1

Verborgen hoekjes uit mijn leven

Soms heb ik er spijt van dat ikzelf op deze verschrikkelijke wereld ben gekomen; niet dat ik de wereld haat. Neen…ik houd van de wereld, de grote wereld…zelfs de demi-monde, omdat ik persoonlijk min of meer tot de demi-monde behoor.

Maar wat ben ik op deze zo aardse en naar aarde riekende aarde komen doen?

Heb ik de plicht om er te bijven? Ben ik er gekomen om een missie te vervullen? Een opdracht?

Heeft men mij erheen gestuurd om mij te amuseren? …om mij een beetje te verstrooien? …om de ellende van een leven aan gene zijde te vergeten dat ik mij niet niet meer herinner? Kom ik er niet ongelegen?

Wat valt er op al deze vragen te antwoorden?

Bijna bij mijn aankomst, hier beneden, gelovende goed te doen, ben ik enige wijsjes gaan spelen die ikzelf bedacht heb…Al mijn moeilijkheden zijn daaruit voortgekomen.



2

De Mens is een samenraapsel van vlees en been.

Dat samenraapsel wordt door een apparaat, hersenen genaamd, in beweging gebracht.

De hersenen zijn in een kas, hersenkas genaamd, geplaatst.

Deze kas mist een zichtbare opening.

In die kas zien de hersenen niets, horen niets van wat er om hen heen gebeurt, geïsoleerd als ze zijn van de rest van de Wereld.

Daarom handelt de Mens met die charmante onbewustheid, die zo kenmerkend is voor iemand die waarneemt, een onbewustheid die hem karakteriseert en hem ‘personifieert’, als ik dat zo mag zeggen.



3

Geef mij een dichter en ik zal er twee musici van maken, waarvan de ene liedjeszanger en de andere pianist-­begeleider zal zijn. Na een korte tijd zal de liedjeszanger een cabaret, laten we zeggen op Montmartre, hebben geopend. Enige jaren later zal de pianist-begeleider als alcoholicus zijn gestorven en de liedjeszanger zal vorst, hertog of iets anders, nog beters, zijn.



4

De Jazz vertelt ons zijn verdriet…daarom is hij mooi, waar…en heeft men er maling aan!



5

De kunstenaar heeft niet het recht om onnodig over de tijd van zijn toehoorder te beschikken.

De kunstenaar is zeker respectabel, maar de toehoorder is het nog meer. 

Het publiek aanbidt de Verveling. Voor hen is de Verveling geheimzinnig en diep.

Een merkwaardig iets: tegen de verveling is de toehoorder weerloos. Verveling temt hem.

Waarom is het gemakkelijker de mensen te vervelen dan ze te amuseren?



6

Er zijn bomen waarin je nooit een vogel zal zien: de ceders onder andere; die bomen zijn zo somber dat de vogels zich erin vervelen en ze mijden.

De populieren worden niet méér bezocht, want het is gevaarlijk erin te klimmen: ze zijn veel te hoog.

Men vindt de staat van armoede niet aangenaam genoeg en dat is een teken van ernstige wanorde. Armoede komt van God en men zou er geen afstand van kunnen doen zonder ongehoorzaam jegens hem te zijn.

Wat degenen betreft die de ongelukkige durven te beklagen en niet vrezen zijn nood te lenigen, zij zijn de kiemstof van corruptie; zij neigen ertoe de ongelijkheden te vernietigen die het evenwicht in de wereld verzekeren, en bereiden de ergste rampen voor.



7

Mémoires van een vergeetal

Wat ben ik? (Fragment)

Iedereen zal u zeggen dat ik geen musicus ben. Dat is juist. Sinds het begin van mijn loopbaan heb ik mij dadelijk bij de fonometrografen ingedeeld. Mijn werken zijn zuivere fonometrie. Of men nu de Fils des Étoiles of de Morceaux en forme de Poire, En habit de Chéval of de Sarabandes neemt, het is duidelijk dat geen enkele muzikale gedachte ten grondslag heeft gelegen aan de schepping van deze werken. Het is de wetenschappelijke gedachte die overheerst.

Trouwens, ik heb er meer plezier in een toon te meten dan hem te horen. Met de fotometer in de hand werk ik vrolijk & zeker. Wat heb ik niet gewogen of gemeten? Alles van Beethoven, alles van Verdi, enz. Het is heel merkwaardig. De eerste keer dat ik mij van een fonoscoop bediende, onderzocht ik een bes van gemiddelde grootte. Ik verzeker u dat ik nooit zoiets weerzinwekkends heb gezien. Ik riep mijn bediende om het hem te laten zien.

Op de klank-weegschaal haalde een gewone, zeer middelmatige fis een gewicht van 93 kilo. Hij was van een zeer dikke tenor afkomstig, die ik heb gewogen. 

Weet u wat het schoonmaken van tonen is? Dat is heel vies. Spinnen is schoner werk; de tonen weten te rangschikken is een zeer zorgvuldig werk en men moet er goede ogen voor hebben. Hier zijn wij op het gebied van de fonotechniek.

Wat de klankexplosies betreft, die dikwijls zo onaangenaam zijn, verzacht katoen, in de oren gestopt, het geluid heel aardig. Hier zijn wij bij de pyrofonie. 

Om mijn Pièces Froides te schrijven, heb ik mij van een kaleidofoon-recorder bediend. Dat duurde zeven minuten. Ik riep mijn bediende om het te laten horen.

Ik geloof te kunnen zeggen dat fonologie hoger staat dan muziek. Zij is gevarieerder. Het geldelijke rendement is groter, ik dank er mijn fortuin aan.

In ieder geval kan met de motodynamofoon een middelmatig geoefend fonometreur gemakkelijk meer klanken noteren dan de bekwaamste musicus in dezelfde tijd, met dezelfde moeite kan. Dankzij dit feit heb ik zoveel geschreven. 

De toekomst is dus aan de filofonie.



8

Ik ben heel jong ter wereld gekomen in een heel oude tijd.

Uit Teksten, Erik Satie (red. Ornella Volta, vertaling Frieda van Tijn-Zwart), 1976.

Erik Satie (1866-1925) was een Franse componist en pianist. Hij gold als een zonderling en componeerde vooral eigenzinnige pianomuziek. In Nederland ontstond er hernieuwde belangstelling voor zijn werk dankzij de piano-opnames van Reinbert de Leeuw.

Meer van deze auteur