Telkens wanneer ik vanuit Tilburg per trein terugkeer naar Schaesberg, het dorp waar ik opgroeide, doemt voor mijn geestesoog het Strijthagerbeekdal op. Het robuuste kasteel, de witte watermolen, de aflopende vijvers, de hellingbossen – het geschud en gewiebel tovert ze tevoorschijn. Tegelijkertijd dagen gevoelens van rust en relativering, van troost en beschutting.

Elke maand reis ik voor enkele dagen af naar het diepe zuiden, naar mijn bejaarde moeder, mijn tweelingbroer, mijn vijf neefjes en mijn vrienden van vroeger. Doe ik dat niet, dan zie ik ze niet of nauwelijks. Mijn familie en Zuid-Limburgse vrienden komen vrijwel nooit bij mij op bezoek; Brabant is te ver of te vreemd. Toen ik in 1987 in Tilburg ging studeren, wat overigens niet werd ontmoedigd, vertrok ik in hun ogen naar Holland. Boven Sittard begon Holland.

Het verschil tussen de twee werelden is in de afgelopen decennia niet verdwenen, maar door de toegenomen predominantie van de Randstad en het werktuiglijk behandelen van de provincie juist vergroot. Calimero hupt nog gebelgder rond in mijn door de pvv gekaapte geboortestreek. De onvrede die begin jaren zeventig begon met de sluiting van de mijnen, en het daaraan gekoppelde verlies van werkgelegenheid en identiteit, is blijven broeien. Holland draagt uiteraard schuld aan de (gecultiveerde) teleurgang, op de voet gevolgd door de asielzoekers – de zjwatte.

Snel terug naar Strijthagen, de lokale aanduiding van het Strijthagerbeekdal. Het is een van de weinige plekken die er nog nagenoeg hetzelfde uitzien als in mijn zorgeloze jeugd. Ik heb het dan specifiek over het verstilde hart van het dal; de rand is in de loop der jaren versierd met een bedrijventerrein, een autobioscoop, een kunstskibaan, een met achtbaan en botsauto’s opgeleukt ‘groen’ themapark en een heuse paardenrenbaan. Een lappendeken vormt het zinnebeeld van de met zelfvertrouwen worstelende gemeente.

Net als de autobioscoop ging de aanpalende renbaan al snel failliet, en niet veel later mochten Jan Smeets en Urbanus de grond voor een appel en een ei overnemen – Pinkpop vond er zijn derde thuishaven. Het terrein werd stevig omheind en de wandelroute die van mijn ouderlijk huis naar Strijthagen leidde, pal langs de oostkant van de voormalige renbaan, veranderde deels in een soort van kooi. ‘Checkpoint Charlie’ noemde mijn vader de met tralies omsloten doorgang, en hij begon een protest­actie, maar zijn klacht vond geen gehoor bij Smeets en de gemeente.

Het hemelse hart van het natuurgebied is gelukkig overeind gebleven. Wandel ik daardoorheen, dan ben ik meteen terug in mijn analoge jongensjaren. Dan kan ik weer even vrijuit ademen, dan verdwijnt de doorstotende bureaucratie, het door algoritmekoorts geaccelereerde geschreeuw, de wassende walg, mijn verminkende misantropie. Alle vlondertjes die Chronos in mijn hoofd heeft aangebracht om opeenvolgende perioden van mijn leven af te bakenen – Gerrit Kouwenaar, dank – verkruimelen in een fractie van een seconde, lossen op in gloria en zonneschijn. Ongeacht het jaargetijde. Strijthagen vormt mijn Insula Dei.

Wie er in zijn jeugd eveneens graag kwam, was de Tachtiger Frans Erens; hij schreef erover in Vervlogen jaren, zijn in Privé-domein verschenen memoires. Als tiener verhuisde hij naar Holland, woonde daarna enige tijd in Parijs, maar hij wilde na zijn dood begraven worden in zijn geboorteplaats Schaesberg. Met mijn Privé-domeindeel, Ik bestaat uit twee letters, trad ik in zijn voetstappen, letterlijk en figuurlijk.

En zo kom ik uit bij een cirkel die ik nog rond moet maken, met een beetje hulp van buitenaf. Een jaar of tien geleden verstrooiden we in een hellingbos van Strijthagen de as van mijn vader en zijn trouwste vriend – zijn hond, Oskar met een k. Het was mijn vaders wens, de toekomstige vervulling hielp hem door de laatste maanden van zijn moordende ziekte. Strijthagen wordt ook mijn asbestemming. Een verlossend vooruitzicht. Verwaaien langs de koele vijvers van de eeuwige vrijdom.

Ben Clark

A.H.J. Dautzenberg (1967) schreef een twintigtal boeken (romans, verhalen, gedichten, essays) en enkele toneelstukken. Daarnaast initieerde hij verschillende maatschappelijke en multidisciplinaire kunstprojecten. In 2016 ontving hij de Impact Award voor de armoedeglossy Quiet 500. Volgend jaar verschijnt
De vijf, een libertijnse roman.

Meer van deze auteur