Redactioneel
I.
De partijvoorzitter werd geboren in een warm nest.
De partijvoorzitter toont haar tatoeages aan journalisten.
De partijvoorzitter gaat kajakken in overstromingsgebieden.
De partijvoorzitter verspreekt zich en bloost.
Om staatsmanschap uit te stralen lacht de partijvoorzitter nooit op foto’s.
Thuis lacht de partijvoorzitter natuurlijk wél, en vaak – dat werd bevestigd
door zijn woordvoerder. De partijvoorzitter is immers een erg warme man
of vrouw, maar toch meestal een man.
Het liefst wil de partijvoorzitter zijn klauwen slijpen en verdwijnen
in de open muil van de televisie. Maar vandaag staat ze de pers te woord.
Haar pak is grijs, haar ogen blauw als vermoeide vissen.
De partijvoorzitter spiegelt zich niet aan buitenlandse presidenten
die baden in bloed gewonnen uit het zachte gewei van Altajherten.
De partijvoorzitter is altijd een jongen uit de wijk gebleven.
De wereld brandt.
De partijvoorzitter krijgt het soms moeilijk,
zoekt raad in Rakı, in gebeden op bol.com.
II.
In een regionale krant houdt de partijvoorzitter een pleidooi
om ‘de grondwet te passeren’ met het oog op ‘noodzakelijke veranderingen’.
Er zijn precedenten: zowel de Belgische onafhankelijkheid (1830)
als de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht (1919)
verliep buiten de grondwet om.
Vanavond huilt de partijvoorzitter zacht in zijn werkkamer,
handen voor de ogen, kosmos in zijn kop.
Als een dief sluipt hij zijn keuken in en valt in slaap
in de koelkast, waar de yoghurt woont.
De partijvoorzitter opent zijn gestifte mond: er zweeft
een persbericht uit, een kleurrijke cactus en een wetsontwerp
dat woonstbetredingen mogelijk moet maken.
De partijvoorzitter voelt zich niet in België
wanneer ze zich in een gepantserde bedrijfswagen
door een Belgische gemeente laat rijden. Die ontboezeming
levert haar de verwachte media-aandacht op.
Op regenachtige woensdagnamiddagen
probeert de partijvoorzitter de oppervlakte
van haar macht te berekenen.
De partijvoorzitter klust bij als schaduwpremier.
Voor het slapengaan kijkt hij in de spiegel. In de zilveren diepte
treft hij het populairste konijn van Vlaanderen aan.
III.
Op een pensenkermis wordt de partijvoorzitter neergeschoten
door een gedicht waarin een verwarde burger
na een kort maar intens innerlijk conflict
besluit om een willekeurige partijvoorzitter neer te schieten.
Er wordt een dag van nationale rouw afgekondigd.
Vandaag krijgt iedereen betaald verlof
en draaien enkel de algoritmes overuren
opdat wij ons kunnen concentreren op het schrijven,
delen en liken van hartverwarmende posts.
De partijvoorzitter is dood! Lang leve de partijvoorzitter!
Gelukkig is haar reïncarnatie grondwettelijk gewaarborgd.
In overeenstemming met artikel 199
zit de partijvoorzitter momenteel nog ingekapseld
in een bloedheet ei, dat als een oude klok
op het voetpad van de Wetstraat knarst en klotst.
Auto’s zoeven voorbij, medewerkers hebben broedlampen
laten plaatsen en omstaanders voelen het tikken en tintelen
tot in hun poriën: de belofte van een nieuw, koortsig geluid.
De avond van zijn geboorte
huilt de partijvoorzitter onbedaarlijk.
Net voor hij in slaap valt, ziet hij hoe een politiepaard
dampend naar hem toe draaft
en voelt hij zich een meisje op een eiland.
Essay
De holle lach van Uspud. Over Satie en het absurde
Essay
Aantekeningen over knikkebollen
Verhaal
Plop en klonk
Poëzie
zakboek van de innen
Verhaal
Voorbij de slagboom
Verhaal
Veel te verliezen
Poëzie
pauskoningin/de achenebbisj
Verhaal
Het uur van de orgaanstem
Verhaal
Tekstfragmenten
Verhaal
De pas gearriveerden
Essay
Het absurde als vehikel
Verhaal
De buik van een forel
Verhaal
De jongen in de keuken
Poëzie
BENGEL
Schrijver in de wereld
‘Ellende is niet één ding’: het grachtenpand voor mensen zonder papieren
Essay
Close reading IV: ‘Anuswaarts vreten we aarde’
Poëzie
Abortuspastellen*
Essay
Spullen, schuldgevoel en schrijven: een verkenning van melancholie
Verhaal
De verovering van mijn vrouw gezien als een ritje in de draaimolen
Verhaal
Dit is zijn plek
Poëzie
Het dictaat der dingen
Brieven