Niet alleen het recente Verlovingstijd, vrijwel alle boeken van Maarten ’t Hart getuigen van een constante worsteling met de alles en iedereen beheersende fenomenen liefde, seksualiteit en partnerkeuze.

Zinnig daarom om dieper in te gaan op óns soortspecifieke baltsgebeuren.

Maarten ’t Hart studeerde biologie in Leiden en promoveerde in 1978 op het voortplantingsgedrag van de driedoornige stekelbaars, het favoriete Leidse proefdier van die tijd.

Dat geur een belangrijke rol speelde in het voortplantingsgebeuren bij dieren was volop bekend in die jaren, maar dat ook onze soort zich bediende van dergelijke primitieve communicatie waagde men niet te vermoeden.

De liefde – zo halen we uit de boeken van ’t Hart – heeft ten doel mensen bijeen te brengen ten behoeve van de voortplanting. Een soort stilzwijgende, maar soms ook heel luidruchtige overeenkomst tussen twee mensen – meestal van verschillend geslacht – waarbij beiden hun erfelijke eigenschappen inbrengen, en elkaar én het eventuele nageslacht zorg en bescherming bieden.

Partnerkeuze in het zoogdierenrijk vertoont wonderbaarlijke overeenkomsten. Het is ook nauwelijks te verwachten dat de luttele generaties vuistbijlen maken, speerwerpen en boekdrukken enige invloed hebben op een tientallen miljoenen jaren oude succesformule.

Een rimpel in onze wordingsgeschiedenis.

De staart als billboard

De trukendoos waarmee we onze toekomstige levenspartner uitzoeken is hecht in onze genen verankerd. Het kost sommigen misschien moeite om alle romantiek die dagelijks over ons wordt uitgestort in de vorm van literatuur en film op zo’n kille manier geportretteerd te zien, maar een dergelijk kortdurend beschavingsoffensief zet evolutionair nauwelijks zoden aan de dijk.

Het zijn slechts variaties op een succesformule, waarvan de Lieve Heer uit de jeugd van Maarten ’t Hart al miljoenen jaren geleden inzag dat het een verdomd goede was, een die zeker moest beklijven.

Wie had ooit kunnen bedenken dat het zo leuk zou worden!

Altijd zal in de jacht op een partner door mannen en mannetjes moeten worden geshowd. Daarom buitelen in de Waterlandse weilanden opgewonden kievieten en grutto’s in gewaagde baltsvlucht en pronken in Artis een verliefde pauwman en de van testosteron sidderende kalkoense haan vol pracht en praal voor hun hennen. Handtastelijke pubers, zwijmelende stelletjes en ouders met kroost demonstreren dat er intense belangstelling bestaat of bestond voor de andere sekse.

Liefde heet dat, en betrokkenen hopen dat de bijbehorende gevoelens voor de duur van één broedseizoen of zelfs voor ‘eeuwig’ beklijven, in ieder geval voor een soortspecifieke periode, nodig om kroost van voldoende omvang en kwaliteit te verzelfstandigen.

Bij de partnerkeuze speelt bij verreweg de meeste diersoorten, en ook bij de mens, het vrouwelijk geslacht de hoofdrol. Niet onlogisch, zij bezitten slechts enkele geslachtscellen – bij onze soort slechts één per maand – terwijl mannelijke dieren dagelijks tientallen miljoenen zaadcellen produceren. Mensen- en andere zoogdiervrouwen investeren bovendien in zwangerschap en borstvoeding.

Zij moeten dus zuinig zijn op hun eicellen en met zorg kiezen wie de c.q. haar eer wordt gegund. Eenmaal een verkeerde keuze en een heel broedseizoen is vergooid of – in het geval van mensenvrouwen – er gaan zo’n zes kostbare jaren verloren met de zorg voor minder kansrijk kroost.

Mannen en mannetjes demonstreren daarom een veelheid aan interessante eigenschappen en signalen op basis waarvan de andere sekse een verstandige keuze kan maken. De heren der Schepping moeten er dus voor zorgen dat ze worden gezien, gehoord, geroken en gelezen. Geen slechte beroepskeuze van ’t Hart; op het wensenlijstje van zoekende vrouwen scoren kunstenaars torenhoog.

Bij veel dieren gaan avances gepaard met risicovol uiterlijk vertoon.

Bij de pauw is geconstateerd dat onder hennen de haan met de mooiste en langste staart veruit favoriet is. Een verstandige keuze, het nageslacht van mannen met de langste sleep blijkt ‘ondanks’ deze formidabele handicap de grootste overlevingskans te hebben. Een gaaf en goed ontwikkeld verenpak staat voor gezondheid, afweer tegen parasieten en een goede voedingstoestand.

