1. Geef ons heden onze dagelijkse stroomstoot.

  2. Geschiedenis als utopie, aangeraakt door de vergetelheid.

  3. De burgemeester vraagt of ik trots ben, nadat we Zuid hebben gesloopt.

  4. De burgemeester vraagt of ik trots ben, nadat we Plaswijck in as legden.

  5. Ons leven is meer dan een politieke dimensie, maar pleiten we voor menselijkheid, oud woord, laten we dan de opgestuwde randen eren van het eiland waar Hooglanders grazen in de Maas.

  6. Eiland van Brienenoord.

  7. De koeien kijken niet op als we wegscheuren op onze scooters met het haar dat als rode vitrage over onze rug danst.

  8. Eergisteren zei de burgemeester dat we een solidaire stad zijn, waar we voor elkaar opkomen.

  9. We is een moeilijk woord.

  10. De burgemeester bedoelde dat we elkaar niet slopen, niet kleineren, niet verbouwen, niet ontkennen, niet gebruiken, niet op de straat laten liggen.

  11. Ik sprak Kees, hij is al acht jaar ziek en mager als een kwast. Kees woont op zijn balkon. Had Kees jaren niet gezien. Heb je die kat nog, vroeg hij. Kees heeft eerder een kat vermoord. Ik wilde verder lopen, maar iets weerhield mij. Hij maakte mijn fiets vroeger gratis.

  12. We is een moeilijk woord, maar onverbiddelijk.

  13. Toen de ochtendklok afging heb ik geoefend in online burgerschap – een pilot. ‘Bij welke vraag hoort het goede antwoord?’ ‘Antwoord: alle wereldtalen!’ ‘Vraag: Wat leert u in een Rotterdamse taalles?’

  14. De stad heeft het geheugen van de stad verschroeid. De straat moest nog eens wijken voor rennende types, stijf van de coke, klaar om een slag in de lucht te doen, patriots of the void.

  15. Dan komt de dichter in beeld, diens werk zou een aanklacht tegen de tijd zijn. Pathos is hem niet vreemd, door gebrek aan feitenkennis.

  16. Een parabel.
    In de achtste eeuw werd in China de eerste krant ter wereld gepubliceerd, onder de Tang-dynastie, Kaiyuan Za Bao. Haal je Kaiyuan Za Bao door Google Translate dan krijg je ‘cayenne diversen’, gemengde pepers, voor een krant een passende naam. Vanaf het jaar 713 verzamelde de redactie het politieke en binnenlandse nieuws, dat vertaald werd voor de provincies. Daarna trokken koeriers het land in. Kaiyuan Za Bao werd met de hand gedrukt op zijde, werd met de hand gedrukt op zijde, werd met de hand gedrukt op zijde. De krant werd met de hand enz.

  17. We moeten de hemel als lucht dragen ook als die drukt. Het antwoord op de volgende vraag is goed. Des keizers dynastie ging aan meineed en sabotage ten onder. Het is niet bekend of dat aan de kwaliteit van de zijde lag.

  18. Dichters zijn slordig met feiten, maar de sorteermachine van de tijd doet zijn werk: linksom, rechtsom wringt die meedogenloos en ironisch de geheugens uit. En daarna het geweten.

  19. Ik heb de stad op haar mooist gezien vanaf de Willemsbrug. Zilveren gebouwen, bronzen lucht. Boven de rivier cirkelen meeuwen.

  20. Ik heb de stad op haar vitaalst gezien uit tramlijn 23.

  21. Iedereen weet dat verbeelding een kostbare leugen is: een flits, een verrukking, een spel tussen de golven.

  22. Probeer de verminkte wereld te bezingen, schreef de Poolse dichter Zagajewski. ‘Denk aan momenten waarop jullie samen/ in de witte kamer waren en de vitrage bewoog/ Keer terug naar dat concert. Toen de muziek losbrak.’

Anne Vegter (1958) is dichter. Recente boekpublicaties zijn Zam Zam (2023) en Big data (Ida Gerhardt Poëzieprijs 2021). 

Meer van deze auteur