Redactioneel
Welcome stranger

Torture truth from the worms and rocks! Make the very sand reveal its secrets! Tell all that I am invincible –
I am DOOM ITSELF!
– Marco Rota, Night of the Saracen
Je bent zojuist gevraagd om te komen drummen in een deathmetalband. Per sms. Niet de manier waar je op gehoopt had, maar dat geeft niet. Steek je hoofd door het kantelraam van je slaapkamer en awoe naar de maan, arrogant tevreden dat je daar nu een reden voor hebt. Je vader en je zusje hebben geen idee wat dit in gang gaat zetten. Dit is je uitweg. Dit is pas het begin.
Poets je kniehoge laarzen. Zing mee met King Diamond terwijl je tussen de kortgeknipte wilgen naar de eerste repetitie fietst. De velden zijn rijen modderklonten met dotjes sneeuw. In een ver verleden lagen hier de lijken van Saksische krijgers te wachten op de kraaien die zouden neerdalen uit de schaduw om hun ogen eruit te pikken.
Je bent veel te vroeg. Trap naar klonten aarde terwijl je wacht op de rest.
De bassiste is de enige die je kent: op de basisschool was je goede vrienden met haar zus. Bloedverraad speelt nu alleen nog covers, maar ze zijn van plan om uiteindelijk zelf nummers te gaan schrijven. Met rubberlaarzen over hun Vans lopen de vier bandleden voor je uit, tussen de hooibalen door. Om de spoel van een verlengsnoer heen staan vier versterkers. Achterin zie je een donkergroene drumkit op een paardendeken.
Haal je stokken uit je binnenzak. Verstel de hoogte van de trommels tot je zeker weet dat je ze blind kan raken. Leun voorover tot je oor bijna de snaar raakt en stuiter je stok op het vel. Jullie spelen de nummers die ze al noemden in hun sms: een van Mercyful Fate, een van Darkthrone, en op het einde jammen jullie een tijdje op de riff van ‘Raining Blood’ terwijl jij je inhoudt om niet te veel te soleren. Na afloop brengt de vader van de bassiste mokken met warme chocomel. De zangeres deelt chocoladesigaretten uit en vertelt je dat je echt Nier: Automata moet gaan spelen. Geen van drieën zegt iets over je drumwerk. Maar ze vragen je wel terug.
De zangeres mailt je een demo voor het eerste nummer dat ze heeft geschreven. Het heet ‘Bloedverraad’ en ze heeft het ingespeeld op haar laptop. De titel komt van haar Joodse oma, schrijft ze, die dat woord eens gebruikte toen ze over een tante uit Canada sprak die nooit meer op bezoek kwam. ‘Ik wist niet dat je Joods was,’ typ je in, voordat je de e-mail verwijdert.
De slaggitariste heeft altijd dezelfde donkerpaarse blazer aan als jullie repeteren. Ze is dun op een manier die je zorgen baart. Als je haar een directe vraag stelt, verandert ze van onderwerp. Wat je van haar weet moet je bij elkaar puzzelen uit kleine details in haar verhalen. Zoals dat ze alleen over haar moeder praat in de verleden tijd, hoewel je weet dat ze nog leeft. ‘Toen ik dertien was kwam m’n moeder naar me toe,’ zegt ze een keer na een repetitie. ‘Zij van: “Als je gaat drinken wil ik het daar eerst met je over hebben.” Ik had echt iets van: dank je wel, mam, maar daar ben je mooi drie jaar te laat mee.’
Na een repetitie fiets je met haar mee om het einde van een verhaal te horen. Blijf naast haar fietsen tot je bij haar flat bent. Ze nodigt je niet uit naar binnen maar blijft tegen je praten. Dat is genoeg uitnodiging om achter haar aan te lopen.
Op de vijfde verdieping haalt ze een deur van het slot en doet hem dan open door haar hele gewicht ertegenaan te gooien. Het enige meubilair in de woonkamer is een bank, twee matrassen en een rotan koffietafel met daarop een glazen koektrommel vol wiet. Op een van de matrassen zit een gespierde jongen zonder shirt aan op zijn telefoon een filmpje te kijken over hoe je zelf vuurwerk maakt. Hij zwaait zonder je aan te kijken. Vanuit de keuken roept de slaggitariste of je appelsap wilt.
