slingerend sta ik op
mijn beide benen
de bus vertrekt
de hond zwaait mij uit
de chauffeur zet de radio aan

hoofden verdrinken in schermpjes
ik wankel het middenpad in
oefen rustig rustig blijven
dit is mijn dag

staart de man naast me
in blauw uitgelicht:
blote wijven en harde geweren
ik geef geen kik

buiten zoemen er auto’s de snelwegen op
knipperlichten overal om me heen en ik adem en ik adem

totdat dat ene wijf in mijn hoofd uit elkaar knalt

ik vraag de man luid of het weg mag
doet hij niks en ik vraag weer en weer en
kijkt hij naar buiten

ik sla hem op zijn bek
vol & vet

ik heb bloed op mijn handen
stemmen dwarrelen de bus door

ik hoor niet hier ik ben wie ik ben ik ben

ik mag passeren en het regent buiten
ik heb mijn halte gemist
ik denk aan mijn moeder en aan wasmiddel
ik heb een rugzak met herrie

Albertina Soepboer (1969) woont in Harlingen. Ze schrijft in het Fries en in het Nederlands. Haar laatste bundel, Vertakkingen, verscheen in 2019. Daarnaast werkt ze als docent Fries en Spaans in het middelbaar onderwijs.

Meer van deze auteur