gemankeerde man dan om helemaal geen baby te krijgen, en bovendien maakte jij de mooiste redderfantasieën in me los, waarin jij de beschadigde asielhond was die zich nooit had kunnen hechten en ik het nieuwe baasje dat het diertje langzaam maar zeker voor zich won, totdat het nooit meer vals zou bijten, wat je natuurlijk wel deed, niet door letterlijk te bijten, ook onze unie was een beschaafde, maar door je in kilte te hullen en me te negeren als we elkaar tegenkwamen in het trappenhuis, of als ik het balkon op kwam, terwijl je dan vaak wel heel vrolijk en gezellig met Therese zat te praten, als die in het weekend thuis was, en soms riep je zelfs over Thereses balkon en dat van mij heen een goedemorgengroet naar Corrie, die weer naast mij woonde, zonder mij een blik waardig te keuren, en zelfs in die warme dagen huiverde ik dan van jouw kou, maar in de hoogtijdagen van de schuldencrisis was je mij toevallig even goedgezind, en om de vriendschappelijke stemming die er tussen de balkons hing niet te drukken besloot ik na een paar ochtenden welles-nietes boven de havermout om het onderwerp verder maar te laten en je aandacht af te leiden, bijvoorbeeld door naar een merel te wijzen en te vragen of dat nou een mannetjesmerel was of toch een vrouwtje, want je etaleerde graag je kennis over vogels tegenover mij, en ik had verder geen behoefte om mijn gelijk te halen over Griekenland, al bleef ik het vreemd vinden dat jij zo vasthield aan je verontwaardiging, zeker omdat jij in onze relatie duidelijk Griekenland was en ik Duitsland, niet in de zin dat ik de klootzak was en jij de underdog maar in de zin dat ik mijn affectieve huishoudboekje keurig op orde had terwijl jij je keer op keer in de schulden stak, en ik dacht aan alle keren dat ik jou vergeving had geschonken nadat je me weer eens een paar dagen had genegeerd omdat ik te dichtbij gekomen was, of omdat je jaloers was als ik iets met een vriend had afgesproken, of om een andere moeilijk navolgbare reden, en hoe smekerig en zielig je deed als je het weer goed wilde maken, en dan stelde ik me voor hoe het zou zijn als ik me op die momenten ook wat meer als Duitsland zou gedragen, minder vergevingsgezind, meer op de penning, en toen de hittegolf weer voorbij was en er in de krant stond dat Duitsland in de onderhandelingen had voorgesteld om Griekenland tijdelijk uit de Europese Unie te zetten vroeg ik me af of ik onze verhouding niet ook een tijdje op pauze zou moeten zetten, al was het maar om zonder schuldgevoel met anderen te kunnen rommelen als ik in augustus op vakantie ging, maar je had al een tijdje niet meer met je rug naar me toe gezeten, dus wie weet begon je toch je valsheid te verliezen, en een paar dagen later stemde het Duitse parlement in met een nieuw maatregelenpakket om Griekenland binnen de Unie te houden, en wat mij betreft hadden we het er niet meer over gehad, maar toen kwam Therese voor haar zomervakantie terug uit Brussel, en omdat ze door haar werk daar weinig vrienden in het dorp meer over had en ze het niks vond om altijd maar in haar eentje te eten kookte ze vaak voor drie en liet dan in het voorbijgaan vallen dat ze eten over had en wij wel met haar mee mochten eten, en zo zaten we dan ‘s avonds vaak met zijn drieën te eten, ieder met een bordje van Therese op ons eigen balkon, en tijdens die avonden laaide de discussie weer hoog op, nu niet tussen jou en mij maar tussen jou en Therese, die veel meer over die hele crisis wist dan wij tweeën, al vond jij dat ze geïndoctrineerd was door haar antikapitalistische vrienden, en volgens Therese was het bereikte akkoord een schande voor de Europese Unie, een historisch dieptepunt waarbij de Europese financiële instellingen en het IMF geld probeerden te verdienen over de rug van het Griekse volk en de Griekse publieke voorzieningen door Europa werden verkwanseld aan het grootkapitaal, en ik vond het allemaal behoorlijk plausibel klinken wat ze zei, maar jij werd bozer en bozer, en jullie gingen er maar over door, trojka dit en trojka dat, tot ik het woord niet meer kon horen, en opeens zag ik mezelf niet meer als Griekenland of Duitsland maar als een diplomaat die voortdurend de aandacht van de hete angel naar de verkoelende gazpacho probeerde te verplaatsen, waarvan ik zei dat ik hem heerlijk vond, hoewel ik er later in bed tegen jou over klaagde dat er te veel knoflook in had gezeten, want ik hield er niet van om ‘s ochtends wakker te worden met een knoflooksmaak in mijn mond, en jij bood aan om de knoflooksmaak uit mijn mond te likken, wat natuurlijk niet kon omdat jij zelf ook die gazpacho had gegeten, maar het gebaar was lief, en ik geloof dat dat ook een van die zeldzame avonden was dat je mij in je armen door de gang van het appartementengebouw naar de deur van mijn eigen appartement droeg en me daar welterusten kuste, zodat het apart slapen bijna