Precies tussen binnen en buiten ligt een ontoegankelijke tussenwereld. In een gedeelte van het politiebureau dat het publiek zelden ziet, bevinden zich de arrestantencellen: kale ruimtes die doen denken aan automatische stations-wc’s. Je vindt er een man onder invloed die zijn kleren uitgetrokken heeft en poedelnaakt ligt te trillen op zijn bed. Je vindt er een mollige tiener die ervan verdacht wordt een leeftijdsgenoot te hebben gestoken, maar die nu vooral angstig overkomt. Plastic zakken om zijn handen beschermen eventueel bewijs onder zijn nagels. De jongen heeft glassplinters in zijn voetzolen en de aanblik van zijn eigen bloed op de witte vloer maakt hem onrustig. Zorgvuldig verwijdert een arts de losse stukjes glas, maar ook als er niets meer te zien is klaagt de jongen nog altijd over splinters.

Jaarlijks komen er meer dan 30.000 mensen in de gevangenis terecht, bij elkaar een kleine gemeente, Lochem bijvoorbeeld. Ik stel me voor hoe alle inwoners van Lochem op een vooraf bepaalde dag hun spullen pakken om zich bij de gevangenis te melden. Ik stel me voor dat je ze allemaal zou zien, wachtend bij de ingang van een van beide gevangenissen op fietsafstand van mijn huis, precies tussen het pittoreske oud-Overschie en de drukte van Rotterdam. Daar, langs de oever van de Schie, zou een rij staan van grofweg acht of negen kilometer, voornamelijk mannen. Ontzettend lief alleen vaak voor de verkeerde; blijer van geven dan van krijgen; milieu-deskundige; kan geen dag zonder muziek; vaak bezig met sporten en de tuin; ben wel autisties maar ik hou wel van alles.

Ze zijn er niet, natuurlijk. Maar de gevangenis zelf kun je onmogelijk over het hoofd zien, spiegelend en knaloranje. Het gebouw geeft je de wolken en het water terug als je eraan voorbijfietst, maar het geeft niets prijs van zijn geheimen. Een gouden sfinx, noemt architect Carel Weeber het zelf.

Je hoeft maar even in de tussenwereld te zijn om te beseffen hoe weinig er klopt van het overbekende verhaal over misdaad en straf. Boeken, films en series stoppen als de verdachte in een politieauto verdwijnt, zijn hoofd begeleid door een beschermende hand. Omdat we de verdachte nooit meer terugzien, zijn we geneigd te geloven dat hij voor altijd wegblijft.

Het echte verhaal heeft een andere vorm, lost zich maar zelden netjes op. De bewoners van de tussenwereld – degenen onderweg naar een gevangenis, bijvoorbeeld die aan de Schie, en de anderen die aan het einde van hun dienst naar buiten stappen – zijn met elkaar verbonden in een eindeloze, zich voortdurend herhalende dans. Die dans draait niet om lijnen, maar om cirkels die steeds dieper ingegraven raken.

Het gebouw aan de Schie keert zich van de wereld af, het heeft alleen maar buitenkant. Je kijkt ernaar, je blik ketst af. Wat achter de hekken gebeurt, blijft onzichtbaar: wie binnen zit, blijft buiten beeld. Kunstenaar Robert raakte geïntrigeerd door het gebouw. Weeber testte zijn ontwerp in 1986 door zelf te overnachten in een proefmodel, een nagebouwde cel op ware grootte. Voor Robert was dat een even interessant als onmogelijk gegeven. Hoe test je in de spanne van een enkele nacht het leven in een tijd die zich eindeloos uitstrekt? Hoe test je in volledige vrijheid wat het betekent om voor alles afhankelijk te zijn van anderen? Hoe test je een gevangenis wanneer je je ontwerp als een hotel ziet?

Hoe weet je ooit echt hoe het daar is, aan de andere kant van de muur? Buiten zie je niet wat er binnen gebeurt. Omgekeerd verlies je binnen al snel alle banden met buiten. Binnen ben je alleen, of je bent op je hoede. Dus word je harder, word je muren zonder toegang.

Ontzettend lief alleen vaak voor de verkeerde; blijer van geven dan van krijgen; milieu-deskundige; kan geen dag zonder muziek; vaak bezig met sporten en de tuin; ben wel autisties maar ik hou wel van alles. De woorden zijn die van gedetineerden op zoek naar contact met vrouwen buiten. Hun advertenties worden geplaatst via Bonjo, een ‘vakbond’ voor gedetineerden en hun achterblijvers. In De Bonjo,die ook binnen wordt gelezen, vind je een kritische bespreking van het regeerakkoord naast de brief van Denise die haar vriend wilde bezoeken en zich tot op haar borsten moest uitkleden omdat fouilleren ‘door Corona niet mogelijk was’. Onder de abonnementsprijs een citaat: the essence of journalism is the principle of verification. Verificatie: het onderzoeken van echtheid. Om ook maar iets te zien van hoe het echt is aan de andere kant van het hek, moeten woorden en beelden van binnen naar buiten kunnen reizen en omgekeerd. Een tussenwereld: een tunnel die de spiegelingen van de buitenmuren ondergraaft.

Door een verandering in het subsidiestelsel wordt Bonjo nu met opheffing bedreigd.


In de jaren tachtig verveelvoudigde het aantal Nederlandse strafcellen. De opvallendste gevangenis uit die tijd is De Schie in Rotterdam, die nog steeds in gebruik is. In 1986 liet architect Carel Weeber een replica bouwen van een enkele cel, precies zoals hij die in De Schie voor ogen had. Met de replica op ware grootte wilde de architect het gebruik van de ruimte voorstelbaar maken en zo zijn ontwerp testen. Deze test staat centraal in de film Interieur van een sfinx (werktitel). De kunstenaar, Robert, heeft de replica exact nagebouwd voor een nieuwe test van het ontwerp, nu met acteur Ali-Ben Horsting, Carel Weeber zelf én een anonieme ex-gedetineerde van De Schie. De film is te zien bij de Rijksakademie Open Studios, tussen 12 en 22 mei.