[…]
Geen zorgen ik sta op een lijst.
[…]
Druk op dit knopje en ‘floep’ als pluizig algoritme verschijn ik in een zwarte ruimte.
In mijn slipstream dieren die het hadden kunnen redden.
Opgejaagd door razendsnelle wolken stof en puin dit is geen oefening.
Ik was de vogel met de hamer die Hallo lief ei zei en het ei bleef stom.
Een ei is één brok liefde.
Verpakt als souvenir.
[…]
Een ei is pure slapstick.
[…]
Mijn spanwijdte, mijn hoogte, mijn kleuren, mijn gewicht!
Mijn nek tijdens mijn laatste vlucht stoer uitgestrekt, de zwier fantastisch in mijn bek.
Of ik dood ben of het nacht is of ik licht ben in een flesje: spreek gerust uw vragen in.
Dan bel ik u terug en roep hoornachtig krrraaarrr.
[…]
Lag mijn habitat niet hooggelegen, was ik doodgewoon de kortste weg tussen de mensheid en machines.
Foerageerde ik op een parkeerplaats voor de supermarkt.
Stijf stampvoetend op een koude beat tussen de auto’s.
Jagen en lachen, lachen en jagen op bedorven voedsel.
Alles at ik alles, bollen zaden wortels mayonaise kikkers vissen kleine mensen granen plakband vliegen hazen griesmeelpudding rauwe ham en noedels.
[…]
Ik kan rennen voor mijn leven wat ik wil.
Naar de interruptiemicrofoon.
Of naar het einde van een zomer waar ik weer een koppel ben in vijvers en ondiepe dammen, vochtige depressies, weg van transformatielijnen.
[…]
Mijn vluchtgedrag, aan alle kanten rammelt het.
Ik blijf maar passen op een zegel of een munt.
[…]
Een moedig mens wordt met mijn pluimen opgetuigd.
[…]
Dit is geen oefening: nog één keer met mijn verenpracht vol in de windmachine.
Waarna de climax van het koper.
[…]
Ik wilde nog iets heel belangrijks melden.
[…]
Volgens mij ga ik dood.
[…]
Nee het was iets anders wat was het toch.
[…]
Ik weet het niet meer.

Anthropoides paradiseus

Stepan Lipatov

Alfred Schaffer (1973) is dichter en woonachtig in Zuid-Afrika.

Meer van deze auteur