Sommige vogels, zoals de renkoekoek en de klapekster, bieden de prinsessen van hun dromen voedsel aan om te laten zien hoezeer ze in staat zijn voor mevrouw en haar – maar vooral zijn éígen – nageslacht te zorgen.

Dank voor stank

In de lente is de lucht bezwangerd met signalen waarvan vele de liefde dienen. Toenemende daglichtlengte en temperatuurverandering, gevolgd door de groei van interessant nestmateriaal en voedsel, maken de dierenwereld voortplantingsbereid. De mens echter, is het hele jaar behept met lentegevoel. Communicatie ten dienste van de voortplanting vindt onder andere plaats door middel van feromonen, afgescheiden geurstoffen, die in zeer lage concentraties in de buitenlucht zweven – bij driedoornige stekelbaarzen natuurlijk in het water. Deze feromonen brengen allerlei verrassende reacties teweeg en vermogen ons gedrag danig te beïnvloeden.

Een boeiend feromoon, waarover in de wetenschappelijke wereld nog volop wordt gesteggeld of het bij onze soort een rol speelt, is de bijzondere geurstof die vrouwelijke zoogdieren produceren rond de ovulatie of eisprong. Deze, door vrouwelijke geslachtshormonen gestimuleerde, geurige afscheiding laat het mannetje weten dat de tijd en de eieren rijp zijn en dat er van hem het een en ander wordt verwacht. Of deze geurstoffen, die ook door de vrouwelijke mens worden aangemaakt, enige invloed hebben op de lentedrift van hun mannelijke omgeving is niet duidelijk. Wel staat onomstotelijk vast dat in de periode rond de ovulatie door vrouwen meer wordt geflirt, vreemdgegaan en bloot wordt getoond. Wetenschappelijke observaties leerden dat dan het decolleté aanzienlijk in zuidelijke richting oprukt en de rokzoom noordwaarts.

Maar wij doen merkwaardig genoeg ons best om onze natuurlijke communicatiemiddelen onnatuurlijk te beïnvloeden met textiel, zonnebrillen en deodorants. Want ook wij communiceren met de andere sekse door middel van geursignalen en lichaamstaal. En sinds enige tijd ook via geluiden uit onze keel, mogelijk gemaakt door markante evolutionaire veranderingen in ons strottenhoofd.

Vele generaties later pas werd het arsenaal aan communicatiemiddelen aangevuld met drukwerk zoals deze bijdrage.

Dieren en planten hielden het bij het oude.

Maar wat stuurt nu vooral de verliefde mens, een aspect dat in vrijwel ieder boek van Maarten ’t Hart zo’n prominente rol speelt.

Van muizen is bekend dat zij een voorkeur hebben voor partners waarvan enkele erfelijke eigenschappen, die coderen voor eiwitten die een belangrijke rol spelen in het immuunapparaat – het MHC-complex –, zo veel mogelijk verschillen van de eigen. In het kader hiervan gaan vrouwelijke muizen bewust op zoek, desnoods buiten de eigen kolonie, naar mannelijke partners waarvan de eiwitten op een bepaalde manier van de eigen eiwitten verschillen. Nakomelingen voortgekomen uit dergelijke oudercombinaties hebben een efficiënter wapenarsenaal om binnendringende ziektekiemen en parasieten te lijf te gaan dan nakomelingen van andere oudercombinaties.

Ook de menselijke partnerkeuze heeft blijkbaar iets van doen met het MHC.

In onderzoek werd vrouwelijke proefpersonen gevraagd te ruiken aan door mannen gedragen T-shirts en zodra uitgesnoven, aan te geven met wie van de dragers zij het liefst een avondje zouden willen stappen, en de rest.

Mensen bleken niet anders dan muizen: de keuze viel vooral op de man met het MHC dat maximaal van het eigen verschilde.

De wereld van de liefde en de bijbehorende communicatie is complex. Er is geen enkel marketingdiploma of promotieonderzoek op stekelbaarzen dat daarop voorbereidt. In ieder geval, als bij de mens aantrekkingskracht inderdaad zo sterk door het MHC-complex wordt beïnvloed als op dit moment wordt vermoed, dan staat ons nog een verrassende nieuwe generatie parfums, aftershaves en deodorants te wachten.

De liefde ontleed

Moeten mannelijke dieren het nog vooral hebben van risicovolle handicaps als onhandige geweien en horens, zang, balts en waaghalzerig gedrag, ten behoeve van de mensenvrouw is het relatief nieuwe selectiecriterium sociale intelligentie geïntroduceerd. Het grootste deel van de ovulatoire cyclus liggen mensenmannen behept met empathie, originaliteit, creativiteit en humor dan ook het best in de markt, maar rond de eisprong winnen eigenschappen met een hoog baviaangehalte weer aan gewicht.

