Onder de uitgestrekte jonge kinderenasfaltbanen van Hylan Boulevard wordt werden van hun iets opgediept. moeders’ borsten gerukt en in Nattigheid. Nattigheid die uit zicht het bijzijn van hun ouders aan stukken is geraakt; begraven gekapt en de stukken in het vuur onder parkeerplaatsen, wegen, hoge gebouwen en in het water en onroerend goed. De omgeving trekt zich terug gesmeten en andere zuigelingen werden in de tijd. Naar het moment waarop dit deel van Staten Island op houten planken gebonden en nog het drassige stroomgebied was van de New Creek; de plek doorhouwen doorstoken waar Nederlandse kolonisten doorboord en in 1661 een plaatsje stichtten genaamd miserabel gemassacreerd Oude Dorpe (als onderdeel van Nieuw-Amsterdam). Hun sommigen werden in de rivier gesmeten komst transformeerde en als de vaders en moeders probeerden de omgeving. De draslanden hen te redden werden gedempt lieten de soldaten hen niet en volgebouwd, terug aan land komen maar vertakkingen van de kreek lieten zowel ouders als kinderen rechtgetrokken verdrinken – kinderen van vijf tot. Het water werd een zes jaar oud en ook enkele obstakel, een vuil moeras dat een belemmering vormde voor de urbane expansie. Omdat stokoude lieden velen er geen drainage meer was, werden ontvluchtten dit tafereel en verborgen overstromingen een constant zich in de naburige ruigte en het riet en probleem. Nu mag het water daarom terugkeren. ‘Daylighting’ noemen toen het ochtend werd kwamen ze ze dat in stads­planningjargon: het opnieuw aan het licht brengen van een eruit om om een stuk brood wereld die is uitgewist en plaats heeft moeten te bedelen of omdat ze zichzelf maken voor de stad. Je zou ook van wilden opwarmen ‘ontbouwen’ kunnen spreken. De stad wordt opengebroken. Niet alleen in fysieke, maar ook in mentale zin. ‘Stad’ staat niet maar ze werden in koelen meer tegenover het ‘platte’, of dat wat bloede vermoord en ‘onbebouwd’ is. Nee, de stad in de vijver of moet open worden. Niet afgesloten, maar poreus. Het onbebouwde in het water gestoten moet er weer onderdeel van van de weinigen die langs gaan uitmaken.

Maar waaruit bestaat het onbebouwde?

De kolonisten meenden zo’n vierhonderd jaar geleden dat zij een nieuw land ons land ontdekten. Er woonden kwamen gelopen waren weliswaar mensen, de Lenni Lenape om precies te zijn, maar die telden volgens de kolonisten sommige handen niet echt mee. Zij waren net als het land: ongecultiveerd. Het land sommige was daarom onbebouwd. Leeg. Oftewel: land dat niemand toebehoorde en daarom kon worden toegeëigend. Tot de komst van benen afgekapt de kolonisten was het gebied zogenaamd in duisternis gehuld. Nu lieten zij hun licht erop schijnen en brachten het in kaart. In ontwikkeling. Ontdekking, of ‘discovery’, komt van enkelen droegen hun het Latijnse ‘dis-co-operio’: iets wordt ‘ont-dekt’, blootgelegd en aan onze darmen blik onderworpen. De bedekking wordt in hun handen eraf gehaald.

Jilt Jorritsma (1991) is historicus, essayist en schrijver. In 2018 won zijn essay ‘Onthoofd’ de Joost Zwagerman Essayprijs. Zijn debuutroman Was verscheen in 2021. Aan de Open Universiteit doet hij onderzoek naar zinkende steden.

Meer van deze auteur