Doe wat ze voorstelt. Dit is goed voor je kunst.
Op de fiets naar school probeer je je alvast voor te bereiden op het leven in een tourband. Jullie bus heet The Bloodmobile; jullie jet Death From Above. Je Wikipedia-pagina zal een apart kopje hebben voor ‘Misbehaviour’. Met een balpen teken je elke dag hetzelfde tekentje op je knokkels. Het is een patroon dat je zelf hebt bedacht, en waarvan je nog niet hebt besloten wat het betekent.
Je gaat vier keer met de slaggitariste mee naar huis voor je haar bij jou uitnodigt. Je vader is er niet; je zusje heeft een concert en hij is haar taxichauffeur. Zijn plan is om op de parkeerplaats te wachten en wat werk te doen, zijn dossiers tegen het stuurwiel aan. Rol met je ogen terwijl je dit aan de slaggitariste vertelt. Ze schudt alleen met haar hoofd met een duisternis in haar blik waarvan je niet weet waar hij vandaan komt.
Ze neemt een Franse horrorfilm mee waar ze het vaker over heeft gehad. Hij is anders dan de melige slashers die je gewend bent. Deze film komt te dicht bij het vuur. Druk je duimnagel in de palm van je hand en weiger weg te kijken, tot ze je kin naar zich toe draait en je kust, hard, met veel kaak. Als je je ogen opendoet kijkt ze je recht aan. Ze lacht niet.
Zet het geluid van de film uit terwijl ze haar shirt uittrekt. Je moet één been op de grond houden om niet van de bank te vallen als je naast haar ligt. Ze wandelt met haar vingers naar je navel en dan omlaag. Je bovenbeen schudt zo hard dat je alsnog bijna van de bank valt.
Ze blijft niet slapen, wat je lichaam vreselijk en je brein een opluchting vindt. Je zou het aan je vader moeten uitleggen als ze ineens aan het ontbijt zit, en je hebt nu al een hekel aan de zelfvoldane lach waarmee hij je gaat vertellen dat dat helemaal prima is, dat hij van je houdt zoals je bent. Op school zou je gelijk ‘De Lesbienne’ worden, je lust iets nobels, je muziek een statement. Zo makkelijk zijn ze niet van je af. Onder de lakens en achter de drums zijn de enige plekken waar je je echt vrij voelt. Daar ga je niemand toelaten die de rest van je leven ook al onmogelijk maakt.
De zangeres heeft een optreden voor jullie geboekt tijdens de bandjesavond in de Willemeen. Dit wordt het moment om te bewijzen wat jullie kunnen. Dit is de doorbraak.
Oefen blast beats tot je vader de zolderdeur openmaakt en iets schreeuwt over dat hij niet meer kan nadenken. Hou op met spelen en kijk hem aan tot hij weggaat.
Leg handdoeken over je trommels.
Jullie zijn als derde aan de beurt, na Dragon Parade en The Sick and the Dying. Bestudeer de posters als de heilige teksten van je nieuwe leven. Blood Rites. Wolpertinger. Henk Is Dood. Lord Limbo, die hier blijkbaar kunnen komen spelen wanneer ze willen. Dag des Oordeels. Scrambled Debutante. Rancid Incantations. Er is niks belangrijker dan dat je van die namen houdt. Dit zijn je nieuwe mensen.
Het ging prima volgens iedereen die je er na afloop naar vraagt. Je zusje staat bij de bar het etiket van een flesje cassis te pulken. Zij vond het vooral hard. Niemand lijkt te hebben gezien hoeveel zwaarbewaakte geheimen je net hebt prijsgegeven. Je voelt je als een uitgeholde boom, een vis zonder ingewanden. Je besluit dat dat geen slecht gevoel is.
Drink tot je je slecht voelt en ga dan door met drinken. Vlak voordat je wilt weggaan komt de gespierde jongen ineens binnen en trekt de slaggitariste aan haar pols mee naar buiten. Als je achter hen aan loopt gebaart ze fel dat je haar met rust moet laten.
