And in a moment they were swept before the deluge.
– Jackson Browne

In 3, misschien wel 4D of meer, inclusief flashbacks naar Atlantis: ANTARCTICA. Het klinkt als de naam van een mythisch continent, ooit, in dreamtime, vanuit de diepere lagen van het onderbewuste in het leven geroepen om de aarde en onze dromen en gedachten daarover een even concreet als kosmisch ankerpunt te geven, een plek waar de werelden van de mythe, goden, mens en natuur met elkaar in evenwicht worden gehouden. Ik moet denken aan de bewoordingen waarin Richard E. Byrd, ontdekkingsreiziger en admiraal, in 1954 in een tv-interview sprak over ‘een gebied, zo groot als de Verenigde Staten’ dat zich daar beneden ‘behind the ice’ zou bevinden: ‘And that’s beyond the pole, at the other side of The South Pole, unexplored.’ Achter het ijs? Aan gene zijde van de pool? Wat kan daar nog zijn? Een doorgang naar een andere wereld, het paradijs, de onderwereld, shangri-la? Zo klinkt het dus wel, en (daar gaan we!) zo móét het ook klinken – zou het in elk geval weer moeten gáán klinken, als we tenminste serieus werk willen maken van het repareren van de disfunctionele relatie die wij, zeker sinds Descartes, die alles van de natuur tot zielloos object, lees dood, verklaarde, met Moeder Aarde onderhouden, volgens het kapitalistische beschavingsmodel van ontdekken, onderwerpen, uitbuiten en vervolgens zo veel mogelijk negeren of ontkennen van wat de gevolgen zijn. Tot aan de ‘deluge’ aan toe, want liever met man en muis vergaan dan onder ogen zien wat we uit hebzucht, zelfzucht en machtshonger hebben aangericht: daar zouden we maar ‘naar’ van worden, angstig wanhopig verdrietig, hulpeloos boos beschaamd en berouwd, kortom: wat we vanuit de hoogmoed van het ik-bewustzijn hebben gediagnosticeerd als ‘depressief’ – en dat is slecht voor de handel, om nog maar te zwijgen van ons zelfbeeld. Jammer dan. Het ‘ship of death’ waarvan D.H. Lawrence dichtte dat we het tijdens ons leven moeten bouwen om daar dan te zijner tijd zielsgewijs zo heel mogelijk mee aan gene zijde te geraken, is niet langer een soort privé-ark die tegen alle stormen bestand is: het is de ziel van de wereld zelf, die nu als een te zwaar beladen vuilnisboot bezig is te zinken.

Met z’n allen individueel in therapie gaan helpt niet meer, integendeel, daar worden we maar apathisch van. Om letterlijk en figuurlijk het vege lijf (de aarde ís ons lichaam) te redden zullen we terug moeten naar een dieper (en ouder) soort psychologie, een eco- in plaats van een egopsychologie, en de dingen weer hun ziel teruggeven, hun waardigheid, schoonheid en eigenheid – ‘the poem in the heart of things’, zoals Wallace Stevens het noemde. En ik denk dat dat ook precies is waar Robert E. Byrd, ontdekkingsreiziger en admiraal, onbedoeld op doelde – dat het enorme onverkende gebied ‘beyond the pole’ deze wereld zelf is, maar dan gezien zoals zij werkelijk is: bezield, het Antarctica aan gene zijde van de pool. In Byrds eigen woorden: ‘So there is a lot of adventure left down at the bottom of the world.’

Roel Bentz van den Berg (1949) studeerde filosofie. Behalve schrijver was hij ook radiomaker bij het VPRO-programma De Avonden en medewerker van NRC Handelsblad. Van zijn hand verschenen meerdere essaybundels, waarvan Zapdansen (2005) de Jan Hanlo Essayprijs Groot kreeg. In 2016 verscheen zijn meest recente roman Het naderen van een brug. 

Meer van deze auteur