iets romantisch kreeg, wat er mogelijk ook de oorzaak van was dat jouw afweersysteem kort daarna op tilt sloeg en ik weer dagenlang tegen je rug moest aankijken, en ik was opgelucht toen het KNMI aankondigde dat de laatste week van juli uitgesproken koel zou verlopen, zodat er sowieso geen reden meer zou zijn om op het balkon te gaan zitten ‘s ochtends, en omdat jij de klootzak was vond ik dat ik degene was die recht had op het avondeten van Therese, dat we nu bij haar binnen opaten, terwijl zij vertelde over haar inspanningen om het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Canada tegen te houden, en ik moet eerlijk bekennen dat ik stiekem medelijden met haar had, want ik dacht dat ze eenzamer was dan ik omdat ze door al dat werken niemand had om seks mee te hebben en ik wel, al was diegene dan soms een tijdje onbereikbaar, maar langzaam begon het me wel te dagen dat ik jou helemaal niet had, dus gooide ik begin augustus voor ik op zeilvakantie ging een briefje bij je in de bus waarin ik onze verhouding opzegde, geen crisisoverleg, geen nieuwe steunmaatregelen, klaar en afgelopen, maar ik was nog niet in Akkrum aangekomen of je had me al drie nieuwe berichten gestuurd waarin je de onderhandelingen weer probeerde te openen, en toen een vriend van de vriend die de zeilboot had geregeld me vroeg of ik na de vakantie nog eens een ijsje met hem wilde eten hield ik de boot af, want inmiddels had je me geschreven dat je naar een nieuwe therapeut was geweest die je zou gaan helpen je te leren binden, omdat je je graag aan mij wilde binden, je wilde het leren, voor mij, ook samen slapen, want je dacht dat we echt een kans maakten samen, als stel en misschien wie weet ook wel als ouders, ooit, met mij zag je dat heel misschien wel voor je, en die vriend van die vriend was jonger, knapper en normaler dan jij, maar hij was jou niet, en ik vond het idee dat al het leed dat ik tot nu toe had geleden misschien toch niet voor niets was geweest te aantrekkelijk om er niet opnieuw in te geloven, en terug in het appartementengebouw brak er een nieuwe periode van huiselijke warmte aan, terwijl het buiten regende, en als Therese voor ons kookte zaten jij en ik vaak met zijn tweeën op een van onze balkons, en even zag onze toekomst er zonnig uit, maar natuurlijk bleef het niet zo, en wat ik zo mooi vond aan Therese was dat ze nooit een spier vertrok als ze ons samen of juist weer apart zag zitten, stralend van liefde of met strakke betraande gezichten; zo fel als ze was over de Europese handelspolitiek, zo mild was ze over ons gedoe, dat dacht ik tenminste, maar op een avond vlak voor ze weer naar Brussel zou vertrekken, toen jij en ik na een paar kille dagen weer samen op mijn balkon hadden zitten vozen en ik nog even in mijn eentje zat na te genieten met een kopje thee, zag ik vanuit het donker Thereses gezicht tussen haar planten verschijnen. ‘Je geeft jezelf weg, vrouw. Je geeft jezelf weg.’ Ze keek opzij de avond in, waar de witte bol van de KNMI-toren stil tussen de kruinen van de bomen hing. ‘Ik ga dit maar één keer zeggen. Jullie zijn me allebei heel dierbaar, en je bent een volwassen vrouw, dus je moet doen wat je zelf goed acht, maar alleen ben je beter af.’ Ze zuchtte een paar keer diep. ‘Als wij vrouwen onszelf niet eens weten te redden, hoe moet het dan met de wereld?’ En ze ging weer naar binnen, en ik denk dat het op dat moment pas tot me doordrong hoe onmetelijk eenzaam ik eigenlijk was, maar nog lukte het me niet om er een punt achter te zetten, en ik weet niet meer precies hoe het daarna verderging, in de herfst ging ik dacht ik nog een nachtje bij je op bezoek op je vakantieadres in Drenthe, ik raakte je kwijt en ik vond je weer terug, of jij mij, en Therese ging op televisie in debat over dat vrijhandelsverdrag met een vrouw van de VVD die later nog minister is geworden, Therese heel naturel opgemaakt en die VVD’ster met violette lippen en zwart getekende wenkbrauwen, zodat je al aan hun gezichten kon zien dat die violette lippen het zouden winnen van onze lieve Therese, niet op inhoud maar op stelligheid, en Griekenland begon met het uitvoeren van de maatregelen die hoorden bij het derde steunpakket, en allemaal trokken we aan het kortste eind, behalve misschien Duitsland, al zou jij daar vast anders over denken, maar inmiddels praten we gelukkig nooit meer met elkaar, want ik denk niet dat ik het op zou kunnen brengen om jouw uitleg over het verschil tussen mannetjes- en vrouwtjesmerels nog eens aan te horen.

Gerda Blees (1985) schreef een verhalenbundel, een dichtbundel en een roman. De laatste, Wij zijn licht (2020), werd bekroond met de Nederlandse Boekhandelsprijs en de European Union Prize for Literature. Deze zomer verschijnt haar tweede dichtbundel, Week, en studeert ze af aan de afdeling DogTime van de Gerrit Rietveld Academie.

Meer van deze auteur