Jullie volgende optreden is op een afstudeerfeest van iemand die de gitariste kent. Alle bandleden krijgen drie drankjes en een bord barbecue. ‘Ik hoor dat een van de gasten van Lord Limbo ook komt,’ zegt de zangeres vrij nadrukkelijk.
Na de repetitie bijt de slaggitariste in je nek alsof ze bloed zoekt. Je staat tegen zo’n baal hooi in zwart plastic gedrukt. De knokkels van haar middelvinger bobbelen onder je rits. Verderop staan vier geiten een stapel takken weg te kauwen. Vermijd hun blikken. Het lukt je niet om Baphomet te zien in hun olijke koppies.
Jullie spelen in een woonkamer vol ingelijste familiefoto’s. De bezoekers lijken niet goed te weten wat ze van jullie moeten vinden. Alleen de neef die achter de gehuurde tap staat roept dat hij fan is; hij geeft jullie de hele avond extra drankjes.
Dan verschijnt de magere jongen en vraagt waar de slaggitariste is. Als hij hoort dat ze op de wc zit doet hij zijn capuchon op, alsof hij zich wil beschermen tegen het volk dat hier is. De zangeres vraagt waarom hij niet gewoon kan wachten tot ze zelf naar huis komt.
Wat hij precies zegt over Joden hoor je niet, maar voor je weet wat er gebeurt staat de zangeres haar vuisten tegen zijn borst te hameren. Je ziet dat het hem pijn doet, maar hij blijft grijnzend naar de zangeres kijken. Als de slaggitariste toesnelt vanaf de wc probeert hij haar mee naar buiten te trekken, maar de bassiste gaat met uitgestrekte armen in de deuropening staan. Je staart naar de slaggitariste. Haar hele gezicht is leeg, alsof ze ergens anders is.
De vader des huizes marcheert in zijn gesteven witte overhemd op jullie af en gooit iedereen de deur uit, tegen de protesten van de leadgitariste in. In de chaos duwt de jongen zich door jullie heen en sleurt de slaggitariste mee naar buiten. Ren achter ze aan. Ze zijn al weg. Achter je slaat de voordeur dicht.
Vijf minuten later zitten jullie bij een bushalte tegen kiezels te schoppen. Het is veel te lang stil. Om iets te zeggen merk je op dat hij de slaggitariste wel onderdak gaf, anders was ze dakloos geweest.
Je zit niet meer in de band. Misschien is de band uit elkaar. Je krijgt in ieder geval geen berichtjes meer.
Er verschijnt een jongen, zoals dat gaat, en hij is aardig. Hij heeft goede smaak en je moeder vindt hem knap. Als jullie samen een film kijken hoef je maar aan zijn schouder te zitten en bam, hij zit boven op je, half romantische held en half verwilderd beest dat zo diep mogelijk in je wil kruipen. Je kunt zien hoe die twee kanten het uitvechten in zijn lichaam. Elke keer dat hij seks met je heeft lijkt hij zowel dankbaar als licht gegeneerd.
Hij bakt brownies voor je en eet die van je buik af, samen met een volle bus slagroom. Hou zijn haar vast terwijl hij de maaltijd uitkotst en daarna in je bed in een zurige coma verdwijnt. Je hebt nog steeds de slappe lach als je in de badkamer met een washandje de kleverigheid van je armen poetst. Als jullie tien dagen officieel samen zijn brengt hij je bloemen. Ja, echt. Bloemen.
Na wat sms’jes komt de slaggitariste nog eens langs, op een avond dat je vader en de jongen er niet zijn. Je wilt het uitpraten, maar het lijkt onmogelijk om geen ruzie met haar te krijgen. Ze komt later die week nog eens langs, en weer staan jullie schreeuwend tussen de fietsen en hockeysticks in de garage.
