ik :zegt Maryna: ben een vluchtmens
een halfwassen zee van schaamte oorlog beschuldigingen
die het lichaam van de slapende stad overspoelt

ik ben een haas die danst op z’n ene overgebleven been
in polonaise door een circustent

hoor de vloerplanken des tijds kraken
mijn afgedankte poten
slaan een kruis bij de wortels maar verkeerd

ik :vervolgt ze/het: ben een hellemens
de nacht heeft in mijn ogen een pupil geboord

ik sta op de wereldweegschaal
en schommel de vervreemdbare getuigenissen heen en weer

de geweldspleging is al zo lang gaande
dat bij elke handeling uitlopers zijn opgeschoten

ik :beweert het: ben een ontstoken pit
in de mond van een druif in vuur en vlam
de planmatige defloratie van klieren

ik ken de spreker niet van gezicht, maar in deze leegten
huisden voorheen dieren met een veelvoud aan tongen
die te voet gingen onder een foeilelijke stralende puntmuts

en zie het gras sluit zijn deuren
de lichtvliesjes worden omvergeblazen
ik vind mezelf terug in de buik van een eindeloze weg

hier glinstert onder elke grens tafelkwik
en ruikt het verraderlijk naar de gebrande suiker van thuis
en gloeit mijn verkleumde voetstap als een kaars in de sneeuw

2019 (vertaald uit het Russisch door Tobias Wals)



de adertjes van de dag pulseren in de intertalige ruimte
de toetsenbordinstellingen wijzigen
alsof je de Karpaten oversteekt
(die constante angst voor de misstap –
de ander niet in zijn taal aanspreken)

wie geht’s
wablief
i don’t get it

de constante angst om de ander bij de verkeerde naam te noemen
– die heb ik niet kunnen vinden op de lijst met ziekten

maar door het knarsen van woorden hoor ik droog hout
dat aangroeit in mijn schouders ellebogen en knieën
de moederappelaar uit mijn jeugd, nog in de vorige eeuw omgehakt

ik vertaal een tekst over het bos als potentieel toevluchtsoord
denk na over het park als mogelijk bos voor de armen
en over de huurflat als mijnwerkerssteppe

lees over de liefdespit van een kleffe kakivrucht
over de vlieger die in de longen van de wanhoop zweeft
over woorden, die zich als een kus in de kruin van een ziekte vlijen

ik lees onder het oorverdovend geschater van medusa
om het feit dat het vrouwenlichaam nog altijd betwist gebied is
in het conflict tussen het oude en nieuwe schrift

over het feit dat de ‘kinderen van de ORDLO1’ (ortho, onoorbaar, enorm…)
deze wereld niets dan ellende brengen
en probeer me voor te stellen hoe groot
de propagandamuil is en hoe lang de tong van haat

ik schrijf deze tekst en probeer mezelf erin voor te stellen
in een groot zwart t-shirt dat me niet past
in een blauwe korte broek, meegegrist
uit een ander leven, als een vreemd land

ik lees schrijf en vertaal deze dag
die opduikt waar tongen elkaar raken
als nieuwe tederheid binnen in een openbarstende wond

en het zout van mijn ervaring schroeit het volgeschreven papier des tijds
als de dennenwind van een aanhoudende viool

2020 (vertaald uit het Russisch door Tobias Wals)


als de dennenwind van een aanhoudende viool

De geschiedenis, dat is het stof onder de ogen van mijnwerkers.
Wil je in de spiegel een gladgewit gezicht zien, haal dan je appels uit andermans tuin. Dag in, dag uit, tot de voeten van de bomen breken, want van een plaats delict vluchten is een genoegen.
Wie van ons heeft het verbond tussen oogleden en wimpers niet met voeten getreden? Wie heeft niet door de brandende gordijnen van de verbeelding staan staren naar de weerloze rug van z’n leven?
Wat is dat voor zwarte vlek aan de lendenzijde van de wand, wiens schreeuw prikt spottend in je pupil?