Partnerkeuze blijft voor de vrouw een complexe aangelegenheid. Het is altijd maar hopen dat de man die het juiste erfelijke materiaal aanbiedt, ook degene is die de beste zorg, bescherming en trouw aanlevert en daarnaast natuurlijk behept is met rijkdom en maatschappelijke positie. We willen niet alleen een blozend gezonde baby in het kraambed, onze larven moeten ook nog eens de jaren tot het altaar zien te overbruggen. Vaak is daarvoor de inzet van twee mannen vereist.

Buitenechtelijke escapades bij onze soort zijn dan ook – evenals dat bij dieren het geval is – bepaald geen uitzondering. Algemeen wordt aangenomen dat in de westerse wereld zo’n 10 procent van de kinderen een andere biologische vader heeft dan de huwelijkspartner van zijn of haar moeder.

Soms worden hogere scores gemeld.

Volstrekt natuurlijk natuurlijk, je moet het als man alleen niet weten.

Sommige onderzoekers vragen zich dan ook in gerede af of pure monogamie, dus het kerkelijk huwelijk ‘tot de dood ons scheidt’, wel bij onze soort hoort.

Er wordt wel vermoed dat seriële monogamie, dus een huwelijksband voor de periode van zes tot zeven jaar – zwangerschap plus jager-verzamelaar speenleeftijd – meer past. Zijn we toch eenmaal bezig, dan maar meteen even onderscheid maken tussen sociale en seksuele monogamie.

Liefde lijkt dus niet meer dan kille berekening en een vleugje chemie. Gevoelens van liefde of verliefdheid lijken de vreugdevolle resultante van een akelige rekenformule, waarin aan geuren, fysiek, stemgeluid, materiële welstand en maatschappelijke positie elk een bepaalde waarde wordt toegekend met als uitkomst de gevoelsuiting: liefde en verliefdheid.

Darwin en ’t Hart

De Origin of Species – Over het ontstaan der soorten – van Charles Darwin is zonder twijfel een van de belangrijkste en meest besproken boeken aller tijden. Zeker in de tijd dat het levenswerk van Darwin werd gepubliceerd (1859), maar ook nu nog in het streng gereformeerde ouderlijk nest van Maarten ’t Hart, was het joods-christelijke scheppingsverhaal de enige en onaantastbare waarheid. Alles wat riekte naar evolutie werd ervaren als een directe aanval op de Bijbel.

Darwin heeft later zijn betoog omwille van de lieve vrede, vooral ook thuis, steeds verder afgezwakt. Maar de twijfel bleef: ‘Ik ontken niet dat er talrijke en belangrijke bezwaren gemaakt kunnen worden tegen de theorie van afstamming met modificatie door natuurlijke selectie.’

De schepping uit Genesis en de evolutieleer bijten elkaar natuurlijk niet. Het prachtige scheppingsverhaal is een goddelijke openbaring voor de ene categorie gelovigen en een geloofsbelijdenis voor de andere, de evolutieleer is natuurlijke historie. Wetenschap dus.

Het is dan ook spijtig te moeten constateren dat zo veel gelovige wetenschappers zich volstrekt onnodig hebben lopen uitputten in het zoeken naar een synthese tussen evolutieleer en het verhaalde in Genesis.

In de meest recente spruit aan deze heilloze stam schuilen de aanhangers van Intelligent Design. Zij verkeren in de stellige mening dat het ontstaan van bepaalde eigenschappen van levende organismen alleen kan worden verklaard als het werk van een ‘intelligente ontwerper’ in plaats van uit evolutionaire, ongeleide processen als natuurlijke selectie.

Men kan zich er blijkbaar niet mee verzoenen dat nog niet alles is ontdekt.

Waarom geen bewondering voor de God die duizenden jaren geleden de Bijbel aan zijn volk dicteerde en tevens de bijzondere mens Darwin het levenslicht heeft doen zien?

Vernieuwers hebben het nu eenmaal niet gemakkelijk met de gevestigde orde. Daarin was Jezus Darwin al voorgegaan.

Voor de gelovigen, die nog slechts een klein duwtje in de rug nodig hebben om beide versies van het ontstaan van onze soort te kunnen omarmen: de Oost-Afrikaanse Rift Valley, de vermoedelijke bakermat der mensheid, loopt ononderbroken door via de Rode Zee, de Dode Zee tot diep in het Jordaandal, de plek waar duizenden jaren geleden het Boek Genesis werd geconcipieerd…