Wat het hier uitstekend doet
zijn kamerplanten, halsreikend
of er hoop is te verliezen
zoeken ze het licht, uitbollend
of ze gefinisht zijn, zonminnend

staan onstuitbaar steeds
de loten uit de aarde op, grijpen
in het midden van de bitterste maand
hun handjes en voetjes zich vast
aan de boord van terracotta potten

Ik zit dat zo te zien omdat ik niets
Mijn land is op orde
rode steenslag donkert
onder diagonaal jagende regen

Twee derde van het toeval is gedaan
meer misschien, ik neem mij in
raak daaromheen aan niemand
verbeurde mijn krediet, verliet
wie ik liefhad, vervreemdde
van me wie mij liefhad, mij vergat
op den duur zich lavend aan wie niet

Deze plaatsbepaling heeft een peildatum
Deze put hier werd geslagen
voor een vorst zonder rijk
voor een vis zonder dorst

Het zwijgen dat ik ertoe doe
doet er niet toe
Niemand die het hoort
vraagt zich nog af
welk mensvormig gat
past om wie het vullen kan
niets met niets verbindend
Ik heb er geen Margate strand
voor nodig, zo ongekend
het helmgras, de vloedlijn

Ik spoelde uit je schoot aan
ik spoel me, de klos
ratelend achter me aan
naar je schoot terug, je schoot
die niet de jouwe is

Ik spel ’m
of ik er iets in lezen kan

Onno Kosters (1962) is dichter, vertaler en docent Engelse letterkunde en Vertalen aan de Universiteit Utrecht. Zijn meest recente dichtbundel is Waarvan akte (2018). Hij vertaalde onder andere Seamus Heaneys District and Circle (met Han van der Vegt, 2013) en Time is a Mother van Ocean Vuong (2022). Hij werkt op dit moment aan een hervertaling van The Waste Land.

Meer van deze auteur