Het is het tweekoppige beest dat de lemen tronie des tijds breekt om op de beenderen der aarde een waterput met verwrongen rug op te richten. Eenieder die daarin gluurt, ziet het ouderlijk huis, verwoest door de nachtasem. Hielen die bonken op de gesloten monden van kromgetrokken deuren. Grassen die je blik tegemoet treden in scharlakenrode sluiers. Maden die woelen in de opengesperde ogen van de stad, die iedere dag weer anders heet.

Waarmee vul je de stilte, die met haar zwangere buik het bos heeft toegedekt waar vogels botsen op de schedels van grenzen.
Geen druppel water tussen je handpalmen. Aan de binnenkant van je vingers bollen de schubben van doodgeboren dagen op.
De voortvluchtige bladert door de wegen en kan geen enkele
foto van zichzelf vinden.

Hij zit vastgeklemd tussen de polsen van z’n kindertijd, die het vuur van zijn geheugen aanwakkeren. Hij is volgekerfd en ongeschonden. Hij voert het woord naar de begraafplaats, die niet bestaat. Want alles wat hij zegt is van steen, en elk steentje tussen zijn tanden is het geroffel van wimpers die oplossen in de verte, op de krukken van ogenblikken, ver weg van de plek waar hij zo-even nog gezien is.

Wat is dat voor geluid? Wiens hart ontluikt als een roos in lucht van steenkool? Wat voor werk vlijt zich als een slang om de schouders? Het is het gefluister van namen – aan jou om hen te noemen.

2020 (vertaald uit het Oekraïens door Tobias Wals)


acht jaar lang zeggen: bij mij thuis is het oorlog
om eindelijk te accepteren: mijn huis is de oorlog
zijn trage boemel van het oosten naar het westen
waarin de dood het leven vervoert

de nacht trekt in de aarde met de stuipen van dorre bloemen
en schikt zich in onze monden als de rotte kiezen van het zwijgen
onze taal is nu een chat tussen vrijwilligers en vluchtelingen
waarin de sirenen liederen zingen voor Odysseus

voortaan is ons geheugen de besmeurde vysjyvanka2 van de vrijheid
haar lange tocht van hart tot hart

13.03.2022 (vertaald uit het Oekraïens door Tobias Wals)


  1. Afkorting van de bureaucratische aanduiding ‘bepaalde districten van de oblasten Donetsk en Loehansk’, oftewel: het deel van de Donbas dat op het moment van schrijven door de Russen en hun proxy’s werd bezet en inmiddels volledig geannexeerd is.

  2. Een traditioneel Oekraïens hemd met geborduurde versieringen, nog altijd veel gedragen.

Iya Kiva (1984) is een Oekraïense dichter en vertaler en geboren in Donetsk. In 2014, na het begin van de Russisch-Oekraïense oorlog en de bezetting van de Donbas, was ze gedwongen haar geboortestad te verlaten en vestigde ze zich in Kyiv. Na de grootschalige invasie op 24 februari 2022 belandde ze in Lviv, waar ze sindsdien werkt en zich voor het leger inzet. Aanvankelijk schreef Kiva in het Russisch, na 2014 zowel in het Russisch als Oekraïens en sinds vorig jaar nog uitsluitend in het Oekraïens. Naar eigen zeggen wil ze niets meer te maken hebben met het Russische discours: ‘Het is een beschavingskeuze, die ik met mijn taalkeuze slechts onderstreep.’


Meer van deze auteur

Tobias Wals (1993) vertaalt uit het Oekraïens en Russisch en promoveert op de gevolgen van de Holocaust in Oekraïne. In 2022 verschenen van zijn hand vertalingen van Serhi Zjadans Het internaat, Tanja Maljartsjoeks Vinvis der vergetelheid en Oksana Zaboezjko’s Mijn langste boektournee. Voor weerklank bij het vertalen van Kiva’s gedichten bedankt hij Nina Targan Mouravi.

Meer van deze auteur