Je brein schiet in oorlogsstand. Vertel haar niet over de jongen. Hij is een wapen dat je maar één keer kan inzetten. Als je het na drie uur schreeuwen toch vertelt is het niet eens meer om te winnen, maar omdat je te uitgeput bent om het geheim te houden. Neemt niet weg dat ze toch weggaat. Als je haar probeert te bellen zegt een robot dat haar telefoon uit staat. Pas bij de derde keer heb je door dat ze je nummer heeft geblokkeerd.
De jongen wil dingen proberen. Ga daarin mee. Hij stapt van het bed af en trekt zijn rits omhoog zonder je aan te kijken. ‘Het verschil tussen metal en rock heeft uiteindelijk alles met de drums te maken,’ zegt hij, terwijl zijn spul langzaam transparant wordt tussen je borsten. ‘Net als bij jazz.’
Word stug en kortaf. Als hij je vraagt hoe je dag was, geef je hetzelfde antwoord dat je je vader altijd geeft. Langzaam verliest hij zijn romantische interesse, maar hij blijft langskomen om te logeren. Hij wordt ruwer, en je leert dat er een vreemde kracht schuilt in ervoor kiezen om jezelf als oud vuil te laten behandelen. Dit zul je blijven geloven tot je bijna dertig bent.
Nog iets wat je ontdekt: dat er kracht zit in hem afwijzen. Misschien nog wel meer. Nadeel is dat dat maar één keer kan. En nu hangt hij elke avond aan de telefoon om het goed te maken. Zijn oprechtheid is ontwapenend, maar het maakt je nog niet verliefd op hem, en het windt je absoluut niet op. Het duurt een paar lange weken en daarna vindt hij iemand die hem het gevoel geeft dat er niks mis met hem is.
Je ziet de slaggitariste nog één keer, ‘s avonds laat, hand in hand met een blond meisje. Ze kijkt je even aan als je langsloopt. Je herkent de blik in haar ogen. Het is dezelfde blik die ze had als ze over haar ouders vertelde. Ze kijkt alsof ze je luchtpijp uit je keel wil trekken.
Het nieuwe meisje is knapper dan jij. Je haat dat het je opvalt. En dan, als ze voorbij zijn gelopen, kijk je over je schouder om te zien of ze er ook zo goed uitziet van achteren.
Je besteedt de rest van je middelbareschooltijd in de kantine, waar je rood-groene Magic: The Gathering-decks bouwt in de pauzes. Het drumstel staat op zolder. Ergens hoop je dat het gaat roesten, zodat je een excuus hebt om het weg te gooien. Tijdens woordjes leren tik je paradiddles op de rand van je bureau. Je stopt als je zusje vraagt waarom je eigenlijk niet meer drumt.
Als mensen nachtdieren waren, zouden spookverhalen zich dan overdag afspelen?
Per mail word je uitgenodigd voor het afstudeerfeest van de bassiste. Je reageert niet, maar zet het wel in je agenda. Pas op de dag zelf besluit je te gaan; het huis is te heet en sinds de laatste proefwerken lijkt het alsof de tijd stilstaat bij onuitstaanbaar lekker weer.
De enigen die je kent zijn je bandleden en die ontlopen je. Bestudeer de vissen in het aquarium en wurm je dan hun cirkel in. De zangeres groet je halverwege een zin, alsof ze nu pas ziet dat je er bent. De band is inderdaad opgedoekt na het laatste optreden. Eigenlijk hadden ze moeten stoppen toen de drummer vertrok, zegt de bassiste meewarig. De drummer die jíj hebt vervangen. Maar jou lijkt weinig kwalijk te worden genomen. Alle problemen lijken te zijn afgeschoven op de slaggitatriste. ‘Wat een lijpo was zij ook eigenlijk helemaal,’ zegt de gitariste. De rest knikt en dan kijken ze allemaal jouw kant op.
Geef je halfvolle glas aan de zangeres, draai je om en loop door de koude garage naar je fiets. Er is hier niets meer over, niets wat het redden waard is.
Redactioneel
Essay
Verhaal
Verhaal
Essay
Poëzie
Verhaal
Essay
Essay
Poëzie
Verhaal
Essay
Poëzie
Essay
Poëzie
Verhaal
Poëzie
Brieven