Redactioneel
An die ferne Geliebte
Ik weet niet hoe ik moet kijken
zegt de sopraan. Ze stift de lippen
krult de wimpers mompelt
dat ze liever niet op de foto gaat.
Ik heb alleen poeder op
trilt de tenor tevreden.
Waarom slaat hij zichzelf? Hij slaat
en slaat zijn handen voor zijn gezicht
dat verstuift. Een wasem blijft hangen
op mondhoogte. Dämmrungsrot
rolt door de kamer. Kleuren storten
uit zijn maag en ik vloei weg.
Waar ben je? vraagt de sopraan.
Und sein letzter Strahl verglühet
hinter jener Bergeshöh…
De sopraan zoekt een ander landschap
in haar tas. Ik heb ook niets
om mijn gezicht mee af te boenen.
We vegen onze mond uit in lange
banen licht zonder toonhoogte.
Je lijkt op iemand die ik kende.
Waarom kunnen we niet alleen zingen?
Poëzie
Iemand komt van binnen
Verhaal
Niets is wat het lijkt
Essay
De ongelovige sjamaan
Verhaal
Sint-Elmusvuur
Verhaal
Veilig in Jezus’ armen
Essay
Muurbloem
Essay
Bij Job Wouters’ On Writing Fish
Essay
Stranger than known
Essay
To be or not to be – that is not the question. Het Tibetaans dodenboek over denken in de tussenstaat
Poëzie
Psychedelicatessen
Poëzie
Bloedneuzen
Essay
Draadeiland. Afleveringen 1, 2 en 3 van een seriële improv-bunraku-videotrip
Beeld
DALL-E illustraties
Poëzie
Poëzie
Verhaal
Het tweede uur
Essay
Close reading V: ‘Avondgeluiden’ van Paul van Ostaijen
Essay
Zwendelheks. De betoverende poëzie van Annemarie Estor
Poëzie
Het overschot van een gevaarlijk bestaan
Verhaal
De zevende dag
Brieven