Lepidochelys olivacae

Stepan Lipatov

pas vanmorgen zag ik op mijn bil plots de zee
die iemand daar in half transparante witte inkt had getekend
de mooie, waarheidsgetrouwe golven
hier en daar zwervend een glanzende vlek
het postzegelgrote zeeschildpadje
met poten als te brede kanopeddels
een klein, verre van symmetrisch schild
dat net een gulp water inslikte
het overtollig zout nu beetje bij beetje
zijn lijf uit huilt want zo doen ze dat
de zee drinken, het zout huilen
het is een primeur dat in mijn huid gezwommen wordt
en hevig gezwommen, helemaal van costa rica naar de azoren
behendig op zeewier surfend, onder plankton schuilend
als de roofdieren naderen
ik hoop dat ook ander zeeleven zijn weg vindt naar mijn huid
dat dat mijn manier van verouderen wordt, een feest van golven
schildpadden, voelsprietvissen, haaien en roggen
op mijn billen, mijn bovenbenen, mijn buik
ik glunder wanneer twee nerveuze heremietkrabben
schrijlings over mijn tepel trippelen, ben trots
als mijn lichaam uitzet voor weer een nieuwe habitat
de warmte van mijn bed spaar ik op
voor de sumatraanse grondkoekoek
steeds vochtiger zal ik worden
tot het mos me over de dijen groeit
mijn voorhoofd wordt een zandstrand
waar een kind met zijn schopje een eerste lijn in trekt
een ander een tweede, een derde
zodat de schildpad vijftien jaar later
naar een veilig nest terug kan keren
waar pasgeboren jongen niet verdwalen in het licht
als ze hun weg zoeken naar zee
want mijn binnenland houd ik donker
daar hoeft niemand iets te kunnen zien

Moya De Feyter (1993) debuteerde als dichter in 2018 met Tot iemand eindelijk. Een jaar later publiceerde ze Massastrandingen, een caleidoscopische bundel waarin de destructie van onze leefomgeving centraal staat. Ze is oprichter van de klimaatdichters, een Vlaams-Nederlands dichtersverbond dat met poëzie in al haar verschijningsvormen strijdt voor een klimaatvriendelijkere wereld. Daarnaast werkt Moya aan een boek over licht dat in februari 2022 verschijnt.

Meer van deze auteur